Al op jonge leeftijd is de huidige boeker bezig met het organiseren van feesten, sinds 1994 doet hij dat in dienst van Mojo Concerts. Het hele jaar door loopt Euser stad en land af op zoek naar die die ene artiest of dat ene bandje. Zelfs op vakantie. “Als ik dan in Frankrijk ben, spit ik toch even de nieuwe releases daar door.”

Aan de muur van de welkomstruimte van het grachtenpand van Mojo Concerts in Delft hangen foto’s die herinneren aan vervlogen tijden. Een ingelijste aankondiging van André Hazes live in het Olympisch Stadion in Amsterdam trekt de aandacht. Een deur verder, in één van de kantoorruimtes, hangen luchtfoto’s van de verschillende A Campingflight to Lowlands Paradise festivals. Euser wijst naar de meest linkse foto aan de muur. “Het is de enige editie waar ik niet bij ben geweest”, zegt hij met lichte teleurstelling in zijn stem.  Het is een foto van de eerste editie van het festival, een jaar voordat hij bij Mojo Concerts komt te werken. Ron Euser is al zijn hele leven bezig met het organiseren van feesten. Op de middelbare school regelt hij de schoolfeesten, later zorgt hij in zijn geboortedorp voor evenementen in het dorpshuis en de kroeg en als hij in Utrecht gaat studeren wordt hij vrijwilliger bij poppodium Tivoli. “Daar assisteerde ik bij de wat kleinere bookings”, legt Euser uit. “Vervolgens heb ik 3,5 jaar voor een platenfirma gewerkt en kort mijn eigen boekingskantoor gehad. Mojo had me toen al op de radar zitten en nodigde me uit voor een gesprek. Dat was in 1994, dus inderdaad na de eerste editie van Lowlands.”

Eenmaal binnen bij Mojo Concerts gaat Euser direct aan de slag met de grote projecten. “Ik had door mijn eerdere werk al een netwerkje opgebouwd en beschikte over een eigen stal met voornamelijk Vlaamse, Britse en Amerikaanse bands.  Vanaf het eerste moment mocht ik bij Mojo mee praten over Pinkpop en Lowlands, maar ik ging me ook bezig houden met het boeken van grote acts als Green Day, The Prodigy en Foo Fighters.” Euser noemt niet zonder reden drie buitenlandse acts. Hoewel het geen bewuste strategie van het bedrijf is, richt Mojo Concerts zich voornamelijk op buitenlandse artiesten. “Iedere boeker bij Mojo heeft wel z’n Nederlandse artiesten, ik doe nu bijvoorbeeld Spinvis en deed heel lang Speedy J en de Heideroosjes, maar we zijn wel allemaal primair gericht op het buitenland. Dat komt omdat Agents After All hier is begonnen. Er werd bij Mojo gereorganiseerd in een tijd dat we een eigen publisher en artiesten management hadden. Die zijn met behulp van Mojo een nieuw kantoor begonnen, Agents After All. Zij richten zich meer op de Nederlandse markt.”

Toch betekent het niet dat Nederlandse bands niet opgemerkt worden door Mojo Concerts. Euser is altijd en overal op zoek naar talent, dus ook in Nederland. “Als we iets goeds zien, pakken we het. Dat vind ik ook het mooiste van mijn werk. Als ik iets moois zie, en ik denk dat het niet al te obscuur is en dat het meer dan honderd mensen zal trekken, vind ik het al prima. Dat vind ik prachtig! Ook op vakantie ben ik er mee bezig. Als ik dan in Frankrijk ben, spit ik toch even de nieuwe releases daar door. En iedere week kom ik weer leuke dingen tegen. Natuurlijk, er moeten af en toe grote namen geboekt worden, maar dit vind ik toch wel het mooiste.” Ook beginnende bands kunnen dus opvallen bij een groot boekingskantoor als Mojo Concerts. Euser vertelt hoe dat in zijn werk gaat. “Ik leun erg op mensen die ik al heel erg lang ken. Die mensen uit mijn netwerk sturen mij bijvoorbeeld dingen door. Ik probeer zoveel mogelijk alles te luisteren, het bij te houden. En als dat niet lukt, dan laat ik het door anderen beluisteren. En als ik eens een recensie lees over een bandje dat bijvoorbeeld in Nijmegen heeft gespeeld, vraag ik aan mijn contactpersoon daar of hij dat bandje kent. Als dat niet het geval is, weet ik dat ik niet hoef te gaan kijken.” Hoe een beginnend bandje wel bekend kan geraken bij de contactpersonen van Euser, is volgens de boeker simpel. “Do it yourself is wel belangrijk. Je hebt zoveel mogelijkheden. Neem Tilburg als voorbeeld. Probeer in de kleine zaal van 013 te komen, in de vele kroegen, zoek de contacten met mensen in de lokale muziekscène. Laat je overal zien!”

Al enige jaren verschijnen er veel kritische noten over festivals in de media. Zo zouden de bezoekersaantallen sterk teruglopen. Euser herkent deze problematiek maar deels. “Organisatoren die denken: hek om een terrein, een paar grote artiesten boeken en 40 euro entree vragen, die zullen wel merken dat het achteruit gaat, ja. Dat is niet meer speciaal. Mensen kunnen acts een heel jaar door zien, dat is niet meer bijzonder. Neem een Zwarte Cross festival. De organisatoren houden van motorcross en rock and roll. Zij hebben gedacht dat meer mensen dat leuk zouden vinden en hebben enorm veel werk in het festival gestoken, het is veel groter en interactiever dan een gewoon festival. Dat zien die bezoekers en dus zijn ze bereid daar geld voor te willen betalen. Eigenlijk heb je in Nederland maar één echt klassiek festival, en dat is Pinkpop. Als ze daar geen gekke dingen doen, zal dat ook altijd zo blijven. Pinkpop zit diep geworteld in families in Limburg en omstreken. Concert at Sea begint ook te wortelen en de eerder genoemde Zwarte Cross heeft die cultuur ook. Maar nieuwe organisatoren die het op de klassieke manier willen gaan doen, die gaan het niet halen.” Ook Mojo Concerts heeft het geprobeerd op de klassieke manier. Euser neemt Rocking Park in Nijmegen als voorbeeld. “Daar hebben we jaargangen gehad waarin we geplust hebben, maar zeker ook waarin we gemind hebben. Gages van artiesten worden veel hoger, er zit bijna geen rek meer in. Daarom moet je creatiever zijn. Dat gaan wij nu bijvoorbeeld proberen met Where The Wild Things Are, een festival in een bungalowpark. Dat kost veel geld, maar daar krijgen bezoekers wel veel voor terug. Dat is eigenlijk meer een soort vakantie.”

De namen Green Day, The Prodigy en Foo Fighters vielen al eerder. Het zijn niet de minste bands die Euser al eens naar Nederland haalde. “Waar ik het meest trots op ben? Ik werkte hier net, toen een collega een groep aan het boeken was voor Waterpop in Wateringen, en het werd al snel duidelijk dat het niet in zijn straatje viel. Dat bleek uiteindelijk om Faithless te gaan. Ik ben in Duitsland naar een concert geweest en uiteindelijk ben ik de boekings gaan doen. Ook Them Crooked Vultures was erg leuk. Een vriend tipte mij voor Lowlands 2009. Ik moest 50.000 dollar betalen voor een band, maar ik mocht niet weten om welke naam het ging. Ik vertrouwde hem blind en heb daar ja op gezegd, we hadden een mystery optreden. Een week van te voren gonsde het van de geruchten, het zou over Them Crooked Vultures gaan. Dat bleek te kloppen. Acht dagen voor Lowlands zouden ze een concert gaan geven in de Melkweg in Amsterdam. We vonden dat we de spanning op moesten bouwen. Hebben we heel Amsterdam vol gehangen met postertjes met daarop een cijfercode, die op de Melkweg sloeg. Op de website van de Melkweg stond meer informatie, zonder te noemen om welke band het zou gaan. Daar hebben we alle voorpagina’s mee gehaald.” In crisistijd weigert Euser te doemdenken over de toekomst van de livemuziek en ziet hij het met vertrouwen tegemoet. “Dat het met de muziekindustrie niet goed gaat, dat is een feit. Maar voor jonge beginnende bandjes is er zeker toekomst. Dat zal ook altijd zo blijven. Mensen willen verpozing. Livemuziek zal mensen altijd blijven boeien, bij concerten is er een directe emotie. Dat wil een mens, ervaringen delen met elkaar. Concertbezoek verandert nooit, ook niet tijdens een crisis, dat is een soort basisbehoefte. Klagen is makkelijk. Maar als je ziet dat er 14.000 Nederlanders afreizen naar Sziget Festival in Hongarije, dat er duizenden Nederlanders Primavera, Exit, Glastonbury en Roskilde bezoeken. Ik denk zelfs dat live beleving alleen maar toe neemt.”

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter