Op coverbands wordt nog wel eens neergekeken. Volkomen onterecht natuurlijk. Het is een vak apart en veel bands zijn fantastisch bezig. Maar wat onderscheidt een top-coverband nu van een matige? In dit blog kijken we naar de belangrijkste ingrediënten van een goede, succesvolle coverband. We kunnen alvast verklappen dat juist ‘identiteit’ voorop staat als je publiek wilt trekken. Een kopie hóef je niet te zijn!

Coverband, maar geen kopie - Zo trek je publiek

Identiteit

Als het gaat om een eigen identiteit, dan is Jacko en zijn coverband Jackfire een mooi voorbeeld hoe het moet. De band bestaat uit louter broers en dat is op zich al bijzonder en zoals zakelijke lui dat noemen: ‘een unique selling point’. Daarbij zijn het stuk voor stuk ook nog eens leuk ogende gasten met een echte Achterhoekse gemoedelijke inborst. Lang haar en natuurlijk niet te vergeten: Jacko en zijn broers lopen over van het muzikale talent. Ze schrijven eigen nummers, maar profileren zich vooral als coverband met een eigen muzikale kwinkslag, die soms beter klinkt dan het origineel. Ze worden dan ook regelmatig geboekt. Soms meer dan twee keer per week en Jackfire schuwt een huiskamerconcert ook niet. In tegenstelling tot bands die hun identiteit deels ontlenen aan eigen songs, moet een coverband bewust op zoek gaan en keuzes maken als het gaat om wat voor identiteit ze willen hebben. De eerste keuze voor het creëren van een identiteit is volgens Jacko het bepalen wat voor type coverband je wilt zijn. “Je kunt voor een muzikale coverband kiezen die alles perfect speelt. Zeg maar een ‘werkband’ met hele goede muzikanten waar je juist de keuze maakt om muziek te spelen die jij leuk en gaaf vindt. Maar je kunt ook kiezen voor een band die meer entertainment brengt. Dan kijk je niet zozeer of je de liedjes helemaal perfect speelt, maar eigenlijk waar je speelt, en je past daar het repertoire op aan.” Jacko zelf heeft duidelijk gekozen voor een werkband, om de muziek zo goed mogelijk en met professionaliteit te spelen. Dat betekent niet dat ze geen entertainment willen brengen, maar de nadruk ligt op de muzikale kwaliteit. Voor hem geldt niet dat een band met meer muzikaliteit per se beter is dan een band die voor entertainment kiest. “De vraag wat dan een goede coverband is, is ook niet echt relevant”, vertelt de Achterhoekse muzikant verder. ”Want wat is een goede coverband? Als jij wil dat het hele plein springt en dat gebeurt, omdat je setlist daarop is afgestemd, dan ben je in je opzet succesvol. Dat hoeft niet te betekenen dat het muzikaal helemaal goed is. Maar daarentegen kan een hele muzikale band ontzettend goed spelen en weinig publiek bereiken. Ik stond laatst te luisteren bij een band met echte sessiemuzikanten. Ze speelde de sterren van de hemel. Dat was muzikaal denderend goed, maar bandjes aan de andere kant van de stad gingen toch lopen met het publiek. Wie is dan beter?”

Coverband Jackfire

Passend repertoire

Als je de keuze maakt, moet je vervolgens gaan kijken welk repertoire bij je band past of je moet kijken naar een manier om het passend te maken. “Dat is hoe ik het probeer aan te pakken. Ik kijk heel bewust naar nummers die bij mij passen. Past het niet, dan kijk ik of ik dit kan aanpassen, zodat mensen dit van mij accepteren. Ik heb lang haar en een rockachtige uitstraling. Ik kan bijvoorbeeld best een liedje van Tiësto spelen, maar dan moet ik dat wel ‘credible’ maken. Dan moet het een beetje meer rock worden en zoek ik naar een arrangement dat het publiek nog steeds herkent en bij onze bezetting past. Je moet echter wel nummers kiezen waarvan je de essentie als band kunt spelen. We veranderen een nummer, zodat het bij onze identiteit past.” “We maken daarnaast iedere keer weer de keuze om covers te spelen om optredens te kunnen aannemen. Daar hoort af en toe, in muzikantentaal, een beetje plat repertoire bij. Dat proberen we dan wel weer naar onze hand te zetten met leuke overgangetjes of arrangementen. Sommige liedjes zijn muzikaal een uitdaging en andere zijn een uitdaging om bijvoorbeeld als toetsenist iets leuks en eigens mee te doen. Er zijn daarnaast liedjes die al miljoenen keren zijn gespeeld en die je als coverband móet spelen. Die nummers kun je niet weglaten in je repertoire, omdat mensen die altijd leuk vinden. Dat doen we dan wel weer op onze eigen wijze.”

Herkenbaarheid

Jacko is een professionele muzikant en zijn band Jackfire is dat ook. Dat betekent zo veel mogelijk spelen. Ze hebben dan ook een aantal setlijsten voor verschillende gelegenheden. Voor een groot marktfeest tot akoestisch caféoptreden. ”Je moet als band wel zeker weten dat de setlijsten op en bij een specifiek podium en publiek werken. Anders heeft het geen zin om jezelf te promoten bij bepaalde gelegenheden. Degene die jouw band boekt, wil natuurlijk de zekerheid hebben dat hij krijgt wat je belooft. Dat is voor ons als professionals natuurlijk belangrijk. Voor een bandje dat het leuk vindt om af en toe eens te spelen, geldt dit wat minder. Als je veel wilt spelen, moet je een zo breed mogelijk repertoire hebben.” De keuzes wat voor een identiteit je hebt of repertoire, gaat meestal een beetje vanzelf. De meesten beginnen gewoon een bandje zonder hele duidelijke keuzes, maar wanneer je band wordt geboekt, wil men natuurlijk weten wat voor type band je bent en welke muziek je speelt. Dan is het tijd om duidelijke keuzes te maken, zodat je als band herkenbaar bent. En dat is lastig als je zoals Jacko heel veel muziek leuk vindt om te spelen. Voor Jackfire geldt dat ze als ‘die band met allemaal broers’ toch voor herkenning zorgen plus veel muzikaliteit. Natuurlijk zijn er uitzonderingen: coverbands die spontaan ontstaan en meteen iets hebben wat het publiek aanspreekt. Jacko noemt dat de ‘fun bands’. “Laatst stond in Doetinchem een band met een contrabas, gitaar en drums op het podium. Ze speelde alleen hardrock-nummers, maar op een rock & roll-manier. Ik sprak met ze en ze zeiden tegen mij dat ze nooit heel bewust hadden gekozen voor hun manier van spelen, maar het sloeg aan en de band gaat als een speer.” Deze band heeft een heel duidelijke identiteit door hun duidelijke keuze om hardrock in rock & roll te veranderen. Dit zorgt dat bookers weten wat voor een band ze in huis halen.

Onderscheidende kenmerken

Naast de keuze van algemene identiteit en muziek, moet een coverband ook op een specifieke manier onderscheidend zijn om succes te hebben. Joe Cocker had bijvoorbeeld een heel kenmerkend stemgeluid dat hem met zijn covers beroemd maakte. Een succesvolle coverband moet dus kenmerkend zijn. “Je kunt dat doen door als coverband tot in de puntjes elk lijntje precies na te spelen. Daarin kun je een keuze maken of je met een breed repertoire puur voor het publiek wilt spelen of een echte tributeband wilt zijn. Maar je kunt ook voor een zeer specifieke stijlkeuze gaan: alleen blues, jazz of nederpop. Een typisch stemgeluid zoals Joe Cocker of een opvallend goede gitarist kan ook voor een duidelijk kenmerk zorgen. Zoek altijd naar iets speciaals dat je als band kunt aanbieden. Dat kan ook een specifiek instrument zijn, zoals de contrabas, banjo, ukelele, het Hammond-orgel of de mandoline. Mensen moeten je onthouden waardoor ze je boeken. Je moet een buzz veroorzaken.” Belangrijk voor een band is ook de chemie onderling. De chemie zorgt ervoor dat je als band het publiek naar je toe kunt trekken. De chemie kun je alleen creëren als je heel veel samenspeelt en vaak oefent. Als band moet je ook afspraken maken over wat je op het podium doet en zegt. Jacko heeft met zijn broers al zo vaak gespeeld dat hun chemie haast vanzelfsprekend is. Tegenwoordig oefenen ze door allerlei andere muzikale opdrachten minder, maar de chemie is zo vernageld in Jackfire dat ze dit bij elk optreden weer kunnen laten zien. Een beginnende coverband moet volgens Jacko echter veel oefenen, minstens één keer per week en zorgen dat ze een mooie goed gevulde agenda krijgen. Communiceren met het publiek is daarnaast erg belangrijk. Elk band moet een leuk praatje paraat hebben. ”Dat hoeft echt niet elk bandlid te doen. Kijk bijvoorbeeld naar mijn broer die drumt. Hem hoef je geen microfoon voor zijn neus te duwen en vragen om een grapje te maken. Dat zit niet in zijn aard, maar als band moet je wel wat op het podium doen en ook als één groep optreden. Anders kun je net zo goed met een tape spelen.”

Netwerken

Het succes van Jackfire heeft niet alleen te maken met identiteit en muzikaliteit. Netwerken is volgens Jacko ook heel belangrijk. De broers hebben in het verleden allemaal in verschillende bandjes gespeeld en daar allerlei contacten gelegd. Die gebruiken ze nu om optredens te regelen. De Duitse deelname aan The Voice zorgde bijvoorbeeld dat oude contacten en kennissen van Jacko dit volgden en opnieuw met hem in contact kwamen. Daar kwamen weer nieuwe optredens uit voort. ”Je moet als band contacten onderhouden en het is goed om iemand hiervoor aan te stellen. Dat hoeft geen manager te zijn, maar kan gewoon iemand of kunnen meerdere mensen binnen de band zijn.” Het succes van Jacko en zijn coverband wijdt hij vooral aan de passie voor muziek. “Ik doe dit al heel lang met veel plezier en overgave. Mensen weten ook dat ze mij ’s nachts op kunnen bellen en als ik kan spelen, dan speel ik altijd en dat geldt ook voor mijn broers. Ik ben ook heel veelzijdig en omdat ik al heel lang speel, heb ik een groot netwerk. Hoewel ik mijn stem niet mooi vindt, hebben veel mensen een andere mening. Ze vinden mijn hese stem prachtig en onderscheidend. Ik voel mijzelf echter meer muzikant dan zanger.”

Coverband Jackfire (live)

Hoe speel je een cover?

We gaan nu naar het ambachtelijke deel van de coverband: hoe speel je een cover? Daarvoor zijn verschillende benaderingen mogelijk. In dit geval kiezen we om ‘zo dicht mogelijk bij het origineel’ te blijven. Exact kopiëren lukt doorgaans niet en dat hoeft ook niet. Maar hoe pak je de essentie van een nummer? “De eerste vraag die je als band moet stellen, is: met welke intentie wil je het nummer spelen? Welk gevoel wil je overdragen? Wil je het gevoel van een pop ballad overdragen? Of speel je fusion en wil je het publiek imponeren met wat je muzikaal kunt? Of wil je gewoon dat de handjes omhoog gaan en het hele spul in de polonaise gaat?”, zegt Jacko. Dit zijn zomaar wat voorbeelden van het uitvoeren van een cover. Er zijn legio manieren om een cover uit voeren. maar veel coverbands proberen het origineel zo dicht mogelijk te benaderen. Vaak moet dat met beperkte middelen, want het origineel is doorgaans met veel toeters en bellen in een studio opgenomen. Als coverband speel je het nummer live en niet altijd met alle instrumenten die in het origineel voorbijkomen. Hoe pak je dan toch de essentie van dat nummer?

Toonsoort checken

“Het eerste wat je moet doen, is het checken van de toonsoort voor de zang”, zegt Jacko. “Het is niet altijd zo dat de toonsoort van het origineel prettig is voor de eigen zanger en soms ook niet haalbaar. Dat is al bijna vanzelf het geval als een mannelijke zanger een liedje moet zingen dat origineel door een zangeres wordt gezongen. En andersom natuurlijk. Zoek dus eerst de toonsoort die prettig en haalbaar is voor je eigen zanger. Het kiezen van de toonsoort hoeft niet alleen af te hangen van het bereik van de zanger, merkt Jacko op. “De bezetting kan medebepalend zijn. Ik moest eens tijdens een huwelijksplechtigheid ‘Don’t stop believing’ van Journey zingen, in m’n eentje achter de piano. Ik heb er toen bewust voor gekozen om het nummer een toon lager te zingen dan voor mij strikt noodzakelijk was. Daardoor kon ik het wat ingetogener en meer relaxed zingen, wat ik in die kleine bezetting gepaster vond. Zou ik het met een volle bezetting op een groot podium spelen, dan ging ik wel voor die toon hoger.” Door het veranderen van toonsoort (transponeren) kan een nummer wel wat anders gaan klinken. Soms moet een nummer drie tonen omhoog en mis je daardoor wat diepte in het laag. “Toch zijn dat soort veranderingen doorgaans geen probleem voor het publiek”, aldus Jacko. “Want verreweg de meeste mensen luisteren alleen naar de leadzang en het grote geheel.” Maar vind je dat je dat door het transponeren toch iets aan het nummer gaat missen, probeer het dan op de een of andere manier te compenseren. “Bijvoorbeeld door sommige stukken niet door alleen de leadzanger te laten zingen, maar ook door een driestemmig koortje. Door het koortje krijgt het nummer dan weer extra power.”

Beperkte bezetting

Voor veel coverbands is het vanwege een beperkte bezetting niet altijd mogelijk om alle partijen van het origineel te spelen. “Kies in dat geval de belangrijkste partijen die voor jou speelbaar zijn en die het nummer herkenbaar maken voor de mensen”, adviseert Jacko. Stel, je hebt de partijen gekozen, iedereen heeft zijn of haar huiswerk gedaan en je speelt het voor het eerst in de oefenruimte. En je merkt dat het toch niet lekker zit. Maar je kunt niet meteen de vinger op de zere plek leggen. Wat dan? Hoe ga je vervolgens te werk om uit te zoeken wat er beter moet? “In feite moet het liedje al kunnen staan op alleen leadzang, baslijn en akkoorden”, zegt Jacko. “En eigenlijk zelfs alleen leadzang en baslijn. Check eerst of dat goed zit. Want als dat niet het geval is, kun je toevoegen wat je wilt, het wordt er niet beter van. Zorg dat dat eerst goed staat. Pas dan komt de rest.” Lang niet iedere luisteraar hoort de baslijn. Desondanks is de baslijn vaak erg bepalend voor de herkenbaarheid van een nummer. “In feite moet je een nummer kunnen herkennen aan de zangmelodie en de baslijn”, aldus Jacko. Hij merkt wel op dat de baslijn in veel nummers van deze tijd minder bepalend is dan in oudere nummers. “Vroeger had je meer riff-gebonden liedjes. De liedjes van nu gebruiken veel dezelfde akkoordenschema’s. Daarop zijn ze dus niet van elkaar te onderscheiden. Deze nummers onderscheiden zich meer door bepaalde korte muzikale frases, zogeheten ‘hooks’, die gedurende het nummer vaak herhaald worden. Vroeger was een liedje meer een verhaal. Maar voor veel liedjes van nu geldt dat niet.”

Bas en drums

Stel, leadzang, akkoorden en baslijn kloppen gezamenlijk, maar in het totaal van de band loopt het nog niet. Wat is dan het volgende onderdeel dat je moet analyseren? Jacko: “Wil je een cover goed spelen en het origineel zo dicht mogelijk benaderen, dan is het samenspel van bas en drums een serieus ding. Je moet dan echt de feel evenaren van het origineel. En ook de energie en eventuele ‘agressie’ die erin zit. Doe je dat niet, dan komt je boodschap niet over.” De zang, bas en drums zijn dus de basis. Daarna komt het ‘middengebied’: gitaar en toetsen. “Het risico van gitaar (gitaren) en toetsen is dat ze elkaar in de weg kunnen zitten en dat ze het volbouwen”, weet Jacko. “Houd het open. Het elkaar in de weg zitten voorkom je door onderling een rolverdeling af te spreken: ieder speelt zijn eigen partij. Neem het op en luister terug, om te checken of het goed zit. Kiezen gitarist en toetsenist ervoor om beiden dezelfde partij te spelen, let er dan goed op dat je ‘lockt’. Dus dat je qua timing allebei precies hetzelfde doet.”

Interessant houden

“Een belangrijke vraag die je jezelf als band moet stellen is: blijft het liedje interessant?”, merkt Jacko op. “Een liedje heeft afwisseling nodig in energie. Zit die afwisseling er voldoende in? Zorg er ook voor dat couplet en refrein verschillen in energie. Blijven gitarist en toetsenist steeds akkoorden spelen of kan afwisseling met een melodielijntje het nummer interessanter maken?” Nog een tip: niet iedereen hoeft het hele nummer mee te doen. Juist door er soms even niet te zijn en dan weer wel, maak je een nummer interessanter. Een discussiepunt in bands betreft nogal eens de linkerhand van de toetsenist. Veel bands verbieden een toetsenist om links de bas te spelen, zoals pianisten van huis uit gewend zijn dat te doen. “Dat is terecht wanneer de bas van de toetsenist de lijn van de basgitaar verstoort”, vindt Jacko. “Maar een goed gespeelde baslijn op de piano hoeft de basgitaar niet in de weg te zitten. Iemand als Elton John doet dat vrijwel altijd op de piano. Het kan dus wel. Maar de bas van een toetsinstrument moet niet lager komen dan de toon van de basgitaar.” In sommige muziek kan het overigens erg mooi en passend zijn om de pianobas exact hetzelfde te laten doen als de basgitaar, dus te dubbelen. “In rock-n-roll kan dat mooi zijn, dan beukt het nog harder”, aldus Jacko.

Te hard en te snel

Wat is de meest gemaakte fout door coverbands? Jacko is resoluut in zijn antwoord: “Te hard spelen. Dat staat absoluut op nummer één. Het is een fout die ik zelf veel gemaakt heb en nog wel eens maak. Te hard spelen is ook een belangrijke reden waarom veel mensen geen bands meer willen en dat cafés geen vergunning krijgen. Wil je graag veel spelen, dan geldt zonder meer het advies: niet te hard.” Waarom bands hard spelen? Jacko heeft zo zijn vermoedens. “Vaak om het minder goede spel te compenseren. Zo van: als het maar hard is, dan klinkt het wel. Het heeft ook met onzekerheid te maken. Een veelgehoord argument is dat de drummer nu eenmaal niet zachter kan spelen. Dat is een misvatting. Een drummer kan ook een vette groove neerleggen als hij minder hard speelt. Dat is een kwestie van techniek en oefenen.” Een andere veelgemaakte fout is een nummer te snel spelen. “Je gaat heel makkelijk een tempoversnelling in. Dat komt meestal door de adrenaline die je hebt door het optreden. Het helpt als de drummer een metronoom bij de hand heeft, die hij voor ieder nummer even checkt. Maar daar is niet altijd tijd voor. In dat geval zit er niks anders op dan proberen zo rustig mogelijk te blijven en overzicht te houden.” Wat ook helpt om het tempo op het juiste peil te houden, is technisch goed spelen. “Als je een ingewikkeld lijntje niet helemaal goed beheerst, ga je vrijwel altijd versnellen. Zorg daarom dat je zo’n lijntje goed kunt spelen. Lukt dat niet, maak het dan simpeler.”

Nashville Number System

Goed om te weten

Akkoorden uitzoeken

Akkoorden uitzoeken van een nummer? Even zoeken op internet en je hebt ze razendsnel gevonden. Maar let op, vaak kloppen die akkoorden niet. Dus gebruik je oren en check of het echt de juiste zijn. Een beetje muzikant zoekt zelf zijn akkoorden uit, maar internet kan een handig hulpmiddel zijn als je er even niet uitkomt of snel een begin wil maken. Op YouTube vind je ook verdienstelijke muzikanten die het goed uitgezocht hebben en duidelijk voordoen. Om zelf uit te zoeken, heb je wel akkoordenkennis nodig en getrainde oren. Hoe vaker je het doet, hoe beter en sneller het gaat. Tip: luister naar de bas. Die speelt vrijwel altijd op de eerste tel van het akkoord de grondtoon van het akkoord, dus de ‘naamgever’. Check vervolgens of het een majeur- of mineur-akkoord is en daarna de eventuele toevoeging (septime enzovoorts). Daarmee kom je een heel eind. Nog een tip (voor de ietwat gevorderden): denk een nummer in trappen. Dus bijvoorbeeld niet C-Am-F-G, maar I-VI-IV-V. Als je dat doet, kun je nog sneller uitzoeken. En moet je in een andere toonsoort spelen (transponeren), dan gaat dat makkelijker en sneller als je in trappen denkt.

De transposeknop: vriend of vijand?

Op digitale toetsinstrumenten zit hij standaard: de transposeknop, waarmee je makkelijk in een andere toonsoort kunt spelen. Er zijn tegenwoordig zelfs gitaren die hem hebben. Handig, maar ook riskant. Wie ermee bekend is, zal vast hebben meegemaakt dat hij vergeten is de transposeknop terug te draaien voor het volgende nummer. Met het adrenalinepeil van een optreden zijn die ongelukken bijna onvermijdelijk. “Ik gebruik hem niet”, zegt Jacko. “Dan maar meer moeite doen om het zelf in de gewenste toonsoort te spelen.” Maar bij uitzoeken vindt Jacko de transposeknop een handig hulpmiddel. “Dan gebruik ik hem andersom. Stel, het origineel is in G en je weet dat je het als band in A gaat spelen, een toon hoger. Bij het uitzoeken draai ik mijn transposeknop een toon lager. Dan kan ik het uitzoeken alsof ik in A speel, terwijl het in G is en dus overeenkomt met het origineel.”

I was made for clonin’ you

Een masker opzetten om jezelf te kunnen zijn, dat klinkt als een rare paradox. Toch kan het. Tributeband KISSterious ondervindt het aan den lijve en op plateauzolen van bijna twintig centimeter hoog zien de bandleden de wereld ook nog eens vanuit een heel ander perspectief. De band laat zien dat je als coverband een echte identiteit nodig hebt om succesvol te zijn.

Drummer Raymond Liebrand van KISSterious

Geen Foo Fighters

Wil je een tributeband oprichten, ga dan niet op de knieën voor de Foo Fighters, want die krijgen al genoeg eerbetoon. Voor The Battle of the Tributebands meldden zich kortgeleden maar liefst zes adepten van de groep. Maarten van Schoorl, gitaarschoolhouder in Doetinchem, neemt het nieuws voor kennisgeving aan. De aanmelding van zijn KISSterious, een nieuwe tributeband naar het model van de Amerikaanse glam- en shockrockband Kiss, werd in elk geval niet gehonoreerd. Van Schoorl kreeg een afwijzingsmail: ‘Bedankt voor uw belangstelling. Wij hopen dat u volgend jaar weer inschrijft.’ “Ik dácht het niet’’, zegt de gitarist, terwijl hij dropsleutels offreert uit een Demon candy-display. Van Schoorl is zo’n Kiss-fan die een huis vol heeft met Kiss-parafernalia: een axe-bas stoer aan de muur en een vitrine vol met Kiss-snuisterijen. Het is zo’n dertig jaar geleden dat Kiss hem greep. De band was toen al in zijn tweede jeugd met de tegen de disco aanschurkende hit I Was Made for Lovin’ You. “Ik was tien en die muziek, die geschminkte koppen, die pakken en die lugubere liveshow vol vuurwerk en bloed, maakten een diepe indruk op me. Levende stripfiguren waren het: The Starchild, The Demon, The Spaceman en The Catman. Ik was helemaal lijp van Kiss. Toen ik iets ouder was, ging ik hun werk uit de jaren zeventig beluisteren. Geweldig. Ik wilde nog maar één ding: gitaar spelen zoals Ace Frehley.’’

Huphter

Van Schoorl ontwikkelde zich tot allround-gitarist met een sterke voorkeur voor het hardrockrepertoire à la Chicken Foot met gitaarvirtuoos Joe Satriani als aanjager. Hij zit al jaren in de coverband Huphter die de decibelmeter in menige zaal in het oosten van het land fors in het rood jaagt. Kiss was de laatste jaren latent aanwezig in zijn muzikale geheugen, maar de band kwam opnieuw obsessief in beeld toen Huphter vorig jaar voor de zoveelste keer werd gevraagd voor de Muziekmeerdaagse in het plaatselijke café Merleyn. Een van de bandleden opperde eens iets anders te doen. Een mystery-optreden bijvoorbeeld, een Kiss-tribute. “Dus we laadden een confettikanon en stonden op het podium als KISSterious. Niemand merkte dat Huphter achter die schmink zat’’, aldus van Schoorl. Voor de gitarist en zijn maten is het intussen duidelijk: het Kiss-pak voelt als een tweede huid. En hoe je met een masker op meer dan ooit jezelf kunt zijn, dat bewijst de ervaring. Dít hebben ze altijd gewild. Veertigers, op de rand van de midlifecrisis, willen niets liever dan weer die jongetjes van tien jaar zijn en zich vereenzelvigen met hun idolen van toen. Nee, het is geen bewijs voor de gespletenheid van de muzikanten, maar voor hun veelzijdigheid, voor hun eenheid én voor hun eenvoud. “Kiss: Keep It Simple, Stupid’’, zegt van Schoorl. “De muziek van Kiss is niet supertechnisch, maar de gitaarsolo’s zitten goed in elkaar’’, verzekert hij. Esmond Buesink, eveneens snarengeselaar in de band, heeft zich bij het gesprek gevoegd en knikt. Hij en Van Schoorl wisselen de solo’s af. Ze spelen ze noot voor noot na. Kiss-fans weten precies hoe die partijen gaan. Ze zingen ze mee. KISSterious neemt de elpee Alive! uit 1975 als uitgangspunt voor een live-set. Dit is naar het idee van de tributeband het meest authentieke album en laat de band op zijn best horen.

Coverband KISSterious

Vijfmansformatie

Elke Kiss-fanaat zal trouwens meteen opmerken dat Kiss uit vier muzikanten bestaat en KISSterious uit vijf. Dat komt omdat zanger Erik Dekker geen instrument speelt. Dekker vertegenwoordigt het karakter Starchild. Het karakter Spaceman is vervolgens tweemaal van de partij in KISSterious. Van Schoorl is gemodelleerd naar de vroegere Spaceman Ace Frehley en Buesink naar Tommy Thayer, de huidige Spaceman van Kiss. Een man extra is geen belemmering om overtuigend het Kiss-repertoire de zaal in te pompen, vindt Van Schoorl. De performance stelt niet teleur, zo blijkt uit de reacties. KISSterious zou namelijk strakker spelen dan de échte Kiss waarvan de voormannen en oprichters, Gene Simmons en Paul Stanley, de zestig al ruim zijn gepasseerd. Hoewel bescheidenheid hen siert, willen noch Van Schoorl, noch Buesink iets aan dit positieve oordeel afdoen. Waar KISSterious nog wel veel winst kan boeken, is in de podiumpresentatie. Een Kiss-tribute is niet alleen een kwestie van soundlike, maar ook van lookalike. Met nog maar drie officiële optredens achter de rug, staan de mannen showtechnisch nog niet als een huis op hun plateauzolen van achttien centimeter. Op kleine podia, waar ze dicht op elkaar staan, is het een kwestie van het evenwicht bewaren. Een paar gekke strapatsen en iemand verzwikt al een enkel. Drummer (Catman) Raymond Liebrand komt weliswaar op met die zolen onder zijn voeten, maar achter de drumkit verruilt hij ze direct voor zijn bordeelsluipers, omdat hij anders het basdrumpedaal niet kan bedienen. Voor de gitaristen is de pedal board al helemaal geen optie. ”Met die plateaus trap ik op drie pedalen tegelijk. Dat schiet niet op’’, aldus Van Schoorl. ”Maar het is wel bijzonder als je op het podium staat en je bent ineens bijna twintig centimeter langer. Dan ziet de wereld er héél anders uit.’’

Uiterlijk vertoon

Het begon als grap, het is voor de lol, maar KISSterious is ook heel erg van de perfectie. Doe je een tribute, dan moet alles kloppen. In die zin verschilt dit werk niet wezenlijk van een authentieke uitvoering van een klassiek muziekstuk. Toch heeft het begrip tribute in de muziekwereld lang niet de status als die van de zoveelste heropvoering of registratie van Die Zauberflöte. Klassieke musici vertolken, interpreteren, of geven zich over aan zuivere authenticiteit. Tributebands doen een kunstje. Zo is, kort door de bocht, het idee. Maar de intentie van tributebands is niet anders. Het gaat om de ultieme performance en niet alleen om het benaderen van het origineel, maar, als het even kan, om het origineel te overtreffen. Tributebands maken het zichzelf wat dat betreft niet gemakkelijk en Kiss-tributebands al helemaal niet. Het is een loodzware opgave als je eer wilt betonen aan een groep die een overdosis aan uiterlijk vertoon als handelsmerk heeft. Een carnavalskostuum is niet goed genoeg. KISSterious schafte de pakken in de VS aan. Ze zijn weliswaar in China geproduceerd, maar zijn in licentie gemaakt en voorzien van het Kiss-logo. Dat geldt ook voor de futuristische laarzen. Goedkope neppruiken zijn taboe bij KISSterious. Ze liggen in de vuilnisbak. Ze schakelden een kapster in die nieuwe, betere pruiken op maat knipte. De juiste watervaste schmink was een uitzoekerij. “Gebroken wit 9001. Dat matcht het best met de tanden’’, zegt Buesink lachend. Voor een fotoshoot liet de band zich schminken door een grimeur. De bandleden doen het nu zelf. Elk van hen heeft een oversized beautycase met ingebouwde spiegel. Hun vrouwen zijn er jaloers op. Na het dagenlang bestuderen van tutorials op YouTube, hebben ze het onder de knie. Voor de baarddragende Catman betekent dat het mes op de keel vóór elk optreden. Na de transformatie is het voor elk bandlid zaak het gezicht in de plooi te houden. Zweet uit de ogen wrijven tijdens het spelen en wég is die schmink. Wie jeuk heeft aan het gezicht krabt zich niet, maar gebruikt een satéprikker. Een set van vijfenveertig minuten vraagt drie uur voorbereiding. Je moet er wat voor over hebben.

Pyrotechnics

On stage is de meest actieve showrol weggelegd voor bassist en Demon Luigies die zich gehuld in vleermuispak bedient van replica’s van respectievelijk de axe-bas en de punisher-bas. In de bassolo van God of Thunder geeft hij bloed op. Het druipt met slierten van zijn kin op zijn pak en op zijn gitaar. Dat kauwen van bloedsiroopcapsules, gaat hem goed af, maar Luigies moet zijn totaalact nog perfectioneren. Hij is als duivel nog iets te lief. Gelukkig is hij uitgerust met zo’n lange puntige Gene Simmons-tong. Die mag hij nog iets verder uitsteken. Een beetje rek- en strekoefeningen nog en het komt goed. Hoewel een tributeband het origineel wil evenaren, hebben alle Kiss-vertolkers te maken met beperkingen. Kiss treedt op in stadions met de laatste snufjes op het gebied van pyrotechnics. Hoogwerkers achter het podium houden een immens vuurwerkgordijn omhoog dat aan het eind van show zorgt voor een inferno dat het complete stadion verlicht. Demon Simmons gaat tijdens concerten de lucht in en landt op een tien meter hoge harmonicalift. Zanger/gitarist Stanley vliegt over de hoofden van het publiek naar een apart mobiel podium en Spaceman Thayer soleert terwijl zijn instrument knalt en vuur en rook spuugt.

Vuurwerkbrigade

Het zal nog wel even duren voordat KISSterious een eigen vuurwerkbrigade op de loonlijst heeft staan. De band wil zichzelf in eerste instantie in Oost- Nederland op de kaart zetten en optredens boeken. Van geld verdienen is geen sprake, al kost een show van KISSterious wel 100 euro méér dan van hun alter ego Huphter. Maar dat mag ook wel met al dat extra werk en het zweten onder de pruiken en in de nylon pakken. Bovendien, de investering van een paar duizend euro moet worden terugverdiend. Het is trouwens oppassen geblazen met puur commerciële Kiss-imitaties. Founding Demon Gene Simmons staat ook bekend als een satan als het gaat om het voeren van juridische procedures tegen lieden die de naam en het logo van Kiss ongeoorloofd gebruiken. KISSterious gaat het echter puur om het eerbetoon. ‘Vijf mannen die hun jeugdhelden eren’, staat in hun bio, dat is toch héél wat anders dan schaamteloos meeliften op het miljoenensucces van de duivel en zijn trawanten.

Kiss-tributes in Nederland en elders

KISSterious is niet de enige Nederlandse Kiss-tributeband. De bekendste Kiss-tribute in ons land is Kiss Licks, verder zijn er nog Kiss on the Rocks en Kiss This. Wereldwijd zijn er tientallen bands die een Kiss-act doen. Het hele tributeverhaal begint met het vinden van een originele (of minder originele) aan de groep verwante naam. We doen even een rondje: Kisstory (België), Dressed 2 Kill (Canada), Dressed to Kiss (Italië). Kiss This (Verenigde Staten), Hotter than Kiss (Frankrijk), Kiss of Death (Spanje), Kiss World (Hongarije) en Tributo a Kiss (Peru).

» Coverband in het Top 40-circuit: een echt bedrijf
» Drums: hoe overleef ik een korte ombouwtijd?
» Is een goede muzikant ook een goed bandlid?
» Muziek improviseren, hoe doe je dat?
» Hoe verzorg je live muziek tijdens een bruiloft?
» Muzikanten vinden en online samenwerken: ‘Hey, do you wanna collab?’

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter