Klik op de drie puntjes achter een Spotify-nummer, kies voor Credits en opeens komen de muziek- en tekstschrijvers áchter de artiest tevoorschijn. En in dat wereldje is de 28-jarige Gyo Kretz geen onbekende. Hij is namelijk niet alleen multi-instrumentalist, solo-artiest, en freelance-gitarist bij onder andere Dotan, Niels Geusebroek en Dopebwoy, maar ook verantwoordelijk voor Más Más Más van Rolf Sanchez, de nummer-1 zomerhit van 2020. Daarnaast mocht hij zijn naam zetten bij songs van Tabitha, Jayh, Sevn Alias, Gers Pardoel, Gerard Joling en vele anderen. Dat hij diep vanbinnen nog altijd een obsessieve bluesgitarist is, zou je niet verwachten.

Tekst: Marnix Izeboud

Interview Gyo Kretz: Credits voor de co-writer

“Als je mij als puber had verteld wat voor muziek ik nu maak, zou ik je niet hebben geloofd.”

De Wereld Draait Door

Op YouTube is een kort optreden van Gyo te zien bij De Wereld Draait Door, uit 2010. “Dat is zo’n filmpje van jezelf waarvan je zegt: ‘o nee, ga je die afspelen’. Maar die tijd was wel grappig. Dat is nou die geobsedeerde puberjongen. Je moest je van tevoren opgeven door te doneren aan Haïti, voor de tsunami. Als dan je nummer werd getrokken bij de bingo, mocht je een halve minuut optreden.” En toen riep Marc-Marie Huijbregts nummer negen om. Ofwel: Gyo Kretz, geboren in Haarlem, met een Zwitserse achternaam en van Chinees-Indische afkomst. Zijn voornaam, uitgesproken met de ‘g’ van ‘goal’, is dan weer een Japans woord. Per ongeluk weliswaar, want zijn moeder had de naam gewoon verzonnen. Groot voorbeeld voor de jonge gitarist was Bruno Mars. Maar dat horen we niet direct terug in Gyo’s muziek. “Nee, ik kijk ook tegen Bruce Lee op, terwijl ik geen vechter ben. Datzelfde heb ik met Bruno Mars. Ik vind zijn artiestschap heel cool. Ik heb tien jaar geleden meegekregen hoe hij opkwam en muziek voor andere artiesten maakte. En dat is in feite wat ik ook doe als co-writer: in een ander jasje kruipen en dat zo goed mogelijk uitvoeren.” Bekend zijn de beelden van een vierjarige Bruno die een, vooral qua dansbewegingen, indrukwekkende Elvis-imitatie doet op het podium. Begon het voor Gyo ook zo? “Op vierjarige leeftijd sloeg ik misschien op pannen en deksels. Als ik die kleine Bruno Mars zie, vraag ik me wel af of het niet geforceerd was. Mijn ouders maken zelf muziek als hobby en hebben het plezier van muziek maken aan mij en mijn broer Seppl overgebracht. Ik had gitaarles op de muziekschool en dat was het leukste moment van de week. Dat alles heeft erin geresulteerd dat mijn broer en ik nu beiden ons brood verdienen met muziek.”

“Toch blijft blues de basis voor mij. Ik grijp nog altijd terug naar die skills van vroeger.”

Muzieknetwerk

“Als je mij als puber had verteld wat voor muziek ik nu maak, zou ik je niet hebben geloofd. Vroeger was ik puur bluesgitarist, ik luisterde alleen maar blues, en het was allemaal heel gitaristisch. Ook op het conservatorium kwam ik binnen als bluesgitarist, met enkel een overdrive, wah-pedaal en fuzz, en ik luisterde vooral naar Jimi Hendrix en Stevie Ray Vaughan. Maar ik kwam daar de eerste week al in aanraking met andere gitaristen en stijlen. En pas na het conservatorium ben ik gaan luisteren naar hiphop. Ik heb op mijn opleiding niet zozeer beter gitaar leren spelen, maar vooral het muzikantschap: hoe je samen dingen schrijft en hoe je met sound werkt. Dat het niet altijd gaat om gitaarpartijtjes, akkoorden en theorie. Toch blijft blues de basis voor mij. Ik grijp nog altijd terug naar die skills van vroeger, aangevuld met het rugzakje van het conservatorium en wat ik na de opleiding heb geleerd in de industrie.” Gyo begon ooit, hoe kon het ook anders, te spelen in een bluesbandje. Andere groepjes volgden, waardoor hij op een keer muzikanten ontmoette die een gitarist zochten om aan een nummer mee te schrijven. “Zo groeide mijn netwerk, totdat liedjes ook echt werden uitgebracht, in plaats van dat je alleen maar mp3’tjes mailde. Toen liep het best wel snel. Ik ging van hot naar her, allerlei schrijfsessies in allerlei genres. Dus in plaats van dat ik in een vast bandje zat, werd ik gevraagd om ergens een dag voor te schrijven of een productie voor te maken. En ik zie nu ook soms dat mensen mij in de credits van nummers hebben zien staan en dan vragen of ik muziek voor hen wil maken. Dat gaat gewoon via een Instagram-berichtje. Netwerken gaat vanzelf. Als je bijvoorbeeld regelmatig in de studio komt, dan is er in de studio ernaast soms iemand anders bezig met wie je in contact komt. Maar tegenwoordig doe ik het co-writen minder op de bonnefooi, niet zomaar drie sessies op een dag. Dan kan ik ruimte maken voor mijn eigen project.”

Song- en co-writing

Gyo omschrijft de muziek die hij voor zichzelf maakt als James Bay, Tom Walker en John Mayer, maar dan in een ‘ietwat elektronischer geheel’. Hij bracht in de afgelopen jaren onder zijn eigen naam vijf nummers uit die uiteindelijk ook op zijn debuut-EP Sacrifices verschenen. “Ik ben nog steeds trots op die muziek. Maar ik zie wel dat ik toen vooral bezig was met de vraag of de muziek wel ‘Gyo Kretz’ was. ‘Niet te veel deze kant, niet veel die kant’, precies in het midden. Nu ben ik vrijer in het schrijven. Het mag best een zijstraatje zijn, een ander genre. Maar dat staat weer los van de co-writing die ik voor andere artiesten doe. Die afwisseling is leuk.” Gyo’s rol kan per project totaal verschillen. “Mijn functie bij Rolf Sanchez is die van composer, omdat hij al met een vaste Spaanse en Nederlandse tekstschrijver werkt. Dan verzorg ik vaak de akkoorden, compositie en doe ik de gitaren en harmonieën. In de rol van composer kan ik met elke taal werken, het mag ook Koreaans of Japans zijn. Maar in de co-writing voor Gerard Joling was ik dan weer verantwoordelijk voor de Nederlandse teksten en de melodieën.”

“Een liedje wordt wel eens binnen een paar dagen gemaakt en gereleaset.”

Spontane sessies

De manier waarop de samenwerkingen verlopen, kan sterk verschillen per nummer en per artiest. Gyo legt uit: “Soms is het heel duidelijk wat er nog gedaan moet worden, alleen nog de puntjes op de i. Dan kun je dat heel goed thuis alleen doen. Andere sessies doe ik samen met muzikanten in de studio en soms ook online via Zoom. Maar in de studio werk je sneller, je begrijpt elkaar beter en er hangt een bepaalde energie in de ruimte. Er ontstaan meer spontane elementjes die bijdragen aan het uiteindelijke nummer. In Zoom gebeurt dat ook wel eens, alleen in veel mindere mate. Het is allemaal wat terughoudender. In het geval van Rolf werk ik samen met andere producers en leggen we onze tunes, beats en producties naast elkaar om te kijken wat potentieel als song werkt. Bij Más Más Más was ik verantwoordelijk voor de compositie en de gitaarpartijen. Ik zat thuis wat te pingelen, daar kwam een deuntje uit, waar uiteindelijk een beat achter gekomen is en een liedje op is geschreven.”

Credits

En dan staat Gyo’s naam bij de credits, maar wat de bijdrage van elke schrijver precies is, is nooit te zien. Is dat niet vervelend voor schrijvers? “Ja, dat kan. De industrie staat zoveel sterker dan jij als artiest. Het is een wereld waarin alles snel gaat: een liedje wordt wel eens binnen een paar dagen gemaakt en gereleaset. Dat heeft natuurlijk niet mijn artistieke voorkeur. Maar soms is er haast met een track, omdat er bijvoorbeeld een film uitgebracht is waar een song bij moet, of als er muziek moet bij een reclame of wanneer een artiest snel een vervolg-single nodig heeft. En dan kan het qua credits ook nog wel eens anders op papier staan dan het in werkelijkheid is gegaan. Toch ben ik ervan overtuigd dat als je wilt uitblinken, je gewoon met je naam ertussen moet staan. Soms zijn de credits gedeeld met zes mensen, soms met twee, maar uiteindelijk krijg je die erkenning er wel voor terug.” ●

Gear

Favoriete gitaren en versterkers

  • Elektrisch: Gibson ES-335 Luther Dickinson
  • Akoestisch: Gibson SJ-200
  • Guilty Pleasure: Epiphone Casino
  • Bankgitaar: Gibson Generation Collection
  • Versterkers: Fender Deluxe Reverb ‘65, VOX AC30 CC2 & Fender Bandmaster

Top 3 gitaarpedalen

  • Strymon Flint (reverb/tremolo) – “Met eighties preset en reverb en decay op 2 uur”
  • Ibanez TS808 Tube Screamer (overdrive) – “Op een Fender Blackface versterker”
  • Origin Effects Cali76 Stacked Edition (compressor) – “Twee compressors in één”

Studio gear

  • Computer: Mac – “Zo’n grote oude, maar wel omgebouwd met goede SSD-kaarten en Titan Ridge voor TB3-aansluiting.”
  • Interface: Universal Audio Apollo X4
  • Pre-amp: Universal Audio 6176 Vintage Channel Strip
  • Mics: Neumann U87ai voor vocals en Neumann KM184 stereoset voor akoestische gitaar
  • DAW: Logic Pro X
  • Favoriete plugins: Waves, Arturia & Valhalla Vintage

Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (Najaar 2021).

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter