Loop stations – Wat zijn dat? En wat kun je er (niet) mee?
Gepubliceerd op woensdag 9 september 2020
Een ‘loop’ is een herhaling van een stukje muziek. Bijvoorbeeld een drum- of gitaarpartij, maar je kunt ook zangpartijen ‘loopen’. Je gebruik hiervoor een looper. Met zo’n loop station kun je de muziek niet alleen herhalen, maar kun je ook eindeloos nieuwe opnames er bovenop stapelen, genaamd ‘overdubs’. In dit blog lees je over de geschiedenis van het loop-pedaal, wat je allemaal kan met zo’n apparaat(je), en wat niet!
- Complete productie
- Loop-automaat
- Geheugen
- Loopen
- Loopers
- Stijlen
- Software
- Artiesten aan het werk
- Advies
- Uitgelicht: de Roland RC505
- Hulp bij het uitzoeken van een looper
- Zie ook
Complete productie
Met loops en overdubs kan je in je eentje een complete gelaagde productie maken. Dat kan je doen met instrumenten of met stem: van a cappella tot close harmony. Met ‘loopen’ gaat er een hele nieuwe creatieve wereld met oneindig veel muzikale mogelijkheden voor je open. Herhaling is altijd al een belangrijk element in iedere stijl van muziek geweest. Met je hartslag en ademhaling als basis heeft bijvoorbeeld de drumgroove, vooral in popmuziek, een sterk herhalend karakter. Luister naar veel tribale muziek uit Afrika en Nieuw-Guinea en hoor waar het allemaal is begonnen. Maar ook de Bolero van Ravèl, blues en jazz en natuurlijk de eindeloze funk van Bootsy Collins blijven zichzelf in een lus herhalen. Ook Steve Reich maakte met zijn minimal music veel gebruik van herhalingen. Want als je een goed idee hebt, kan je het niet vaak genoeg horen, toch? Maar het zou wel handig zijn als je een machine zou hebben die wat je één keer speelt, eindeloos kan herhalen, terwijl je er steeds nieuwe elementen aan kan toevoegen.
Loop-automaat
In de jaren vijftig werd door componisten in het San Fransisco Tape Music Center een machine voor het loopen ontwikkeld op basis van bandrecorders. Een van de pioniers op het gebied van het gebruik van loops was (samen met Brian Eno) gitarist Robert Fripp. Hij gebruikte twee Revox-bandrecorders: de ‘Time Lag Accumilator’, die door Terry Riley ontwikkeld werd en door Brian Eno in de jaren zeventig werd herontdekt. Hierbij liep de tape in een lus (loop) langs de koppen. Zo kon hij opnemen en weergeven tegelijk en laagjes geluid (gitaar in dit geval) over elkaar heen leggen. Hij noemde deze setup: ’Frippertronics’. Dat werkt zo: je speelt één noot. Die neem je op. De noot wordt herhaald door de recorder. Tegelijkertijd speelt je er dan één noot bij. Die wordt aan het geluid toegevoegd. De eerst gespeelde noten gaan wel steeds doffer klinken (ze vervagen naar de achtergrond), maar dat was de charme van deze methode. De Roland Space Echo werkte hetzelfde en bracht de uitgebreide setup terug naar één apparaat. Maar de maximale lengte van de loop werd wel beperkt door de lengte en de speelsnelheid van de tape. In de tussentijd ontstonden muzieksoorten die veel gebruikmaakten van loops, zoals hiphop en house. Brian Eno maakte, met de tape loop als basis, vele ‘ambient music’-platen. En ook Robert Fripp deed (samen met Brian Eno) een duit in het zakje, onder andere met de onvergetelijke plaat ‘My Life in the Bush of Ghosts’.
Geheugen
Het gebruik van tape had een groot nadeel: de tape is aan slijtage onderhevig. De firma MXR kwam daarom eind jaren zeventig met een apparaat (de M-113 Digital Delay) dat niet werkte met tape, maar met een (destijds peperdure) geheugenchip. Bassist Jaco Pastorius (Weather Report) gebruikte hem op het podium om zichzelf te begeleiden. De maximale sampletijd was beperkt vanwege de hoge prijs van geheugen. Het was de firma Roland (die inmiddels het merk Boss had overgenomen) die met een verdere innovatie kwam: de RC-20 Loopstation werkte met een behoorlijk groot intern geheugen. Dit voetpedaal was echt een mijlpaal. Ongeveer tegelijkertijd kwam de Boomerang op de markt. Alle loopstations en andere loop-pedalen zijn qua werking nog steeds gebaseerd op deze eerste generatie pedalen. Met natuurlijk nieuwe ontwikkelingen daaraan toegevoegd: geïntegreerde drumcomputer, meerdere sporen en ingebouwde effecten. De laatste ontwikkeling op het gebied van de loop stations is de Roland RC-505 (zie verderop in het artikel). Dit was voor het eerst geen voetpedaal, maar een tafelmodel.
Loopen
Ieder loop-apparaat heeft tenminste één track. Neem je op die ene track iets op, dan kan je er eindeloos geluiden aan toevoegen. De klank die je het eerste opneemt, blijft net zo goed klinken als de laatste opname (tenzij je een apparaat hebt met een ‘decay’-knop, zoals de Boomerang). Iedere nieuwe laag die je opneemt, duurt even lang als de eerste laag. Per track kun je dus een oneindig aantal lagen hebben, maar… deze lagen kun je niet onafhankelijk van elkaar uit- of aanzetten bij het afspelen. Eenvoudige loopers hebben maar één track. Heb je echter een looper met bijvoorbeeld twee tracks? Dan zou je op track 1 een aantal lagen percussie kunnen opnemen en op track 2 een aantal lagen gitaarspel. Op die manier kun je de percussie en gitaar los van elkaar aan- en uitzetten. Maar de gitaarakkoorden en gitaarsolo’s, om maar wat te noemen, kun je niet meer scheiden. Die zitten namelijk op één track . Een ander voordeel van een looper met meerdere tracks is dat de ene track langer of korter mag duren dan de andere. Handig, want dan kun je bijvoorbeeld één maat drums opnemen en die het hele nummer laten herhalen, en vervolgens een heel lange gitaarsolo daar overheen opnemen.
Loopers
Er zijn inmiddels vele loopers op de markt. De goedkoopste zijn de eenvoudigste en hebben maar één monotrack. Vandaar uit kun je het zo uitgebreid maken als je wilt: één stereotrack, twee tracks, drie tracks, tot topmodel RC-505 (zie verderop in het artikel) met vijf stereotracks. De twee grootste merken zijn Boss/Roland en Digitech/Jamman. Die bieden een uitgebreid scala aan loopers. Daarnaast zijn er nog fabrikanten met een bescheidener aanbod, zoals Boomerang, Line 6, Echoplex en TC Electronics.
Stijlen
Een looper kun je inzetten voor alles waar geluid uit komt en in iedere stijl. In principe kun je een hele song kwijt in een looper, tegenwoordig hebben ze allemaal wel minimaal vijf minuten geheugen, zelfs de supersimpele ‘Ditto’ van TC-Electronics. Speel je een instrument, dan is een voetpedaal het handigst. Maar voor beatboxers, zangers en mixers, die veel controle willen, is het fijn om met de handen te kunnen werken en niet te hoeven bukken voor iedere wijziging.
Software
Eigenlijk is een Looper een kleine audiocomputer. Met een cpu, werkgeheugen, besturingssysteem en audio interface ingebouwd. Een looper is dan ook gewoon te vinden als software voor je computer. Voor Windows kun je bijvoorbeeld Möbius downloaden (gratis!). Dit programma werkt ook als VST-plugin. Voor Mac en Linux is er het geavanceerde (en eveneens gratis) SooperLooper. Die draait onder ‘Jack’. Je kunt deze programma’s bedienen met snelkoppelingen op je toetsenbord of met een MIDI-controller. Gebruik van een laptop is dus ook mogelijk, op locatie. Natuurlijk is het loopen met software wat meer gedoe om in te stellen, maar functioneel gezien kun je er hetzelfde mee.
Artiesten aan het werk
Een voorbeeld van een zanger die live met loops werkt, is Jarle Bernhoft. Hij gebruikt een RC-300 waar hij live funky-songs mee opbouwt. Overigens is zijn (niet geloopte) cd-werk ook zeer de moeite waard. Natuurlijk zijn er daarnaast veel instrumentalisten die zo nu en dan loops gebruiken. De echte diehards vind je in het dance- en beatbox-circuit, zoals Dub fx en Beardyman (aanrader!). Van daaruit kun je een avondvullend programma samenstellen met de ene verbazingwekkende looper na de andere.
Advies
Als je wilt weten of loopen iets voor je is, kun je het alvast proberen en oefenen op je computer, zoals hierboven beschreven. Ga je daarna voor gebruiksgemak, dan is een ‘hardware’-oplossing zeker het overwegen waard. Wil je een eenvoudig apparaat waarin je één track kwijt kunt, dan is de investering niet groot! Wil je als beatboxer, deejay, zanger, mixer of producer live hele composities in elkaar zetten, en alles met één apparaat doen, dan is de RC-505 het ultieme speelgoed. En hoe vaak je hem ook in herhaling zet, vervelen doet ‘ie nooit.
Uitgelicht: de Roland RC505
De Boss RC-505 is met vijf stereotracks de uitgebreidste looper op de markt. Het is geen voetpedaal, maar een tafelmodel. Je bedient hem met je vingers. Dit apparaat is dan ook minder gericht op de instrumentalisten en meer op beatboxers, zangers en mixende groovers die hun handen vrij hebben om op knoppen te kunnen drukken. Overigens hebben deze groepen het voorheen redelijk kunnen redden met de RC-300. Maar de voetschakelaars gingen wel wat zwaar voor handbediening, en daarom is de RC-505 zeker een uitkomst. Maar de RC-505 biedt nog veel meer. De RC-300 had bijvoorbeeld een heftige handleiding die minimaal een astronautentraining vereiste. De looper was niet erg intuïtief te gebruiken. De RC-505 is een verademing. Daar kun je meteen mee aan de slag. En elke keer als je een aantal functies denkt te missen, zijn die in de handleiding zo gevonden. Alle instellingen laten zich ‘on the fly’ veranderen. Volumes regelen, effecten aan/uit, track-eigenschappen veranderen, het werkt allemaal in real-time. De RC-505 heeft ook MIDI aan boord, kan zich synchroniseren met MIDI clock (dus met je DAW samenwerken) en kan zelfs fungeren als MIDI/audio interface voor je computer! Door de MIDI-implementatie is het alsnog mogelijk een voetpedaal aan te sluiten. De extra’s van de RC-505 zijn verder indrukwekkend te noemen: je kunt op de ingang kiezen uit een hele reeks effecten, zoals reverb, phaser, chorus, panning, octaver (voor baspartijen) en meer. Een inputeffect neem je mee op en kun je ook wisselen tijdens het inspelen/zingen. Per track kun je ook nog eens kiezen uit een lange lijst van effecten op de opgenomen tracks. Die neem je niet mee op. Daarnaast heb je nog de mogelijkheid om compressor en reverb (gelijktijdig) op de de master te zetten. Aan al deze effecten kom je niet snel tekort. Qua instellingen is het apparaat ook erg uitgebreid. Je kunt precies het apparaat naar je hand zetten en deze instellingen kun je ook opslaan bij de song, of zelfs in het gehele apparaat. Ook een uitgebreide sectie met drumritmes ontbreekt niet, en de aansluitingen zijn voldoende: XLR met fantoom, een stereo/mono instrumentingang en een mini jack ingang voor bijvoorbeeld tablet of smartphone. Of een andere audiobron.
Hulp bij het uitzoeken van een looper
Lees de Keuzehulp Loopers voor hulp bij het kopen van een looper!
Zie ook
» Loopers
» Vocal effects
» Gitaareffecten
» Microfoons
» MIDI-voetcontrollers
» Zanger & repetitie – Hoe kom je boven het bandgeluid uit?
» Zang & improvisatie – Leer het in 6 stappen
» Zang-effecten – Probeer eens galm, compressie en meer!
» Zangtechniek – Leer alles over zingen
» Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
» Pedalboards versus multi-effecten
» Wat is een delay-effect?
» Bijzondere Gitaareffecten Deel 2: Orgelsimulators
» Bijzondere Gitaareffecten Deel 1: Pitch-shifters en Harmonizers
» Gitaareffecten: Chorus, Flanger of Phaser?
» Gitaareffecten: Distortion, Fuzz of Overdrive?
Nog geen reactie...