Podiumangst, ook wel plankenkoorts of podiumvrees genoemd, is een bekend probleem onder muzikanten. In dit artikel ontdek je – aan de hand van twee interviews met professionals – hoe deze angst ontstaat en wat je eraan kunt doen.

Podiumangst bij muzikanten - Je kunt het overwinnen!

Interview Carlo Nabbe: Blijf dicht bij je instrument

Carlo Nabbe is tot dit alles geïnspireerd geraakt door wat hij zelf heeft meegemaakt en doorgemaakt in zijn muzikale leven. Dat begon als jonge, getalenteerde violist. “Destijds had je nog het onderscheid tussen docerend en uitvoerend musicus op het conservatorium. Tegenwoordig is dat bachelor en master. Ik deed examen als docerend musicus en slaagde met hoge cijfers. Zo hoog, dat ik mocht doorstuderen voor uitvoerend musicus”, vertelt Carlo. Hij is violist die solo optreedt, viooldocent en dirigent. Daarnaast coacht en begeleidt hij muzikanten, muziekgroepen en bands. Ook is hij auteur van het boek getiteld ‘Aandacht’, uitgegeven bij Aspekt, waarin hij een nieuwe visie geeft op het instrumentaal onderwijs en op leraarschap in het algemeen. Carlo zag het doorstuderen als uitvoerend musicus helemaal niet zitten. “Op mijn examen had ik een uur voorgespeeld. Blijkbaar heel goed, vanwege mijn hoge cijfer. Maar ik stond op het podium en tegelijk stond ik er niet. Puur van de zenuwen. In de drie maanden daarvoor had ik bijna geen oog dicht gedaan door de examenstress. Medestudenten raadden me aan daar pilletjes voor te slikken. Bètablokkers, die je hartslag doen dalen. Dat was heel gebruikelijk en volgens mij is dat nog steeds zo in de wereld van de klassieke muziek.” Carlo koos ervoor om niets in te nemen en dat is een standpunt dat hij nog steeds huldigt. “Als je een verhaal te vertellen hebt, moet je dat gewoon doen. Zonder middelen. Vertel je muzikale verhaal in al zijn schoonheid, lelijkheid en kracht. Zonder dat er iets tussen staat.”

Naar Herman Krebbers

Ondanks de stress haalde Carlo hoge cijfers voor zijn eindexamen. Maar doorstuderen aan hetzelfde conservatorium zag hij niet zitten. “Ik vond zelf dat ik ‘lelijk’ gespeeld had, ondanks de waardering die ik ervoor gekregen had. Toch wilde ik heel graag als violist het podium op. Uiteindelijk besloot ik om Herman Krebbers (1923 – 2018) te bellen, de ‘god’ onder de Nederlandse violisten. Ik vroeg of ik mocht voorspelen en dat was goed.” En zo geschiedde. “Ik heb twee uur les van hem gehad, op het conservatorium in Amsterdam waar hij docent was. Mijn spel was niet te pruimen. Ik ben jankend het conservatorium uit gekropen. Toch wilde hij me graag hebben als leerling en ik heb een jaar bij hem gestudeerd. Een jaar waarin ik veel geleerd heb. Herman Krebbers gaf mij tools waardoor ik op een andere manier naar mijn speeltechniek ben gaan kijken.” Door toedoen van Herman Krebbers kwam Carlo compleet anders in zijn muzikale leven te staan. “Tot aan Herman Krebbers deed ik als muzikant wat er van me gevraagd werd. Pas daarna ben ik mijn eigen keuzes gaan maken. Hij heeft ook een grote invloed gehad op mijn speeltechniek, iets wat later ook van invloed is geweest op hoe ik tegen instrumentaal onderwijs aan kijk. Als ik naar Herman Krebbers keek, of hij nu zelf viool speelde of luisterde naar een leerling, zag ik dat hij zelf een viool was. Als hij naar vioolspel luisterde, zag je dat zijn handen altijd meededen met het spel.” Door Herman Krebbers ontdekte Carlo dat je je bij muziek maken niet op de noten moet richten, maar op je lijf. “Ik zag dat Herman Krebbers heel dicht bij zijn lijf stond. Want je maakt muziek met je hele lichaam. Met je geest, lijf en hart. Het is daarom zaak voor muzikanten om heel dicht bij hun lijf te komen, er echt in te zitten. Zodat je alles wat je als muzikant doet, heel bewust meemaakt.”

Basis van podiumangst

Dit levensverhaal van Carlo als jonge violist is bepalend geweest voor de visie die hij ontwikkelde op muziek maken en instrumentaal onderwijs. En hoe je als muzikant podiumkracht krijgt. Hoe je vrij en zonder angst op het podium jouw muzikale verhaal kan vertellen. Vanuit die visie coacht hij muzikanten die podiumangst hebben, die gestrest zijn voor audities en examens, of gewoon muzikanten die het beste uit zichzelf willen halen. We duiken het fenomeen podiumangst in, een bekend fenomeen in de muziekwereld. “Podiumangst is eigenlijk een gebrek aan podiumkracht”, schetst Carlo. “Bij verreweg de meeste muzikanten met podiumangst die ik coach, ligt de basis van die angst in de manier waarop ze in hun jeugd muziekles hebben gekregen. Vanaf medio negentiende eeuw is het muziekonderwijs zich sterk gaan richten op het instrueren van de leerling. Maar daarmee wordt leerlingen de kans ontnomen om zelf hun weg te zoeken op hun instrument. Want juist het zelf mogen zoeken levert je later als muzikant podiumkracht op. Doordat je zelf je eigen muzikale bouwstenen bij elkaar hebt gezocht. In het traditionele muziekonderwijs echter krijg je de bouwstenen door een ander aangereikt, waardoor je minder of geen podiumkracht opbouwt. Dat is mijn conclusie na dertig jaar zoeken.”

Muzikaal getalenteerd

Volgens Carlo begint de ellende als ouders en omgeving ontdekken dat een kind muzikaal getalenteerd is. “Ik merk dat ook bij de jonge talenten die zich bij mij melden om zich voor te bereiden op een auditie. Vaak is het zo gegaan: de omgeving zegt ‘jij bent getalenteerd, dus jij wordt cellist’. Maar ook al ben je goed op bijvoorbeeld een piano, dat wil niet zeggen dat je daarmee ook het podium op wil. Ik zie dit bij veel muzikanten die heel jong begonnen zijn.” Vervolgens komen die jonge leerlingen terecht bij een muziekdocent die exact instrueert hoe ze muziek moeten maken. En die daarmee, volgens Carlo, de podiumkracht van deze jonge muzikanten om zeep helpt. “Er zijn maar weinig muziekdocenten die zeggen: speel maar. En dat moet juist wel bij kinderen, omdat ze onbevangen en open zijn. Een drumleraar zou eigenlijk tegen zijn leerling moeten zeggen ‘mep maar wat’. Dan ontstaat er een dialoog tussen de leerling en het instrument. Een zoektocht van de leerling naar wat hij zou willen doen. Zo ontwikkel je de juiste motivatie om je het instrument eigen te maken.”

Open vragen stellen

Uiteraard blijft het niet bij meppen, krassen, plonken en plukken. De muziekdocent heeft wel degelijk een rol, legt Carlo uit. Hij vertelt hoe hij zelf als viooldocent te werk gaat. “Als een leerling vals speelt, wat al gauw kan gebeuren op een viool, zeg ik niet dat het vals is. Het is de uitdaging om de leerling dit zelf te laten ontdekken. Ik vraag voortdurend wat de leerling er zelf van vindt. Bijvoorbeeld een leerling speelt een liedje dat vrolijk bedoeld is, maar dat niet vrolijk klinkt. Ik vraag de leerling wat hij erbij voelt en geef hem de ruimte om zelf bewust te worden van zijn spel en zijn weg daarin te zoeken. Het is de uitdaging om steeds open vragen te stellen. Iets waar ik jarenlang op geoefend heb. Zo werk ik ook met het jeugdorkest dat ik leid. Ik laat ze praten, improviseren. Dat geeft eerst een chaos, maar dat is een prima vertrekpunt om ze zelf hun weg te laten zoeken.” Carlo geeft toe dat deze werkwijze veel geduld en afstand van hem vraagt. “Het resultaat is dat ze niet hoeven te voldoen aan de wensen van een publiek, maar aan hun eigen wensen. En zo als orkest podiumkracht krijgen.” In eerste instantie lijkt deze manier van werken niet efficiënt. Het duurt immers langer voordat de leerling een ‘acceptabel’ liedje kan spelen voor de zondagse visite. Het vraagt daarom ook geduld en begrip van ouders. En muzieklessen zijn relatief duur, dus ze zien graag resultaat. “Maar uiteindelijk levert het een muzikant op die één is met zijn instrument. En die podiumkracht heeft, die zonder angst voor een publiek kan spelen”, stelt Carlo.

Boven oefenen

Een muziekinstrument leren spelen is een kwetsbaar proces, stelt Carlo. “Waarin de omgeving, zoals docent en ouders, heel gemakkelijk fouten maakt. Wat denk je wat het met een vioolspelend kind doet als een ouder zegt: ‘wat een gekras, ga alsjeblieft boven oefenen’. Of gewoon op een andere manier kritiek heeft op het spel. Daar leg je al de basis voor podiumangst: de angst om afgekeurd te worden. Of een docent die zegt: ‘nu speel je alweer vals’. Het vele corrigeren van iemand die een instrument leert spelen, maakt die persoon onzeker. En daar heeft iemand later op het podium last van. Zoals kinderen die heel streng worden opgevoed, onzekere mensen worden.” Het probleem is dat we als mensen nu eenmaal de neiging hebben tot verbeteren. “Maar daarmee kun je een boel verzieken”, stelt Carlo. “Lesgeven is een grote verantwoordelijkheid. En zeer riskant: als docent kun je meer fout dan goed doen. Het is de uitdaging voor een muziekdocent een landschap te creëren, waarin de leerling de delen zoekt die hij het mooist vindt. Met als doel om met zijn geest, lijf en hart verbinding te maken met zijn instrument. Lukt dat, dan kan het op het podium niet meer misgaan.”

Kromme rug

Er zijn fantastische muzikanten, die geweldige muziek maken met een techniek waar je grote vraagtekens bij kunt zetten. “Pianist Glenn Gould bijvoorbeeld. Die hing bijna onder zijn vleugel”, illustreert Carlo. “Blijkbaar was dat een techniek die bij hem paste. Het toont aan dat er niet één techniek en één houding is die voor iedereen goed is. Bij te vergaande instructie ontstaat het risico dat iemand een houding aanneemt die niet bij hem past.” Maar goed, er zijn natuurlijk ook houdingen die ronduit ongezond zijn en op den duur klachten zullen geven. Bijvoorbeeld spelen met een hele kromme rug. Grijpt Carlo als docent dan niet in? “Jawel, uiteraard. Maar ik zeg niet: ga eens recht zitten. Dat resulteert bij de leerling in een houding met te veel spanning. En het is een bouwsteen waar hij later last van krijgt. Beter is te zeggen: kijk eens hoe ik zit en het op de juiste manier voor te doen. En dan de leerling die houding te laten zoeken die én verantwoord is én voor hem prettig voelt.” Overigens weet Carlo dat tachtig procent van de violisten bij de fysiotherapeut loopt. “Dat heb ik zelf ook bijna drie jaar gedaan. Totdat ik aan yoga ben gaan doen. Dat maakt je bewust van waar je spanning opbouwt en waar je aandacht en ademhaling zitten. Yoga heeft mij van mijn klachten afgeholpen.”

Bewustwording

Carlo’s stellige overtuiging is dat de manier waarop je leert muziek te maken de basis is voor je podiumkracht. En dat de verkeerde manier je podiumangst bezorgt. Hij plaatst een kanttekening: “Podiumangst hoeft niet alleen door je vroegere muziekonderwijs te komen. De oorzaak van podiumangst is niet altijd eenduidig. De oorzaak kan ook liggen in de opvoeding die iemand gekregen heeft. Of iemand is gewoon gevoelig en heeft daardoor aanleg om zich angstig te voelen.” Hoe dan ook, je bent er als muzikant mooi klaar mee. Want uiteindelijk wil vrijwel iedere muzikant het liefst voor publiek spelen. Vrij van podiumangst en andere belemmeringen. Stel, je hebt podiumangst. Of je vindt dat je te weinig podiumkracht hebt. Wat de oorzaak ook is. Wat dan te doen? “Het begint met bewustwording”, antwoordt Carlo. “Dus je bewust worden van het feit dat je podiumkracht te kort komt. Dat klinkt logisch, maar het is wel de eerste stap die je moet zetten. En dat bewustwordingsproces is iets wat jaren kan duren.” En dan? “Doorgaans kun je het niet alleen oplossen. Yoga, meditatie, mindfulness, het kan allemaal helpen. Maar je hebt ook hulp van een ander nodig. Dus zoek een coach die jou daarin kan begeleiden. Of een muziekdocent die hier feeling mee heeft. Ikzelf begeleid muzikanten die een ander instrument spelen dan ik. Dat is geen probleem. Je hoeft dus niet per se een muziekdocent te zoeken die gespecialiseerd is in jouw instrument.”

Dicht bij je instrument

In dat proces zijn wel wat hobbels te nemen, merkt Carlo op. “Het kan zijn dat je afscheid moet gaan nemen van je huidige docent. Iemand van wie je misschien al jaren les hebt. Dat kan heel lastig zijn, iets waar je tegenop ziet. Praat er daarom met die docent over. En soms levert het op dat je toch bij die docent kan blijven, doordat hij je probleem begrijpt en weet hoe het aan te pakken. Zo niet, durf dan afscheid te nemen.” Nog meer hobbels? “Het kan heel lastig zijn om de juiste persoon te vinden. Die precies dat biedt wat jij nodig hebt. Neem er de tijd voor.” Dan nog een laatste advies van Carlo aan iedereen die muziek maakt. “Durf je volledig over te geven aan de schoonheid van je instrument. Probeer niet volledige controle te hebben. Want met controle help je artisticiteit om zeep. Ga dus niet continu op zoek naar veiligheid. Laat je oordeel je niet blokkeren in je spel. Accepteer dat je soms een slechte avond hebt. Maak heel veel verbinding met je instrument. En besef: jezelf zijn wordt het meest geaccepteerd. Als mensen zien dat je jezelf bent, accepteren ze je fouten. Zo niet, dan heb je het verkeerde publiek. En tegen lomp publiek, daar kan geen enkele muzikant tegenop.”Tot slot: “Een muzikant moet gewoon veel oefenen, daar ontkom je niet aan. Maar het gaat maar ten dele over de noten, het liedje. Waar het vooral om gaat, is je instrument: breng jezelf tijdens het oefenen dicht bij je instrument en doe dat heel bewust. Dat is wat je podiumkracht geeft.”


Interview Esther van Fenema: Voorbereiding en acceptatie

Esther van Fenema werkt op de afdeling psychiatrie van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Daar is ze ooit gestart met een muziekpoli: een polikliniek speciaal voor muzikanten met psychische problemen. Voor zover ze weet, is dit de enige psychiatrische muziekpoli ter wereld. “Meteen vanaf het begin hadden we een enorme toeloop van patiënten. Dat kwam mede door de aandacht die we kregen in de media. Maar het laat ook zien dat er blijkbaar veel muzikanten zijn met psychische problemen. Gelukkig is het merendeel goed te behandelen. Podiumangst is de meest voorkomende klacht, zowel in de klassieke als de lichte muziek.” Esther van Fenema studeerde aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en is afgestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Ze deed tegelijkertijd een studie geneeskunde, waarna ze zich specialiseerde als psychiater. Tegenwoordig werkt ze als psychiater in het LUMC in Leiden, waar ook de muziekpoli is gevestigd. Daarnaast treedt ze op als violiste, waarbij ze met name kamermuziek speelt. “Doordat ik zelf ook optredend musicus ben, kan ik me goed verplaatsen in mijn patiënten. Bovendien heb ik zelf een periode van podiumangst gehad, met paniekaanvallen tijdens optredens. Ik weet dus wat het is.”

Glijdende schaal

“Podiumangst is vaak een glijdende schaal”, legt Esther uit. “In zijn meest onschuldige vorm zou je het plankenkoorts of (ietsje erger) podiumvrees kunnen noemen. De zenuwen voor een optreden, zeg maar. Zo lang het de normale ‘vlinders in je buik’ zijn, kan het geen kwaad. Sterker nog, het kan je helpen om gefocust te zijn. Maar het is niet de bedoeling dat die zenuwen je in je functioneren gaan belemmeren. Is dat wel het geval, dan noemen we dat podiumangst.” Minstens de helft van de patiënten die naar de muziekpoli komen, heeft last van podiumangst. “Verder zien we hier ook mensen met depressie, algemene angststoornissen en bijvoorbeeld ADHD. Mensen met ADHD kunnen vaak wel goed functioneren als ze zich alleen maar op hun instrument hoeven te richten, omdat daar hun passie ligt. Op het moment dat ze naar het conservatorium gaan, krijgen ze ook bijvakken. En dan uiten zich alsnog de concentratieproblemen die met ADHD gepaard gaan.” Soms gaat het om een combinatie van klachten, waarbij ook podiumangst in het spel is. “Dat is niet zo verwonderlijk”, aldus Esther. “Het is immers moeilijk musiceren als je depressief bent. Dat kan podiumangst teweegbrengen.”

Taboe

Esther weet dat er in de muziekwereld een taboe ligt op psychische klachten die zijn gerelateerd aan het muzikant zijn. “Het liefst doen muzikanten alsof de klachten niet bestaan, niet bij zichzelf en niet bij anderen. Maar ik weet zeker dat er veel muzikanten zijn met psychische problemen, waaronder podiumangst. De mensen die ik op de muziekpoli zie, vormen slechts het topje van de ijsberg.” Esther pakt er wat literatuur bij. “In een Amerikaans onderzoek zijn ruim tweeduizend musici ondervraagd. Van hen bleek 24 procent podiumangst te hebben, 30 procent gebruikte bètablokkers, 17 procent was depressief, 13 procent had algemene angstklachten en tot 70 procent van de muzikanten gaf aan soms podiumangst te ervaren. Kortom, in Amerika hebben veel muzikanten last van podiumangst en andere psychische klachten. In Nederland is dat ongetwijfeld ook het geval.” In de opsomming noemden we het gebruik van zogeheten bètablokkers. Dat zijn geneesmiddelen die in het algemeen worden voorgeschreven aan patiënten met hart- en vaatziekten. Bètablokkers maskeren ook een aantal ongemakkelijke lichamelijke uitingen van angst en spanning, zoals versnelde hartslag, zweten en trillen. Je kunt er dus ook als het ware je ‘zenuwen’ mee onderdrukken. “Het gebruik van bètablokkers zie je vooral in de klassieke muziek”, merkt Esther op. “Als er in de lichte muziek naar middelen wordt gegrepen, dan zijn het meestal alcohol en drugs. Niet dat dat helpt trouwens, want het middel is erger dan de kwaal. Overmatig alcoholgebruik kan juist tot angst en depressie leiden. Bovendien zijn alcohol en drugs funest voor je timing en motoriek, en op termijn ook voor je gezondheid. Daar ligt dus niet de oplossing voor podiumangst.”

Klassiek versus licht

In de klassieke muziek is het doorgaans allemaal wat preciezer dan in de lichte muziek. Als een noot ook maar een beetje verkeerd is, hoor je het meteen. Je zou daarom denken dat podiumangst meer voorkomt in de klassieke muziek dan in de lichte muziek. “Tot op zekere hoogte is dat zo, maar het is me opgevallen dat er ook veel mensen in de lichte muziek podiumangst hebben”, zegt Esther. “Dat uit zich dan bijvoorbeeld in het feit dat het niet meer lukt om te improviseren. Daar is wel een verklaring voor. Heftige stress kan drie primitieve reacties tot gevolg hebben: vechten, vluchten of bevriezen. Bij iemand die niet meer kan improviseren, is vaak sprake van bevriezen.” Stress is van oorsprong bedoeld als een levensreddende reactie op gevaar. Door stress komen namelijk bepaalde stoffen vrij die je extra sterk kunnen maken en je minder gevoelig maken voor pijn. Dat was nuttig voor onze voorvaders als ze bijvoorbeeld een roofdier tegenkwamen. Stress gaf ze dan extra power om te vechten of te vluchten. Maar stress is bedoeld voor het acute moment. Te veel en te lang is niet goed voor je geestelijk en lichamelijk welbevinden. Van chronische stress kun je zelfs ziek worden. “De één kan beter met stress omgaan dan de ander”, legt Esther uit. “Dat heeft deels met erfelijke aanleg te maken. Daarnaast spelen omgeving en omstandigheden een rol. Wie muzikant wordt, kiest voor een werkomgeving met veel stress. Dat geeft een extra risico op psychische klachten, zeker als je er aanleg voor hebt.”

Stressgevoelig beroep

Zouden veel muzikanten in aanleg al gevoeliger zijn voor psychische klachten? “Dat is een interessante vraag, waar ik graag onderzoek naar zou doen”, antwoordt Esther. “Muzikanten zitten in de top vijf van stressgevoelige beroepen. Ze zijn een enorm hoge risicogroep als het gaat om het ontwikkelen van psychische klachten.” Naast eventuele aanleg spelen omgevingsfactoren zeker een rol. “Sommige muzikanten kunnen als kind enorm zijn gepusht door streberige ouders. Het muzikant zijn is dan heel sterk verbonden met hun zelfbeeld. Als ze dan een fout maken, is dat voor hen falen als mens.” De patiëntenpopulatie van Esther omvat alle leeftijden. “Oudere muzikanten kunnen klachten krijgen doordat ze de hete adem van de jonge generatie in hun nek voelen. Dat wordt nog iets erger als ze voelen dat ze door hun leeftijd lichamelijk achteruitgaan en het musiceren daardoor moeilijker wordt. Dat zie je nog wel eens bij blazers.” Daarnaast komen er opvallend veel conservatoriumstudenten naar de muziekpoli. “Ik merk dat er op conservatoria weinig aan coaching wordt gedaan, waardoor studenten in de knoop kunnen komen. Wat je bij conservatoriumstudenten nog wel eens ziet, is dat ze in het dorp waar ze vandaan komen een ‘hot shot’ waren. Vervolgens komen ze op een conservatorium, waar allemaal ‘hot shots’ zitten. Dat komt voor sommigen hard aan.” Wat ook meespeelt, is de factor concurrentie. Die kan in de muziekwereld behoorlijk hevig zijn. “Met als gevolg dat muzikanten niet graag hun zwakke kanten laten zien, want dat kan tegen ze gaan werken. Ook zie je dat in de muziekwereld perfectie de maatstaf is, mede doordat alle cd-opnames door mastering perfect klinken. Het valt me trouwens ook op dat de patiënten die ik op de muziekpoli zie vrijwel allemaal perfectionistische, gedreven mensen zijn. Op zich goed verklaarbaar, want het is een eigenschap die je nodig hebt om goed muziek te kunnen maken. Maar het kan zich ook tegen je keren.”

Traumatische podiumangst

Een muzikant met podiumangst heeft eigenlijk een beroepsziekte. Zoals een stratenmaker last kan hebben van zijn knieën en een computerprogrammeur van rsi. Maar bij muzikanten komt er iets bij, heeft Esther ontdekt. “Voor een muzikant is het muzikant zijn niet alleen zijn of haar beroep. Het is ook een passie, een levensinvulling. Muzikant zijn is geen beroep, je bént muzikant. Muziek maken komt voor een muzikant heel dicht bij zijn ‘mens zijn’. Als een muzikant een fout maakt op het podium, kan hij dat ervaren als falen als mens.” Psychische klachten bij muzikanten zijn dus niet een ‘gewone’ beroepsziekte. “Bij veel andere beroepen kun je op zoek gaan naar andersoortig werk, als het bestaande beroep klachten geeft. Voor muzikanten ligt dat heel anders. Je kunt niet zomaar tegen een muzikant zeggen: misschien moet je maar een ander vak kiezen”, schetst Esther. Esther ziet veel zogeheten traumatische podiumangst. “Een muzikant heeft dan een keer een slecht optreden gehad of een grote fout gemaakt. Bij sommige mensen wordt zo’n traumatische ervaring niet goed in de hersenen opgeslagen. Bij elk volgend optreden komt dan die herinnering terug en ontstaat er podiumangst. Wat je ook ziet, is dat sommige muzikanten altijd al erg nerveus waren en na zo’n slechte ervaring daar nog meer last van krijgen.” Podiumangst kent een breed scala aan symptomen. Dat kan beginnen met al lang voor een optreden nerveus te zijn. Dat kan zo erg zijn dat mensen moeten overgeven, niet meer slapen en maag-darmklachten krijgen. Eenmaal op het podium kan de angst zich uiten in een paniekaanval: trillen, zweten, een droge mond, hartkloppingen en de angst om gek te worden of dood te gaan. “Het gebeurt zelfs wel eens dat mensen in paniek het podium af rennen”, weet Esther. Podiumangst heeft ook op de lange termijn effect. Mensen melden zich ziek en zijn lang uit de running. Ze komen nauwelijks meer op straat. Ze durven geen audities meer te doen en komen noodgedwongen in een slecht betaald schnabbelcircuit. Ook kan de stress allerlei lichamelijke klachten veroorzaken. Ellende dus.

Goed te behandelen

Gelukkig is het merendeel van de muzikanten met podiumangst en andere psychische klachten goed te behandelen, heeft Esther ervaren. “Soms schrijf ik tijdelijk medicatie voor, om mensen eerst wat te stabiliseren. Gesprekstherapie of andere therapie slaat dan beter aan. Uiteindelijk lukt het om de meeste muzikanten weer te laten functioneren, hoewel bij sommigen de gevoeligheid blijft.” Tot zover de ‘heftige kost’: de podiumangst die ten koste gaat van je functioneren als muzikant en waarvoor het verstandig kan zijn om professionele hulp te zoeken. Wat kun je doen aan de ‘gewone’ plankenkoorts, zeg maar de zenuwen voor een optreden? Een aantal muzikanten kan daar behoorlijk last van hebben, waardoor ze minder goed musiceren dan ze zouden willen. Esther heeft een aantal adviezen: “Belangrijk is dat je een voor jou veilige situatie creëert. Dat doe je door in ieder geval goed voorbereid te zijn en de stukken door en door te kennen. Dan kan het dáárdoor in ieder geval niet misgaan. Het is ook van belang dat je thuis studeert op de tijd waarop je uiteindelijk moet optreden. Je lichaam kan ’s ochtends of ’s avonds heel anders reageren.” Ze vervolgt: “Zorg ook dat je goed uitgerust bent, dat je je lichaam goed voelt en dat je ademhaling voor het optreden rustig is. Zorg er ook voor dat je tijdens het optreden niet wordt overvallen door dingen waar je niet op had gerekend. Wees daarom op tijd, zodat je de tijd hebt om ter plaatse de situatie te verkennen. Neem ook de tijd voor een goede soundcheck. En, zeker zo belangrijk: durf te accepteren dat je wat minder presteert als de omstandigheden tegenzitten. Het is bijvoorbeeld lastig spelen met een slecht podiumgeluid. Als er op dat moment niets aan is te doen, probeer er dan het beste van te maken. Accepteer dat je hebt gedaan wat je kon en ervaar het niet als een persoonlijk falen.”

Zie ook

» Efficiënter bewegen als muzikant – Leer het met deze methodes
» Muziek-blessures – 8 manieren om ze te voorkomen
» Ademhaling voor muzikanten
» Stemproblemen bij zangers – Hoe deze ontstaan
» Zingen en spelen tegelijk – Ook jij kan het leren!
» Zithouding voor muzikanten – Leer opnieuw zitten!
» Strak leren spelen? Doe deze oefeningen!
» Drummen: zo zorg je voor een ergonomische setup
» Muziek uit je hoofd leren spelen – Deze tips gaan helpen!
» Drummen en onafhankelijkheid – 10 oefeningen
» Hoe moet je drumstokken vasthouden?
» Met plectrum spelen: hier leer je hoe!
» De gitaarband-hoogte afstellen: speelcomfort of uitstraling?

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter