Wie kent niet Ray Charles? De blinde zanger en pianist die in de jaren 50 soulmuziek op de kaart zette. Vanaf zijn komst naar platenlabel Atlantic was hij een ster, zolang hij leefde, tot 2 juni 2004. Gastblogger Bart Dingemans illustreert Ray’s geweldige muziek en pionierschap met een mix van zijn nummers uit de jaren vijftig en interessante feiten en toelichtingen.

Ray Charles - Geschiedenis van een blues- en soul-genie

The Genius

Ray Charles Robinson werd geboren op 23 september 1930 in Albany in de staat Georgia van de Verenigde Staten. Hij werd in zijn zesde levensjaar blind als gevolg van een niet behandelde staar. Op vijftienjarige leeftijd was hij wees en moest zichzelf redden in de wereld. Op de school voor blinden en doven die hij van 1937 tot 1945 volgde, had hij zijn grote muzikale talent al ontdekt en wist hij zijn bestemming als musicus. Hij noemde zich Ray Charles ter onderscheiding van de bokser Sugar Ray Robinson. Al heel gauw werd The Genius zijn bijnaam. Hij is een icoon der iconen van de Amerikaanse muziek. Dit berust op zijn muziek, maar ook op zijn ongeëvenaarde wilskracht om succesvol te zijn, zijn bescheidenheid en eerlijkheid. Er zijn vele films over zijn leven gemaakt. Denk aan de filmscène waarin – naar het leven – hij er vóór zijn blindheid getuige van is dat zijn broertje van vier in de wastobbe komt te overlijden. Overigens heette zijn moeder Aretha. Er is erg veel live beeldmateriaal van na de zestiger jaren.

De beginjaren als blinde alleen

Begin jaren 50 kwam Ray bij Atlantic Records. Atlantic kon zijn contract overnemen van zijn vorige, failliete label. Als 19-jarige besloot hij geheel alleen van zijn geboortestreek Florida te verhuizen naar Seattle, in het uiterste noordwesten van de VS. Daar begon hij als recording artist. Zo eigenzinnig en moedig was hij, blind en wel. Hij heeft nog geen eigen stijl ontwikkeld en volgt de bewonderde Nat ‘King’ Cole en Charles Brown na. Daar aan de West Coast floreerde een jazz-blues-stijl die relaxed, zoetgevooisd was, ook wel geëtiketteerd als club blues, ballad blues of cocktail blues. Als je Ray Charles CD’s koopt zonder nummertitels te kennen, loop je risico iets uit deze tijd te kopen: het is gewoon nog niet Ray Charles. Allereerst een nummer uit 1952.

The Sun’s Gonna Shine Again (1952)

Je hoort hier al de fenomenale zang in al zijn extreemheid.

Losing Hand (1952)

Een fantastische blues ballad, waarin hij (nog) met een kleine combo speelt, kort nadat hij bij Atlantic heeft getekend.

Ray Charles is van een juist iets oudere generatie dan de rock-‘n-rollers, en is in zijn teksten en materiaalkeuze gericht op volwassenen, niet op tieners. Zijn muziek is gericht op de volwassen zwarte platenkoper, en de R&B-hitparade.

In de biografie The Rhythm and the Blues van Jerry Wexler, producer van Atlantic Records, is te lezen hoe Ray Charles in de Atlantic-studio ten tonele verschijnt. De studio is de kantoorruimte waarvan de kleden zijn opgerold en de bureau’s opzij zijn geschoven. Als broekie van net 21 jaar zet hij meteen alles naar zijn hand en produceert feitelijk de gehele opname. Hij schrijft alle partijen uit en kiest de musici met wie hij wil samenwerken. Grote verdienste van Jerry Wexler en Atlantic is dat men hem onmiddellijk herkent als genie en hem zijn gang laat gaan. In deze fantastische biografie wordt nog eens bevestigd dat de zo vertrouwde term Rhythm & Blues van het ene op het andere moment is bedacht door deze Jerry Wexler, een ‘mover and shaker’ van de beste soort in de platenbusiness.

Ray Charles heeft een nationale nummer-1-hit

I’ve Got A Woman (1954)

Ray zuigt alle bestaande muziek, van klassiek tot populair en jazz, als een spons in zich op, en een van zijn eerste fascinaties als tiener is gospelmuziek. Als hij de bezielde, rauwe en emotionele zang van gospel overneemt, wordt wat mij betreft de echte Ray Charles geboren. Zijn eerste nummer-1-hit op de Rhythm & Blues-hitparade is I’ve Got A Woman, uit 1954. Dit is pure emotie, verschoven van de religieuze naar de wereldlijke liefde. Deze song is een bewerking van een aloude gospel. Deze was getiteld I Got A Home In That Rock. Reeds in 1935 uitgevoerd door Josh White. Daarna verscheen in 1951 nog een versie van de Bailey Gospel Singers met de titel I’ve Got A Savior (Way Across Town). Het idee een liefdeslied te mixen met een bekende gospel is van trompettist Renald Richard. De gospelbeweging is er fel tegen gekant. Dat brengt hem niet aan het twijfelen. Hij volgt onverstoorbaar zijn muzikale smaak. Hij is daarmee de initiator, de uitvinder van soul-muziek. De felle uithalen van de stem, de samengebalde emotie die soms buiten de woorden van een song eruit moet, zijn er pas dan. Een analyse van Ray’s stem door een wetenschapper/musicoloog laat zien dat Ray eigenlijk een bariton is, maar het hoge bereik van de bariton mist. In plaats daarvan gebruikt hij zonder hoorbare moeite een kopstem, en een heel hoge falset. Daarmee haalt hij een bereik van 3,5 octaaf.

Don’t You Know (1953)

Een nummer van Ray Charles zelf met een afwijkend ritme, dat me doet denken aan de uptempo-muziek van voor de rock-‘n-roll. Het is dan ook een nummer uit 1953.

Ray Charles kiest zijn eigen band

Sinner’s Prayer (1954)

Hier hoor je Ray weer in zijn virtuoze emotionele zang. Het nummer is van de blueszanger Lowell Fulson, met wie Ray in het begin van zijn carrière optrad. Hij kiest de betere saxofonisten uit de big band jazz scene, omdat hij weet dat jazzmusici technisch veel in hun mars hebben: tenoren Donald Wilkerson en David ‘Fathead’ Newman, en bariton en later altsax Hank Crawford, zijn de latere muzikale rechterhanden. Leroy ‘Hog’ Cooper is de nieuwe baritonsax. Zij kunnen in de simpeler, meer op gevoel gebaseerde soul van Ray gemakkelijk meegaan. Verder telt de band van Ray Charles de trompettisten Marcus Belgrave en Philip Guilbeau. Bassisten zijn Edgar Willis en Roosevelt Sheffield, drummers zijn Milton Turner en Melvin Peeples. Deze mannen vormden de backbone van de Ray Charles-platen en -optredens. Dit terwijl tientallen jaren lang niemand buiten de studio hun namen kende.

Mess Around (1953)

Ray speelt, gestimuleerd door de Turkse eigenaren van Atlantic Records, ook mee op de fameuze jazz-LP’s van het label. Ahmet Ertegun is de ontdekker en liefhebber van blues, broer Nesuhi Ertegun is van de jazz. Ze zijn ieder directeur van het desbetreffende deel van het label. Dat juist deze societyfiguren van Turkse afkomst zo’n belangrijke rol speelden in de ontwikkeling van de popmuziek is een van vele ongelooflijke episodes. Je ziet ze altijd in smoking op de foto aan de dis van een of ander society event, maar ze waren close vrienden van de musici zelf. Ahmet heeft zelfs een flink aantal standards op zijn naam staan, onder andere Mess Around en Lovey Dovey onder het pseudoniem A. Nugetre. Een heel jonge Quincy Jones (vriend van Ray al uit zijn Seattle-periode) werkt als arrangeur mee aan diverse opnames die tot het repertoire van Ray Charles zijn gaan behoren.

I Wonder

Wederom een blues-ballad met alle ingrediënten. Het was de enige hit van de artiest Private Cecil Gant, in 1944, die zich nadrukkelijk presenteerde als soldaat. Louis Armstrong, B.B. King en vele andere groten hebben het ook op de plaat gezet.

Ray Charles maakt ook jazzplaten

Ray Charles maakt tegelijkertijd ook jazzplaten op het Atlantic-label (bijvoorbeeld The Soul Of Ray Charles) met mensen als Milt Jackson en Horace Silver.

Doodlin’ (1956)

Een instrumentaal jazznummer met een totaal andere sfeer.

Leave My Woman Alone

Een uptempo nummer. Deze compositie is van Ray Charles, met macho-hip dreigende woorden (“I’m gonna do some work on you”).

De komst van The Raelettes

Tell The Truth (1960)

Ray besluit al in 1956 zijn band uit te breiden met een drietal zangeressen, dan bekend als The Cookies. Dat geeft het ‘call and response’-principe van de gospel een stevige(r) plaats in zijn eigen muziek. De drie dames worden naar Ray tot The Raelettes omgedoopt. De opvallendste is Margie Hendricks. Jerry Wexler noemt ook dit een innovatie die daarna een vaste plaats in de popmuziek krijgt. De naam Raelettes zinspeelt ook op de Ikettes van de Ike & Tina Turner Revue. De Ikettes dansen echter en zingen niet of weinig. In Tell The Truth is dit vraag- en antwoordspel op zijn best.

Opnames met big band

In 1959 werd het Ray’s ambitie om met een big band opnames te maken, inclusief grote blazers- en strijkerssectie. Jerry Wexler beschrijft een daaraan gewijde geslaagde opnamesessie, maar ik bespeur bij Wexler tussen de regels door enige afstand tot die wending.

Come Rain Or Come Shine (1960)

Dit is een maar mijn mening prachtig geslaagd voorbeeld uit 1960. Het nummer komt uit een geflopte musical uit 1946. Het werd door rijen topmusici eerder opgenomen (Frank Sinatra, Duke Ellington, Sarah Vaughan, Billie Holiday etc.). Ray’s ingehouden, gevoelvolle uitvoering vind ik prachtig. De songs uit het American Songbook, als deze, kan ik over het algemeen minder waarderen door de cool-jazz-benadering van de uitvoerenden, maar door Ray’s unieke zang ontdek ik de pracht van de compositie en van het decor van strijkers en zoetgevooisde achtergrondzang. Het illustreert dat Ray Charles onbevooroordeeld alle typen muziek wilde proberen. Hij was daar gewoon zeer nieuwsgierig naar.

Nog een laatste top selling record op Atlantic

What’d I Say (1960)

Dit nummer is ontstaan uit wat improviseren tussen de ‘echte’ nummers door bij live-optredens. De reacties van het publiek zijn uitzinnig. Het nummer schijnt live, met slechts één microfoon midden op het podium opgenomen te zijn.

Overgang van Atlantic naar ABC

In 1960 switcht Ray na het succes van What’d I Say van Atlantic naar ABC Records. Hij heeft zijn zinnen gezet op een nieuw platenlabel en laat Atlantic in verwarring achter. Bij ABC maakt hij nog tot ongeveer 1962 sterke platen, met veel hits als:

Hit The Road Jack (1961)

Dit nummer is geschreven door Percy Mayfield, een blues-icoon voor vele bluesliefhebbers, en componist van diverse blues-standards.

Georgia On My Mind (1960)

Ray’s ‘signature tune’. Hij ontvangt alle muzikale onderscheidingen die maar denkbaar zijn. Zijn versie van Georgia On My Mind wordt de officiële hymne van de staat Georgia. De song is in 1930 geschreven door Hoagy Carmichael, en ook door deze gezongen op een plaat met de band van Bix Beiderbecke. Grappig detail: hij schreef de song zonder ooit in Georgia geweest te zijn.

You Are My Sunshine (1962)

Dit nummer is een country & western song uit 1939.

Ray’s muziekkeuze verbreedt zich meer en meer naar country en ballads, velen zeggen niet ten goede. Voor Charlie Gillett (standaardwerk Sounds of the City over rock-‘n-roll) zet het verval in met Ray’s wens traditionele country songs uit te brengen (Together Again, I Can’t Stop Lovin’ You). Die vind ik ook te zoet, maar sommige bewerkingen zijn toch nog helemaal Ray Charles’ Blues & Soul. Daarvan is deze You Are My Sunshine een mooi voorbeeld; het werd nummer 1 op de R&B-hitparade.

Ray Charles’ persoonlijke leven

Reeds in 1962 wordt Ray voor het eerst gearresteerd voor bezit van drugs en in 1964 komt hij terecht in een verslavingsprogramma. Zijn al vele jaren bestaande heroïneverslaving, die een publiek geheim was, leidt tot een rechtszaak. Ray wist zijn verslaving altijd binnen de perken te houden en functioneerde alsof er niets aan de hand was. Hij kickt af in een vijf jaren durend proefverlof-programma. De songs Crying Time en Let’s Go Get Stoned zien terug naar die periode. Gelukkig tastte die zaak zijn populariteit niet ernstig aan.

In zijn vroege jeugd maakte Ray de rassensegregatie in Florida mee. Die was daar berucht. Maar hij had daar zelf naar zijn zeggen niet veel last van, omdat de rednecks hem als blinde geen gevaar voor de eigen vrouwen vonden. Het overkwam Nat King Cole in Florida dat hij tijdens een optreden door mannen op het podium in elkaar werd geslagen. In de jaren zestig heeft Ray eens een concert gestaakt toen hem werd verteld dat het zwarte publiek alleen tot de balkons was toegelaten.

Ray Charles was een echte womanizer. Hij is in zijn leven slechts tweemaal getrouwd, maar liet twaalf kinderen na bij tien vrouwen. Met zangeres Margie Hendricks van The Raelettes had hij een jaren durende relatie.

Nog tot op zeer hoge leeftijd bleef Ray een bekende en geziene beroemdheid. Er was zijn optreden in de film The Blues Brothers, er was een geestige tv-commercial waarin hij acteert als chauffeur, en er was een bekroonde Coca Cola commercial die zijn naam bij de jongeren levend hield.

Zie ook

» Jerry Lee Lewis – Geschiedenis van een geboren rock-‘n-roller
» Doug Sahm en zijn Sir Douglas Quintet – Geschiedenis van een cowboy-hippie
» Lyle Lovett – Geschiedenis van een ongewone countrymuzikant
» Ian Dury & The Blockheads – Geschiedenis van een groep virtuoze punkrockers
» Otis Redding – Geschiedenis van een groot soulzanger
» Kate & Anna McGarrigle – Geschiedenis van twee singer-songwritende zussen
» Buddy Holly – Geschiedenis van een muzikale vernieuwer
» Steely Dan – Geschiedenis van een unieke popband
» Het succesalbum Bridge over Troubled Water
» Britpop in de jaren 90: kort maar krachtig
» Gangstarap – Geschiedenis van deze beruchte muziekstroming
» Little Feat – Geschiedenis van een cult-band
» Chess Records: thuisbasis van Rhythm & Blues en Rock & Roll
» Latin-muziek: een grote verzameling muziekstijlen – Leer er meer over!
» Wie was Les Paul?
» Hiphop-geschiedenis: meer dan alleen rappen
» Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
» Synthesizer: geschiedenis, soorten & tips
» Jazz – Geschiedenis en kenmerken van een rijke muziekstijl

Gastblogger Bart Dingemans

De formule van gastblogger-muziekkenner Bart Dingemans is: het laten horen van hoogtepunten van het werk van door hem gekozen bijzondere artiesten, met een toelichting van muzikale en maatschappelijke context, wetenswaardigheden en anekdotes.

Hij is muziekenthousiast met een liefde voor de vele genres, binnen of net buiten het etiket popmuziek (blues, R&B, country, bluegrass, folk, jazz, soul, gospel, reggae). Hij wil liefhebbers verrijken met muziek die echt briljant is, maar die zij wellicht niet (goed) kennen. Want veel van het beste dat de popmuziek vanaf de begin jaren vijftig heeft voortgebracht, raakt langzamerhand vergeten. Het aanbod via internet, muziekwebsites als Spotify en radio etc. is zo verwarrend groot, dat velen afhaken. Of men kijkt niet meer verder dan de eigen vaste favorieten.

Bart Dingemans: “Wat goede muziek is, is subjectief. Maar op radio en televisie heersen overdag middelmatige en tot vervelens toe bekende muziek. Minder bekende muziek hoor je alleen ’s nachts. En de grote online muzieksites bevatten wel heel veel titels, maar missen helaas iedere impuls om iets nieuws te ontdekken.” In de gastblogs krijgt de lezer binnen het verhaal de songs van de gekozen muzikale hoogtepunten voorgeschoteld.

» Alle blogs van Bart

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter