Verschillen tussen de ukelele, mandoline en banjo
Gepubliceerd op dinsdag 12 juni 2018
Je hoeft geen folk-fanaat te zijn om een folk-snaarinstrument ter hand te nemen. Laten we eens kijken naar drie gitaar-gerelateerde soorten: de ukelele, mandoline en banjo. Als je al gitaar speelt en op zoek bent naar wat variatie, dan is de overstap niet al te moeilijk. Daarnaast zijn deze instrumenten aantrekkelijk voor beginners en jonge spelers, vanwege het (meestal) kleinere aantal snaren en de smallere en kortere hals. Akkoordgrepen zijn minder complex en de vingers hoeven minder ver gestrekt te worden. Maar begrijp ons niet verkeerd: net als de gitaar en basgitaar zijn dit alle drie volwaardige muziekinstrumenten met eindeloos veel mogelijkheden.
Ukelele: Fris geluid
De ukelele is een viersnarig instrument dat door Portugezen werd meegenomen naar Hawaï, waar het een populair muziekinstrument werd. Het is verkrijgbaar in diverse formaten: de bariton-, tenor- en concert-ukelele en de veel gebruikte sopraan-ukelele. Laatstgenoemde wordt gestemd in G-C-E-A (of A-D-Fis-B). Wie al eens een ander snaarinstrument heeft bespeeld, zal bij het aanslaan van de ukelele-snaren meteen horen dat er hier sprake is van een merkwaardige stemming. De G-snaar is namelijk hoger gestemd dan de C-snaar (zie afbeelding hieronder). De snaren zijn dus niet volledig van laag naar hoog gestemd, zoals op bijvoorbeeld een gitaar of viool. Het geeft het instrumentje een vrolijk karakteristiek geluid. Verder is het zo dat de relatieve afstanden tussen de snaren hetzelfde zijn als bij de hoogste snaren van de gitaar. Dit levert dus vergelijkbare akkoordvormen op. Meer informatie vind je in het blog Hoe moet ik een ukelele stemmen?
De ukelele bespelen
De meest voorkomende methode om een ukelele vast te houden, is om deze hoog tussen de arm en de ribben te plaatsen. Voor extra speelcomfort kun je ook kiezen voor een speciale ukelele draagband. Een ukelele heeft nylon snaren, die bespeeld kunnen worden met je vingers of met een plectrum. Echter, omdat nylon snaren meer gevoelig zijn voor slijtage dan stalen snaren is het aan te raden om een vilten plectrum te gebruiken. Dit draagt tevens bij aan een zachtere en minder felle klank. Lees meer over ukelele spelen in het blog Ukelele leren spelen in 3 stappen.
Toepassingen en tussenvormen
Het hoge, ronde geluid van de ukelele is een waardevolle aanvulling voor menige song. Daarnaast doet de ukelele ook uitstekend dienst als zelfstandig begeleidingsinstrument bij zang. Een bekende ukelele-speler was bijvoorbeeld George Formby, die ook vaak speelde op een zogenaamde banjolele. Zo bestaat er, behalve deze banjo-ukelele-tussenvorm, ook de populaire guitalele (rechts op de afbeelding hierboven). Dit zessnarige instrument is een kwart hoger gestemd dan de gitaar en komt qua formaat in de buurt van de tenor-ukelele. Als gitarist kun je dus je vertrouwde akkoordgrepen blijven gebruiken en voor kinderen is het een toegankelijke opstap naar de akoestische gitaar. Ga je het podium op of de (home)studio in, dan kan een elektrisch-akoestische ukelele van pas komen. Deze is namelijk uitgerust met een intern element dat de trillingen (doorgaans via een voorversterker met toon- en volumeregelingen) naar een 6.3 mm jack-uitgang zendt.
Heb je hulp nodig bij het uitzoeken van een ukelele, lees dan de Keuzehulp Ukelele.
Mandoline: Breed en rijk geluid
Vrijwel alle mandolines hebben acht snaren, die per twee hetzelfde gestemd zijn. Door de onherroepelijke minieme verschillen in toonhoogte hiertussen ontstaan er ‘zwevingen’, wat zorgt voor een breed, rijk geluid. Daarnaast kun je met een plectrum snel heen en weer gaan over een tweetal snaren, voor het kenmerkende ’tremolo’-effect. Stemmen doe je de mandoline als een viool, ofwel G-D-A-E. Er zit dus een kwint afstand tussen de snaren, in plaats van een kwart, zoals bij de gitaar. De overstap van gitaar of basgitaar naar mandoline is daarom iets lastiger dan de overstap naar ukelele.
Oorsprong, gebruik en soorten
Dit handzame, in Italië geboren instrument werd oorspronkelijk voor klassieke muziek ingezet, maar heeft uiteindelijk ook zijn weg gevonden naar de volksmuziek. Zo zien we de mandoline terug in de Ierse, Engelse en Schotse volksmuziek en in de bluegrass. In de bluegrass gebruikt men vooral de A-5-stijl en F-5-stijl mandoline (respectievelijk midden en links op de afbeelding). Net als bij de ukelele, bestaan er uiteenlopende bijzondere varianten, waaronder de elektrische mandoline (rechts). Deze moet niet verward worden met de elektrisch-akoestische mandoline, wat een akoestisch model is met ingebouwd element. Het elektrische type daarentegen, bezit een volledig massieve body en kan dus alleen versterkt gebruikt worden. Dat maakt hem tot een fusie van de mandoline en de elektrische gitaar.
Leer meer over dit instrument in ons Mandoline-artikel!
Banjo: Sprankelend en fel geluid
Wat voor banjo je ook kiest, het geluid is altijd krachtig, sprankelend en fel. Het geluid kan zelfs onversterkt boven de andere instrumenten van een dixieland-band uit kan komen. Dat heeft dit ronde instrument te danken aan de stalen snaren en het gebruik van een vel (zoals op een trommel), in plaats van een houten bovenblad. Het resonator-type banjo, met gesloten achterzijde, genereert de meest ver dragende klank. Ben je op zoek naar een wat mildere sound, neem dan een ‘open back’-model.
Bluesgrass- of tenorbanjo
Velen kennen de banjo uit de bluegrass-muziek of de dixieland-jazz. In het laatste geval gebruik je een tenorbanjo, waarop je vooral akkoorden speelt, met een plectrum. Dit type banjo is voorzien van vier snaren, die doorgaans precies een octaaf lager gestemd zijn dan de snaren van een viool. De bluegrassbanjo is echter totaal anders gestemd (g-D-G-B-d in open G-stemming) en bezit vijf snaren. De opvallende vijfde snaar is duidelijk korter dan de andere vier en heeft zijn stemschroef aan de zijkant van de hals zitten. Tijdens het spelen wordt hij niet ingedrukt, maar klinkt op een vaste toonhoogte door in alle akkoorden. Als je een capo gebruikt om met dezelfde grepen in een andere toonsoort te kunnen spelen, moet je voor die ‘drone’-snaar een aparte vijfdesnaar-capo nemen. Op de bluegrassbanjo wordt over het algemeen getokkeld, en wel met een duimplectrum en twee vingerplectra.
Gitaarbanjo: Standaard gitaarstemming
Gitaristen die alleen maar het klankkarakter willen van de banjo, kiezen de gitaarbanjo. Dit zessnarige instrument is gestemd als een gitaar, zodat je moeiteloos door kunt spelen met de standaard gitaarakkoorden. Omdat de dikke E-snaar onkarakteristiek laag klinkt voor een banjo, wordt deze nogal eens vervangen door een twee octaven hoger klinkende E-snaar. Mocht je tenorbanjo spelen en een uitstapje willen maken naar de akoestische gitaar, dan is de identiek gestemde viersnarige tenor-gitaar een aanrader.
- Als je hulp nodig hebt bij het kiezen van een banjo, ga dan naar de Keuzehulp Banjo.
- Meer weten over de banjo-geschiedenis, -soorten en -speelstijlen? Lees ons speciale banjo-artikel!
Zie ook
» 5 fascinerende feitjes over de ukelele
» Ukelele leren spelen in 3 stappen
» Ukelele vasthouden – Wat is de beste houding?
» Hoe moet ik een ukelele stemmen?
» Wat is de beste ukelele voor mij?
» Wat is de beste banjo voor mij?
» Banjo: geschiedenis, soorten en speelstijlen
» Ukeleles
» Mandolines
» Banjo’s
Marnix werkt sinds 2011 als copywriter bij Bax Music. Een typische all-rounder, maar met zijn ervaring op het gebied van onder meer toetsen, gitaar en zang, voelt hij zich in de categorie Muziekinstrumenten nog het meeste thuis.
Nog geen reactie...