In het pro-audiosegment zijn een groot aantal spelers actief. Twee daarvan zijn Antelope Audio en Universal Audio. Beide organisaties maken high-end audiocomponenten waarbij gebruik wordt gemaakt van discrete signaalpaden en zorgvuldig gekozen weerstanden, condensatoren en transformatoren. Dit gebeurt allemaal met de hand en niet zoals bij de meeste ‘consumer’-producten aan de lopende band. In dit blog lees je de achtergronden van beide organisaties en het beleid dat men voert aangaande de producten die men verkoopt. Een kijkje in de keuken zogezegd, maar ook om je een indruk te geven waar je de beste ‘bang for the buck’ krijgt. Met name wanneer we kijken naar de meest recente aanwinsten voor beide partijen. Voor Universal Audio is dit de Apollo 16 en de Apollo Twin. Voor Antelope Audio is dit de Orion Studio en de nieuwe Zen Tour. Dus, mocht je geïnteresseerd zijn in één van deze interfaces of je twijfelt over de keuze die je moet maken dan kan dit blog je daarbij wellicht helpen.


Afbeelding 1: Antelope Audio Engineers. Bron: http://en.antelopeaudio.com/about

Achtergronden: Antelope Audio

Het brein achter Antelope Audio is Igor Levin. Igor is het best bekend vanwege zijn AardSync-uitvinding. Dit is een zogenaamde ‘master sync generator’, vergelijkbaar met de master clocks van nu. Wanneer verschillende (opname)apparatuur wordt gebruikt, is het belangrijk dat deze apparatuur gesynchroniseerd wordt met een zogenaamde ‘master clock’ bron. Dit is uitermate belangrijk, aangezien er oneffenheden gaan optreden wanneer deze apparatuur niet langer synchroon loopt. Dit betekent direct een degradatie in audiokwaliteit. Igor is de belangrijkste engineer geweest omtrent AardVark en heeft een significant aantal uitvindingen gedaan voor de digitale audio- en synchronisatietechnologie.

Met zijn ruim twintig jaar ervaring is zijn kennis ongeëvenaard voor wat betreft digitale audio en zet voortdurend nieuwe standaards wannneer het gaat om audiokwaliteit. Toen hij Antelope Audio oprichtte was zijn doelstelling om audio recording naar het volgende niveau te tillen. Dit betekent dat de kracht van digitale audio volledig wordt gebruikt zonder dat dit ten koste gaat van de warmte en volle klank die zo vaak geassocieerd wordt met analoge (opname)apparatuur. Antelope biedt beide; het gemak en de mogelijkheden van digitale audio met de eigenschappen die zo geliefd zijn in de analoge audiowereld – warmte en natuurlijke compressie. Een zeer onderbelicht onderdeel hiervan is synchronisatie of ‘clocking’ genoemd. Dit is ook de reden waarom dit component nadrukkelijk aanwezig is in alle audiocomponenten van Antelope – zowel in apparatuur voor home als studio recording.

Een ander groot punt van aandacht, en niet totaal ongerelateerd, is de audioconversie. Dit houdt in dat de conversie van analoge naar digitale audio accuraat dient te verlopen voor de beste audiokwaliteit. Zo vindt je alleen de beste AD/DA converters in de audio interfaces en DACs (digitale audio converters) van Antelope. Deze producten zijn gericht op zowel audiofielen als op professionele audio engineers. De AD/DA converters worden aangedreven door de Acoustically Focused Clocking (AFC) en Oven Controlled Jitter algoritmen. Alle segmenten (home en pro audio) worden hierbij bediend op het hoogst haalbare.

Achtergronden: Universal Audio

Universal Audio werd al opgericht in 1958 door M.t. Putman Sr. Meneer Putman was onder meer een gepassioneerde uitvinder en favoriete engineer van onder andere Frank Sinatra, Nat King Cole en Ray Charles. Veel van Putman’s ontwerpen in zowel apparatuur als studio’s zijn vandaag de dag nog steeds te vinden en hij wordt dan ook beschouwd als ‘ the father of modern recording’. Hij was verantwoordelijk voor de uitvinding van de moderne opnameconsole, de multi-band audio equalizer en de vocal booth. Tevens was hij de eerste die kunstmatige reverb toepaste in commerciële toepassingen. Naast zijn vriend, Les Paul, was hij ook betrokken bij de ontwikkeling van stereofonische opnamen.

universal_audio_early_years
Afbeelding 2 Universal Audio – the early years. Bron: www.uaudio.com/about/our-story

Putnam was een ondernemer in hart en nieren en startte drie bedrijven op: Universal Audio, Studio Electronics en UREI. Alle bedrijven waren verantwoordelijk voor de ontwikkeling van apparatuur die nog altijd gebruikt worden in de industrie. Te denken valt hierbij aan de LA-2A en 1176 compressors en de 610 buizen opnameconsole. Deze laatste is te vinden op albums van Sinatra tot aan Van Halen I. Ook richtte hij bekende studio’s op in Chicago, Hollywood en San Francisco en dienden als basis voor verdere ontwikkelingen en waren verantwoordelijk voor de opkomst van een aantal invloedrijke producers en engineers.

Nadat Putman overleed in 1989 is Universal Audio opnieuw opgericht in 1999 door zijn zoons, James en Bill Putnam. De voornamelijke doelstelling was om de klassieke, analoge opnameapparatuur natuurgetrouw te reproduceren en geheel in de traditie van hun vader. Wat hier ook toebehoorde was om nieuwe technologieën te bedenken die volledig in het teken stonden van deze traditie. Zo ontstonden connecties met de slimste engineers in hun veld via de Stanford University waar Bill een doctoraat haalde in Electrical Engineering. Deze engineers zijn nog altijd verantwoordelijk voor de strategie bij Universal Audio.

Alle analoge units worden één voor één met de hand gebouwd net als in de vroegere jaren. De doelstelling is om de componenten van nu net zo goed te laten klinken als tijdens de gloriedagen van de jaren 60 en 70. Nu is analoge apparatuur slechts een deel van het verhaal. Men heeft namelijk zeer goede DSP engineers in huis die verantwoordelijk zijn voor de UAD Powered Plug-ins platform. Deze bekroonde technologie zorgt ervoor dat moderne software plug-ins zijn ontwikkeld volgens de originele specificaties en zodoende accuraat en natuurgetrouw worden weergegeven. Dit betekent een rijke dynamiek en warmte net zoals de originele analoge apparatuur van weleer.

Wat onderscheidt de één van de ander?

Innovativiteit

In een wereld waar de concurrentie moordend is, is het lastig het hoofd boven water te houden. Eerlijk is eerlijk: high-end audio is high-end audio en er zwemmen veel vissen in dezelfde vijver. Veel revolutionaire technologieën zijn reeds bedacht en toegepast. Dit houdt in dat je het als relatieve ‘nieuwkomer’ zwaar hebt om de concurrentie het hoofd te bieden. DSP (Digital Signal Processing) bijvoorbeeld is een geniale uitvinding: de plug-ins draaien op deze wijze niet langer op je computersysteem waarop ook je DAW draait, maar worden hardwarematig aangestuurd door een chip in de interface zélf.
Immers, audio plug-ins worden steeds zwaarder en PC’s niet per definitie sneller. Efficiënter wellicht met meer geheugen, maar niet per se sneller. DSP is voor engineers die ‘in the box’ werken dan ook een verademing. DSP is iets wat zowel Antelope Audio als Universal Audio beide toepassen. Dit maakt hen dan ook marktleider wanneer het gaat om dergelijke toepassingen.

DSPAfbeelding 3: DSP. Bron: http://www.cs.indiana.edu/~port/teach/541/sig.proc.html

Overeenkomsten en verschillen

Wat beide organisaties gemeen hebben, is dat ze allebei een briljante engineer én ondernemer aan het hoofd van de organisatie hadden/hebben staan. Beiden mannen hebben een duidelijke visie en passie: het nalaten van een erfenis gebaseerd op de voorliefde van analoge, high-end audiocomponenten waarbij geen enkele concessie wordt gedaan ten aanzien van de (audio)kwaliteit. Echter, wanneer er gekeken wordt naar de historie van beide bedrijven dan valt op dat Universal Audio veel langer actief is dan Antelope Audio.

Het is dan ook zeer interessant om te zien dat Antelope Audio zich in een relatief korte periode heeft ontwikkeld tot één van ’s werelds meest vooraanstaande high-end audioproducenten. We hebben het hier over slechts 20 jaar tegenover bijna 60 jaar ervaring! Dat is indrukwekkend te noemen. Met name de uitvindingen die zijn gedaan door Igor Levin op het gebied van clocking-technologie heeft hem snel op de kaart gezet. Het is juist deze technologie die de drijvende kracht vormt achter de meeste producten van Antelope. Analoge signalen dienen correct te worden geconverteerd naar digitale signalen en clocking is daar een cruciaal onderdeel van.

Latency-reductie: juiste keuze interface-connectiviteit is essentieel

Wat vooral een belangrijk is bij het opnemen van hoge kwaliteit audio en met name bij het mixen is een reductie in latency: de vertraging tussen het inkomende en het uitgaande (bewerkte) signaal. Alleen processorkracht van een PC is niet (altijd) voldoende. Een significant onderdeel om dit fenomeen te verminderen is om de doorvoersnelheid te verhogen. In dit geval het vloeien van informatie tussen ingangs- en bewerkt uitgangssignaal. Dit dient zo snel mogelijk te gebeuren en hier is dan ook de aansluiting van PC naar het audio component (interface, AD/DA converter et cetera) van groot belang.
Veel interfaces moesten het jaren doen met vooral de USB 2.0 aansluiting op de PC. Een veel snellere variant was FireWire (800) dat al zo’n twee maal sneller was dan USB (2.0). Apple-gebruikers waren verheugd toen Thunderbolt werd aangekondigd dat wederom zorgde voor een snellere doorvoersnelheid en ongeveer net zo snel is als het latere USB 3.0. Dit betekent een doorvoersnelheid van zo’n 10 Gbps. Afgezet tegen een doorvoersnelheid van 480 Mbps van USB 2.0 betekent dit feitelijk dat USB 2.0 voorgoed tot het verleden behoort wanneer het gaat om de toepassing in professionele audioapparatuur. Dit is met name waar wanneer meer dan 16 sporen tegelijkertijd worden opgenomen.

speed_comparison_chartAfbeelding 3: Doorvoersnelheid van de diverse aansluitingsprotocollen. Bron: YouTube-video – Tech Reviews and Thoughts (ter verduidelijking)

De keuze voor wat betreft het type connectie naar en van de PC (USB, FireWire, Thunderbolt et cetera) die je maakt, is dus wel degelijk voor een zeer groot deel bepalend voor het uiteindelijke resultaat. Ontwikkelaars zullen voortdurend moeten inspringen op de wensen van de gebruiker. Een interface met een USB 2-poort die hetzelfde kost als een interface met een Thunderbolt-poort is niet aantrekkelijk voor de meeste consumenten – althans niet voor het pro-audiosegment. Zowel Universal Audio als Antelope Audio bieden interfaces aan met een Thunderbolt-aansluiting. Ook de implementatie ervan voor Windows-systemen is in zicht en zorgt ervoor dat Thunderbolt niet langer exclusief is gereserveerd voor Mac-gebruikers.

DSP én FPGA: Antelope Audio Zen Tour

Het is al kort genoemd – DSP. Digital Signal Processing ontneemt de last bij de processor, zodat deze het minder zwaar heeft bij het verwerken van effect-plug-ins en andere zware rekenkundige processen. Het verwerken ervan gebeurt namelijk ‘on board’ – ofwel, door de processor in de interface zelf. Hierdoor heb je dus meer rekenkracht over om andere zaken te doen die ook prioriteit dienen te krijgen of gewoon om nóg meer plug-ins te laden!
Echter, FPGA (Field Programmable Gate array) zorgen ervoor dat de DSP-taken efficiënter worden afgehandeld. Waar het op neer komt is dat FPGA gemakkelijker om kan gaan met hoge informatie-flows, zowel in- als uitgaand, ook wel ‘parallel processing’ genoemd. Dit betekent tevens dat het kan fungeren als platform voor hele interessante toepassingen. Zo biedt Antelope Audio in zijn nieuwste producten de mogelijkheid om zeer hoogwaardige effecten en versterkersimulatoren te laden en deze bevinden zich dus in de interface zelf! De noodzaak om dergelijke externe plug-ins te kopen of zelfs te laden, komt dan te vervallen.

ZenTour-large
Afbeelding 5: Antelope Zen Tour audio interface

Dit is het veld waar Antelope Audio momenteel pioniert. Neem bijvoorbeeld de nieuwe Zen Tour van Antelope; er schuilt een enorme kracht onder het exterieur van deze compacte audio interface. Dit is momenteel de enige audio interface van dit formaat die superieure AD/DA converters biedt, uitmuntende preamps bezit, DSP processing én FPGA. Tel hierbij de interne plug-ins op van absolute wereldklasse, gecombineerd met een professionele amp simulator en je hebt feitelijk alles bij de hand voor het maken van professionele opnamen. En, nu dus ook volledig geschikt als mobiele opnamestudio. Je sluit de interface aan op een notebook en je bent ‘good to go’.

Zen Tour vs Apollo Twin

Afgezet tegen de Apollo Twin van Universal Audio, vergelijkbaar in het pro-audio-segment, dan vallen een aantal dingen op. Ten eerste moet gezegd worden dat de Zen Tour duurder is dan de Apollo Twin, maar gezien ze in hetzelfde segment vallen (het midden segment van de pro-audio wanneer we het hebben over het aantal in- en uitgangen/kanalen) is een vergelijking van features en mogelijkheden wel gerechtvaardigd. Hierbij ga ik er vanuit dat je een serieuze muzikant bent of zelfs een studio engineer die gewoon het maximaal haalbare wenst uitgaande van een bepaald budget en voorkeur. Als je iets meer uitgeeft, heb je dan ook (veel) meer? Hieronder een uiteenzetting in een poging tot het vinden van een bevredigend antwoord.

Analoge in- en uitgangen en DSP/FPGA

Wanneer gekeken wordt naar het aantal analoge in- en uitgangen dan zien we dat de Zen Tour van Antelope Audio het dubbele aantal bezit ten opzichte van de Apolo Twin van Universal Audio. Als we kijken naar de microfooningangen dan zijn dit er vier op de Zen Tour tegenover de Apollo Twin die het moet doen met slechts twee ingangen. Hetzelfde geldt voor de Hi-Z-ingangen; twee tegenover 4 van de Zen Tour. Beide interfaces bezitten daarnaast een DSP-processor die de afhandeling van plug-ins en audio-effecten op zich neemt. Echter, bij de Zen Tour valt op dat hier gebruik wordt gemaakt van het FPGA-algoritme. Dit betekent dat de DSP processor verder ontlast wordt en dat dit, zoals eerder aangegeven, een uitstekend platform vormt voor verdere processing. Dit algoritme vind je normaal gesproken enkel in de veel duurdere serie van Antelope en is nu dus toegankelijk voor een breder publiek vanwege de gunstige prijs van de Zen Tour. Met ‘veel duurder’ bedoel ik overigens niet beter, maar de duurdere interfaces bieden simpelweg meer analoge in- en uitgangen die je bijvoorbeeld vindt op het vlaggenschip van Antelope Audio, de Goliath.

DSP-effectsAfbeelding 6: DSP processing: harwarematige amp-simulator en effecten. Bron: antelopeaudio.com

Hardwarematige gitaarversterkermodulatie

In dit geval betekent dat een volwaardige amp simulator en een heel arsenaal aan (gitaar)effecten volledig geïntegreerd in de Zen Tour. Ideaal voor muzikanten die snel schetsen willen maken van ideeën of zelfs gewoon volledige gitaarpartijen wensen op te nemen die meteen te mixen zijn. Dit zijn features die ontbreken bij de Apollo Twin.

Uiteraard kun je dit realiseren, maar dan moeten externe plug-ins worden aangeschaft (in het minst ongunstige scenario) of in elk geval externe plug-ins worden ingeladen. Logic Pro X bezit ook amp simulators, maar zelfs wanneer je met Apple computers werkt, zul je deze toch extern moeten benaderen wanneer je de Apollo Twin aanschaft. Geen ramp, maar omslachtiger dan via de ‘FPGA-oplossing’ van de Zen Tour én gaat met mogelijke latency issues gepaard.

Thunderbolt vs Thunderbolt én USB

Dan is er nog een belangrijk verschil tussen beide interfaces en dat is het type aansluiting. Bij de Apollo Twin is dit enkel Thunderbolt. Prima. Thunderbolt is de snelst beschikbare poort op je Mac op dit moment. Echter, voor maximale flexibiliteit is een bonus USB-aansluiting geen overbodige luxe. Zeker niet wanneer je werkt in verschillende situaties met verschillende systemen. De Zen Tour ondersteunt namelijk beide besturingssystemen: Windows én OS X. Zelfs wanneer je de USB-poort gebruikt van de Zen Tour dan kun je nog steeds de functionaliteit gebruiken van de DSP-processor. Dit betekent dan ook dat je geen last zult hebben van ‘drop-outs’ of andere latency-gerelateerde issues.

Vergelijking: analoge uitgangen

Het aantal analoge uitgangen van de Apollo Twin is de helft van dat van de Zen Tour: vier tegenover acht. Bij de Apollo zijn dit vier lijn-uitgangen. Bij de Zen Tour zien we een aantal interessante features. Ten eerste geldt dat je twee volledig gescheiden hoofdtelefoonuitgangen krijgt. Dit is zeer handig wanneer je met twee personen A/B-vergelijking maakt van mixen of gewoon beiden luistert naar selecties of hele tracks in superieure kwaliteit audio. Handig.
Daarnaast vindt je nog twee ReAmp-uitgangen op de Zen Tour. Hier wordt het écht interessant. Even terugkomend op de interne amp simulator; dit betekent namelijk dat je het signaal van je gitaarpartijen die je hebt opgenomen middels de interne amp sim later kunt laten lopen door je favoriete buizenversterker(s) via de ReAmp-uitgang(en)! Zo kun je dus op een later moment zoveel tweaken als je wilt om je perfecte gitaargeluid neer te zetten. Ultieme creatieve vrijheid dus. Ten slotte bezit de Zen Tour vier monitoruitgangen. Hiermee is het mogelijk om A-B-monitoring toe te passen, zonder dat het hierbij noodzakelijk is om een externe monitor controller in de ‘chain’ te plaatsen. Wederom een bijkomstig voordeel wanneer je mobiel en compact wenst te werken.

Netwerkbeheer vanaf meerdere stations

Ook op dit gebied zie je dat Antelope een voorsprong heeft ten opzichte van Universal Audio en feitelijk op bijna elke andere aanbieder van high-end audioapparatuur op dit moment. De Zen Tour is namelijk te bedienen via mobiele apps en geavanceerde ‘remote apps’ vanaf meerdere locaties zolang deze zich bevinden in hetzelfde netwerk. Zo kun je de Zen Tour aansturen en beheren via een andere PC of notebook, smartphone of tablet. Tel hierbij de superieure AD/DA converters en al even geweldige preamps bij op van de Zen Tour en de paar honderd euro meer is gerechtvaardigd. Je hebt hiermee een professionele audio interface in handen waarmee zelfs de meest veeleisende gebruiker jaren mee vooruit kan.

Apollo 16 vs Orion Studio

Wanneer we kijken naar het vlaggenschip onder de 19 inch audio interfaces van Antelope Audio en Universal Audio dan zien we een zelfde tendens. Zo biedt de Apollo 16 van Universal Audio 16 analoge ingangen via een DB25-connector tegenover 12 ‘native’ gecombineerde XLR/6.35 mm jack-ingangen van de Orion Studio. Daarentegen bezit de Apollo wel 18 analoge uitgangen tegenover 16 van de Orion. Daarnaast kun je via MADI wel 16 kanalen zowel in- als uitsturen middels de Apollo 16. MADI wordt namelijk niet ondersteund door de Orion Studio. Daar staat dan weer tegenover dat de Orion Studio het befaamde Acoustically Focused Clocking (AFC) interne kloksysteem bevat en dus een zeer nauwkeurige overbrenging garandeert van analoge naar digitale signalen. Deze technologie is normaal gesproken enkel te verkrijgen in externe en zeer dure clocking-apparatuur, zoals de Antelope 10MX Rubidium Atomic Clock.

uad_A16_frontAfbeelding 7: Universal Audio Apollo 16 audio interface

Ook bezit de Orion Studio ondersteuning voor zowel Thunderbolt- als USB-connectiviteit, waarbij DSP uiteraard volledig kan worden gebruikt voor een uiterst lage latency. En wederom vindt je twee volledig gescheiden hoofdtelefoonuitgangen en twee ReAmp-uitgangen op de Orion Studio die de Apollo 16 niet bezit. Sterker nog – de Apollo 16 bezit niet eens een hoofdtelefoonuitgang. Dit is opmerkelijk. Voor de ReAmp uitgangen van de Orion Studio geldt hetzelfde als voor de Zen Tour; je kunt je gitaarsignaal eenvoudig routen naar een externe buizenversterker nadat je deze bijvoorbeeld met de ingebouwde versterkersimulator en cabs hebt opgenomen.

Beide interfaces bezitten een in- en uitgang naar een externe word clock, waarbij de Orion Studio kan worden ingezet als master clock, aangezien deze reeds het AFC clocking-systeem aan boord heeft. Kortom, de Orion Studio een aantal significante voordelen ten opzichte van de Apollo 16. Sowieso de vier microfooningangen aan de voorzijde is uiteraard een groot voordeel ten opzichte van de Apollo 16 waarbij deze enkel via een DB25-connector aan de achterzijde van de unit toegankelijk zijn. Daarnaast is de FPGA absoluut een zeer gewaardeerde feature en alleen dit maakt de Orion Studio al interessanter. De parallelle processen die dit algoritme verwerkt, maakt hem vele malen sneller en efficiënter dan de DSP chips in vergelijkbare interfaces. Tel daar de twee hoofdtelefoonuitgangen en de ReAmp-uitgangen bij op en het is evident dat je hier een fantastische interface in handen hebt die voldoet aan de meest strenge eisen en bovendien goedkoper is dan de Apollo 16.

Antelope_Audio_Orion_Studio_frontAfbeelding 8: Antelope Audio Orion Studio audio interface

Final words

Laat ik ten eerste voorop stellen dat beide producenten topproducten voortbrengen. Hier is geen twijfel over mogelijk. Beide partijen kennen de kneepjes van het vak en hebben geruime tijd ervaring in het produceren van voortreffelijke componenten die met gemak tot de beste in het segment gerekend mogen worden. Het respect voor de analoge apparatuur van de gloriedagen wordt altijd gerespecteerd en de liefde en passie voor hun producten springt er vanaf. Echter, bij nadere inspectie hebben de producten van Antelope Audio gewoon de X-factor waarmee men zich werkelijk onderscheidt van de concurrentie. En dan heb ik in dit blog nog niets eens gesproken over het vlaggenschip, de Goliath! DSP is prima, FGPA is geniaal. Dit geldt ook voor de ReAmp-uitgangen. Het zijn dingen waar alleen Antelope over na heeft gedacht zo blijkt. En juist dit – het luisteren naar de gebruiker, en innovatief blijven denken, zet Antelope Audio op eenzame hoogte in het pro-audiosegment.

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter