Opnemen en mixen met hardware-effecten

Met alle plugins die je tegenwoordig kunt toevoegen aan je DAW zou je bijna vergeten dat elk effect vroeger een apart apparaat was dat aangesloten moest worden. Onderdelen konden kapot gaan en er konden koffiekringen op komen. Hardware-effecten worden nog steeds gemaakt. Sterker nog, de nostalgie-trend die we zien in de plugin-branche zien we ook terug bij makers van hardware-studioapparatuur. Van beroemde apparaten zoals de UREI 1176, de Teletronix LA-2A en de Pultec EQP-1a bestaan betaalbare en minder betaalbare kloons. In dit blog vertel ik je hoe je deze apparaten integreert in je digitale setup.

Opnames maken met EQ en compressie

Als je een mooie compressor en/of eq hebt dan kun je die natuurlijk ook gebruiken tijdens de opnames. Bedenk alleen wel dat een compressor of equalizer altijd ná de microfoon preamp hoort te komen in de audioketen. Bij een alles-in-één apparaat zoals een audio interface is dat een probleem. Bij de meeste audio interfaces gaat je signaal namelijk door een voorversterker en dan direct naar een analoog-digitaal-converter. Deze apparaten bieden zelden de mogelijkheid om het geluid na de interne microfoon-preamp af te tappen voordat het de converter in gaat, bijvoorbeeld door middel van een ‘insert’. De enige oplossing is om een losse microfoon-preamp te gebruiken. Deze gebruik je dan in plaats van de microfoon-preamps van je audio interface. Je keten zou er dan bijvoorbeeld zo uitzien:

Microfoon → Losse microfoon-preamp → Equalizer → Compressor → Line-in van je audio interface

» Microfoonvoorversterkers
» Microfoon-channelstrips
» Compressors & Gates
» Enhancers & Exciters
» Effectprocessors

Opnemen en mixen met hardware-effecten
Een microfoonvoorversterker

In the box mixen

Elektronisch muziek produceren: in the box of lekker DAWless?

Volledig mixen in de computer wordt ook wel in-the-box mixen (ITB) genoemd. Dit heeft enorm veel voordelen die niemand kan ontkennen. Ten eerste is er de betaalbaarheid. Effect-plugins zijn veel goedkoper dan hardware-apparaten. Bovendien kun je elke plugin zo vaak gebruiken als de CPU van je computer toelaat. Een hardware-EQ daarentegen, kun je maar voor één kanaal tegelijk gebruiken. Heb je ergens anders ook een EQ voor nodig, dan moet je er nog een kopen.

Ten tweede is er het fenomeen ‘recall’: het opslaan en later opnieuw gebruiken van je instellingen. Als je ‘ITB bezig bent’ met mix A kun je de mix gewoon opslaan, eventjes werken aan mix B en vervolgens mix A weer openen. Als je dit altijd zo gedaan hebt, sta je er misschien niet bij stil hoe hoe makkelijk we het tegenwoordig hebben. Want als je met hardware werkt, moet je alle instellingen handmatig documenteren, bijvoorbeeld op een ‘recall sheet’ of door foto’s te maken. De eerstvolgende keer dat je verder wilt werken aan je mix, moet je eerst alles weer ‘patchen’ en de knoppen goed zetten. Maar als je hier een beetje handig in bent heb je dat in een uurtje gedaan 😛

» Effect-plugins
» DAW-software

Analoog mixen

In een volledig analoge mix-setup gebruik je de computer puur als een soort tape-machine. Nadat alle opnames zijn gemaakt stuur je alle sporen direct weer de computer uit. Ieder spoor stuur je naar een apart kanaal van een mengtafel. Je hebt dus een converter of audio interface nodig met veel uitgangen. De mengtafel gebruik je voor de routing van alle sporen. Inserts kun je gebruiken om individuele sporen door een equalizer of compressor te sturen. Sends kun je gebruiken voor effecten zoals reverb, delay en chorus. Als je mix af is stuur je de stereo-uitgang van de mengtafel naar twee vrije ingangen van je audio interface en neem je de mix op in je DAW. Dit wordt ook wel ‘printen’ genoemd.

» Mengtafels

Opnemen en mixen met hardware-effecten
Een voorbeeld van analoog mixen waarbij de computer alleen als ’tape machine’ dient

Hybride mixen

Wens je nu de flexibele workflow van een DAW, maar heb je een handjevol analoge apparaten met een karakter dat niet te ‘vangen’ is in een plugin? Dan kun je doen wat veel audio professionals doen: voor essentiële elementen in je mix, zoals de lead-zang en drums, gebruik je analoge EQ’s en compressors. Voor al het andere gebruik je plugins. Een hybride setup dus. Vrijwel iedere DAW heeft wel een I/O plugin of iets met een vergelijkbare naam. Hiermee stuur je de audio track waar je de plugin op hebt gezet naar de gewenste analoge uitgang van je audio interface. Vervolgens stuur je het signaal door één of meerdere hardware apparaten en daarna sluit je het weer aan op een vrije input van je audio interface. In de I/O plugin kies je deze input om het signaal terug te laten komen op de audio track waar het vandaan kwam. Deze AD-DA roundtrip veroorzaakt wel een beetje latency. Vandaar dat dit soort I/O plugins een zogeheten ‘ping’-functie hebben waarmee ze de latency automatisch compenseren. Houd er ook rekening mee dat offline exporteren of ‘bouncen’ zoals je dat normaal doet in je DAW niet werkt als je externe apparatuur gebruikt. Je zult de track simpelweg moeten opnemen op een nieuw spoor. Als je dat hebt gedaan, zitten je externe effecten ingebakken in het signaal en kun je je apparaten weer loskoppelen en gebruiken voor iets anders.

Opnemen en mixen met hardware-effecten
Een voorbeeld van routing bij hybride mixen

Patchbay

Als je een leuke verzameling hardware processors hebt, dan wordt het misschien tijd om één of meerdere patchbays aan te schaffen. Want je wilt niet iedere keer achter je bureau hoeven kruipen om een apparaat aan te sluiten. Alle in- en uitgangen van al je apparaten sluit je aan op de patchbay. Dat is even een hoop werk maar dan heb je wel alle aansluitingen bij elkaar op een overzichtelijk paneel en kun je met korte kabeltjes een effectketen maken.

» Patchbays

Opnemen en mixen met hardware-effecten

Een patchbay

Summing mixer

De reden waarom veel studio’s nog werken met een mengpaneel is niet alleen vanwege de routingmogelijkheden maar ook vanwege de klank. Elk kanaal heeft tientallen transistors, condensators en transformators. Deze doen allemaal iets met het geluid. Bovendien hebben al deze componenten allemaal minuscule afwijkingen waardoor elk kanaal net iets anders klinkt. Dit alles zorgt ervoor dat je mix voller klinkt en er meer scheiding is tussen de kanalen.

Als je nu overwegend ITB werkt, dan kun je je mix alsnog het karakter van een analoge mengtafel meegeven door alle sporen van je mix naar de kanalen van een mengtafel te sturen. Alle faders laat je op 0 staan en voor stereo-sporen draai je de pan-knoppen hard links en hard rechts. Vervolgens neem je de master outputs van de mixer op op een nieuw stereospoor.

Niet iedereen heeft de ruimte en het budget voor een studiomengtafel. Het is ook een beetje zonde als je de mixer alleen gebruikt voor het samenvoegen (summen) van al je sporen. Daarom bestaan er ook summing mixers. Een summing mixer is een sterk vereenvoudigde mixer met als enige doel: jouw mix het karakter van een analoge mixer meegeven. Summing mixers passen meestal gewoon in een 19 inch rack en kosten een fractie van een SSL-, Neve- of API-mengtafel.

» Summing mixers

Opnemen en mixen met hardware-effecten
Een summing mixer

Zie ook

» Studio-randapparatuur
» Mengtafels
» Summing mixers
» Patchbays
» Effect-plugins
» DAW-software

» Elektronisch muziek produceren: in the box of lekker DAWless?» Hoe je een hele band tegelijk opneemt – Audio interface, recorder of mixer?
» Singer-songwriter opnemen – Zo doet een geluidstechnicus dat
» Overspraak in geluidsopnames? Zo voorkom je ‘mic bleed’
» Wat is direct monitoring?
» Wat is een loadbox en hoe gebruik je deze?
» Wat is re-amping en hoe werkt het?
» Hoe voorkom je latency in DAW-software?

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter