Wat is een reverb-effect?
Gepubliceerd op donderdag 14 juni 2018
Effecten, welke zijn er en wat doen musici ermee? Ze zijn zowat overal aanwezig, maar zie je door de bomen het bos niet meer? Dit blogartikel is er speciaal voor iedereen die nog de eerste stappen moet zetten in de wereld van muziektechnologie. In dit artikel bespreken we reverb, ofwel: galm, zowel de achtergronden als de toepassingen.
Galm
(Engels: reverb, reverberation)
Dit is een van de meest gebruikte effecten omdat het een zeer natuurlijk effect is. Waar je je ook bevindt, of het nou een concertzaal is, je kelder, je zolder, of in een dal in de Alpen, er is overal sprake van akoestiek. Dit betekent dat de klank die je krijgt door te spreken of door een instrument te bespelen weerkaatst tegen de omgeving (muren, bergen, ramen etc.). Hoe groter de afstand van die muren tot de bron, hoe langer het duurt voordat de weerkaatsingen teruggekeerd zijn.
De centrale ruimte in een grote kerk heeft een gigantische galm, in sommige kerken is deze meer dan tien seconden lang! Dit betekent in de praktijk dat de meest nabije muren als eerste hun klankweerkaatsingen geven, de muren die wat verder weg staan doen er wat langer over. Je krijgt dus een hele hoop weerkaatsingen terug, ieder met z’n eigen galmtijd. Als je in een kerk met je vingers knipt zul je een duidelijk klank horen die geleidelijk aan zachter en doffer wordt. Dit noemen we de galmstaart, in principe heeft deze een ruizig en complex karakter. Het is mede deze galm die ervoor zorgt dat zangkoren en het kerkorgel in die kerk zo enorm machtig klinken.
Algoritmisch
In de wereld van DSP (dus chips en software) zijn er meerdere manieren om een mooie galm te creëren. De eerste is de bekendste en goedkoopste methode: met een algoritme. De precieze werking ervan valt een beetje buiten de kaders van dit blog, maar het is een complex netwerk van eenvoudige echo’s. Zeker afdoende voor veel producers, en sommige galmalgoritmes zijn ook echt mooi. Door de eenvoud is dit algoritme ook beschikbaar in kleinere producten, zoals effectpedaaltjes voor gitaristen en voordelige effectapparatuur.
Klik hier voor een overzicht van stompboxes die reverb of delay bieden.
Klik hier voor een overzicht van multi effect-units, voorzien van onder meer reverb.
Klik hier voor een overzicht van galm software.
Convolutie
De tweede methode is convolutie. Een vrij zwaar begrip, maar het komt neer op het volgende. Iemand gaat naar een concertzaal of kerk, schiet binnen een alarmpistool af, en neemt intussen met een stereomicrofoon de eerder genoemde galmstaart op. We spreken hier over een ‘impulse-response’, waarbij het alarmpistool de impulse is en de galmstaart de response. Deze galmstaart is een soort vingerafdruk van de akoestische ruimte, en met de juiste software kun je deze vingerafdruk zelf weer toepassen op je eigen instrumenten! Het voordeel mag duidelijk zijn: de klank is zó authentiek dat daar geen algoritmische galm tegenop kan. Nog een voordeel is dat het systeem eigenlijk met iedere ruimte werkt. Wil je de zaalakoestiek van Abbey Road of de Royal Albert Hall (beide in Londen). Dat kan! Of toch liever onze eigen trots: het Amsterdamse Concertgebouw? Geen probleem! De enige vereiste is dat iemand ooit die vingerafdruk (met dat alarmpistool) gemaakt heeft en beschikbaar stelt, maar dat doen bedrijven gelukkig al een tijdje. Met name fabrikanten die convolutiesoftware op de markt zetten leveren dit soort vingerafdrukken mee.
Klik hier om akoestische vingerafdrukken van Sony te downloaden. Deze zijn in ieder geval geschikt voor Acoustic Mirror (Sound Forge Pro – Windows)
Nadelen aan een convolutiegalm zijn er echter ook. De techniek is redelijk zwaar. In 1999 bracht Sony de DRE S777 op de markt, een convolutiegalm in een 2-unit 19 inch rack met een kostenplaatje van omgerekend vele duizenden euro’s. Een beetje computer is vandaag de dag gelukkig goed in staat om zo’n galm zelf toe te passen. Desalniettemin blijft een convolutiegalm een echte kostenpost voor je processor. Een ander nadeel is dat de karakteristiek van zo’n klankmatige vingerafdruk niet echt aangepast kan worden, die concertzaal blijft immers dezelfde zaal. Wie tien unieke akoestische locaties van zo’n zaal nodig heeft moet dus tien opnames maken; de stereomicrofoon op dezelfde plek, het alarmpistool steeds op een andere plek.
Nu is dat overigens niet helemaal waar, natuurlijk kan die vingerafdruk aangepast worden, het is immers gewoon data. Die data is ook gewoon in te laden als audio, je ziet dan een complex stukje ruis dat naar het eind toe in luidheid afneemt. Aanpassen zou zo makkelijk moeten zijn als het toepassen van een equalizer, compressor, stutter, of zelfs een andere galm. De vraag is echter wat voor resultaat het oplevert. Een marmeren standbeeld in een concertzaal heeft (subtiel) invloed op de unieke klankkleur van de galmstaart, en is dan ook vertegenwoordigd in de vingerafdruk van die zaal. Een vage bewerking op een vingerafdruk kan hooguit heel basaal zijn, het is praktisch niet mogelijk om zelf met de muis of met een formule de suggestie van een standbeeld toe te voegen aan een vingerafdruk.
Wat wél kan, en dit zal de creatievelingen aanspreken, is het maken van een eigen vingerafdruk. Niet van een zaal of andere akoestische ruimte, maar van ‘iets’. Dit kan een opname zijn van een instrument, een dialoog uit een film, of gewoon een paar tellen aan ruis. Stel dat de te gebruiken vingerafdruk bestaat uit een harp-glissando, en deze ‘galm’ wordt toegepast op een enkele slag op een xylofoon.. je hoort dan een xylofoon en harp-glissando in één. Met bijvoorbeeld het ‘Acoustic Mirror’-effect van Sony Sound Forge kan dit fenomeen al jaren.
De toepassing van galm
Tot zover deze inleiding, want het toepassen ervan is natuurlijk veel leuker. Een galm heeft enkele voordelen of consequenties:
Je waant je met een flinke galm in een grote ruimte. Voor zelfgeproduceerde orkestmuziek is dat zeer gewenst aangezien dergelijke muziek in principe in een grote ruimte gespeeld wordt. Meer in het algemeen is galm ideaal om een gevoel van grootsheid weer te geven, ook als daar akoestisch geen reden toe is. Hoe zit dat? Stel dat je muziek maakt met in je hoofd het beeld van een zandwoestijn. Die woestijn is zelf qua geluid natuurlijk gortdroog, daar hoor je nagenoeg geen galm. Maar omdat een woestijn nogal uitgestrekt is kun je met muziek en een lange galmstaart de suggestie van een grote omgeving wekken.
Waarom zingen (sommige) mensen onder de douche? Simpel: de badkamergalm verbetert kleine intonatiefoutjes. Hoe werkt dit? Je kent wellicht het fenomeen van een niet-getraind zangkoor of een schoolklas. Allemaal zingen ze zo vals als kraaien, maar omdat het er bijvoorbeeld twintig zijn is de gemiddelde toonhoogte juist wél weer treffend. Als iemand die te laag zingt wordt gecompenseerd door iemand die te hoog zingt dan is het netto resultaat een zuivere doch brede toonhoogte. Welnu: zing solo door een flinke galm, en de galmstaart geeft je het effect van het zingen in een koor. Iedere reflectie is immers een herhaling van het bronsignaal. Wie eerst te laag zingt, en kort daarna te hoog zal door de galm een gemiddelde toonhoogte horen die precies juist is, zij het dat de toonhoogte wat breed is. Omdat een koor vetter klinkt dan een solist zou je kunnen stellen dat een galm een enkel instrument gewoonweg vetter laat klinken. Het instrument moet dan wel subtiel z’n toonhoogte kunnen veranderen tijdens het spelen. Bij een accordeon is dat bijvoorbeeld niet mogelijk, bij een viool en zangstem weer wel. Oude analoge synthesizers waren niet altijd even stabiel qua toonhoogte, daar is in combinatie met een galm ook flink geprofiteerd van deze toonhoogteschommelingen. Dit is dan ook gelijk een wereldtip als je zelf klanken wilt maken met een synthesizer: zorg dat de toonhoogte schommelt, bijvoorbeeld door een vibrato, maar ook (indien mogelijk) door een onregelmatig vibrato. Je krijgt dan in combinatie met een galm een erg lekkere klank!
Bij grote hoeveelheden galm wordt je klank meer diffuus, ‘vager’ en uitgestrekter. Voor bepaalde genres is dit zeer welkom, zoals Ambient and New Age. Dit soort genres kunnen op hun beurt ook bruikbaar zijn in tv-, game en filmmuziek. Let erop met wie je spreekt over galm. Als je een mixing-engineer spreekt over gemiddelde popmuziek, of iemand die een optreden moet uitversterken en mixen, dan zul je horen dat ze een beetje op de hoede zijn voor grote hoeveelheden galm. De ideale galmtijd is namelijk evenredig aan het tempo van je muziek. Voor snelle muziekbewegingen moet je heel erg opletten dat je niet te veel galm gebruikt, en niet al te lange galmstaarten. Een langzame muziekbeweging kan echter prima een wat forsere galm verdragen. Dát is dan ook het onderscheid dat je zelf kunt maken, wat anderen ook zeggen.
Lees ook het Bax-blog over studio akoestiek.
Valkuilen van galm
Er zijn meerdere aspecten aan een galm die allemaal hun eigen consequenties hebben. Maak hier fouten mee en je verknalt je productie, genadeloos! Schrijf dit op en plak het aan de muur.
Lengte van de galm
Als de galm lang duurt worden je individuele noten in een melodie een stuk vager. Met name in het mid-laag moet je opletten dat de galm niet té aanwezig is. De reden is dat daar je bassen zitten, en die wil je juist erg strak houden. Een bas kan niet echt goed de galm van een naastliggende noot verdragen. Een manier om dit omzeilen is het filteren of equalizen van je galm, waarmee je het mid-laag kunt verwijderen (of in ieder geval verminderen).
In de hoogte kunnen je noten juist wat meer galm verdragen. De hoge snaren van een harp, piano, viool of gitaar zitten elkaar minder in de weg dan bij lage snaren.
Speel je live, of houd je van improviseren? Dan is ‘anticiperen’ het grote toverwoord. Met een grote galm kun je namelijk prima spelen. De galm vertelt je min of meer wanneer het een klankmatige puinhoop wordt, dat pak je als speler gauw op. Voor je het weet speel je op een zodanige manier dat je geen problemen ondervindt met een luide of lange galm. Dit principe is redelijk vergelijkbaar met het sustainpedaal van een piano. Speel met het pedaal voortdurend naar beneden en je hoort vanzelf wat er wel en niet kan, dit mechanisme is voor galm niet echt anders.
Breedte van de galm
In principe zal een goede galm mooi stereo klinken (of zelfs surround). Dit houdt in dat de eerder genoemde vingerafdruk aan de linkerkant anders is dan aan de rechterkant. Het voordeel is dat je een lekkere grote sound krijgt. Het nadeel is dat als ál je instrumenten (in mindere of meerdere mate) door deze galm gaan, dat dan alles even groot en breed is. Dit lijkt heel leuk, maar er treedt qua klankbeeld wel heel gauw een soort verzadiging op; je mix wordt erg diffuus. Een oplossing kan zijn het smaller maken van de galm, met een stereo-imager (software), of het meer naar het midden toe pannen van je effect-return op een mengpaneel. Dit werkt dan uiteraard alleen als je de galm laat terugkomen naar twee monokanalen met elk een eigen panning. Orkestmuziek werkt overigens vrij goed met een enkele brede galm, het is een beetje genre-eigen.
Helderheid van de galm
In kleine/oude op samples gebaseerde synthesizers of keyboards zijn de samples (de klanken) wat minder levendig vergeleken met de samples van vandaag. Het hele verhaal hierachter is wat te technisch voor dit artikel (misschien ooit in een ander artikel), maar in kleine statische samples zit niet zo veel leven. Een galm kan dit leven er een beetje in terugbrengen mits er genoeg hoge tonen worden gereflecteerd, en met een ruime galmtijd. Het is een beetje tissssssssshhhh (veel hoge tonen) versus tisuuuoooooew (afnemend aantal hoge tonen). Het lijkt een mooie oplossing, maar het is tegelijkertijd een erg rottige valkuil. Gebruik zo’n heldere galm op je mix, en het resultaat is al gauw een grote puinhoop die erg goedkoop klinkt.
Daarbij is het ook onrealistisch, de galm van een echte akoestische galm (concertzaal, kerk) zal geleidelijk aan hoge tonen verliezen. Dit is het gevolg van het materiaal van de muren, de gordijnen, het hout.. alles eigenlijk. Deze materialen absorberen de energie van de klank, en dan met name de hoge tonen. Deze hoge tonen delven dus als eerste het onderspit, en dat is misschien maar goed ook. Wie een kunstmatige galm op z’n mixage wil toepassen moet er dus niet bang voor zijn dat er te weinig leven in een galm zit. Te véél leven is echt niet fijn. In een convolutiegalm zit dit probleem uiteraard niet, die galm is een vingerafdruk van een zaal zoals hij is.
Het is een beetje veel
Stel, je wilt wel een bepaalde grootsheid in je klank hebben, maar een grote/intense galm klinkt té groot? Je kunt dan beter kiezen voor een wat subtielere galm, aangevuld met een net zo subtiele delay (met wat feedback). Die delay levert vanzelfsprekend ook reflecties op, maar ze zijn veel minder intens dan de reflecties van een galm.
Algemeen
Galm is een fenomeen waar je pas écht goed mee om kunt gaan als je er al een tijdje ervaring mee hebt opgebouwd. Het is wat dat betreft net autorijden, de echte ‘feeling’ is iets dat je niet op dag 1 in de vingers hebt. Met galm is het mogelijk een stuk muziek te laten leven, en het is net zo makkelijk om een goede track er finaal mee om zeep te helpen.
Zie ook
» Digitaal mixen combineren met hardware-effecten – Dat werkt zo
Maarten, sinds 2012 fulltime copywriter bij Bax Music, is journalist, muziektechnoloog en componist met credits in tv, film, games en theater. Hij geeft graag tekst en uitleg over alles wat muzikaal gebruikt kan worden.
In deze video gebruiken ze een recerb.
Weten jullie welke dat kan zijn en hebben jullie deze?
https://www.youtube.com/watch?v=LIr9v1Ry2cw