Zelf muziek masteren: 5 tips om je op weg te helpen
Gepubliceerd op woensdag 13 juni 2018
Masteren, daar begin je niet aan als gewone sterveling. Of toch wel? Het is een veelgehoorde opvatting, maar aan de mogelijkheden die DAW’s en plug-ins tegenwoordig bieden zal het niet liggen. De volgende 5 tips helpen je een heel eind op weg als je zelf muziek wilt masteren.
- Wat is mastering eigenlijk?
- 1. Een goed begin
- 2. Referenties
- 3. Sterrenstof
- 4. Extra oren
- 5. Hoe hard is hard genoeg?
- Interview: Mastering engineer Gert Vanhoof
- Interview: Mastering engineer Igor Vokjan
- Zie ook
Wat is mastering eigenlijk?
Mastering is de laatste stap in het productieproces waarin je ervoor zorgt dat de muziek zo goed mogelijk tot zijn recht komt, waar je ook luistert. Als de mix af is voeg je per nummer alle sporen samen tot een stereo file. In een apart mastering project zet je de stereo files op een rij en stem je de levels en timbres (klankkleur) op elkaar af. Vervolgens kun je de nummers wat meer karakter geven met eq, compressie en verzadiging.
1. Een goed begin
Begin pas met masteren als de mix echt af is. Als je bij het masteren problemen tegenkomt in individuele instrumenten of in de balans kun je dit beter oplossen in de mix, hier heb je immers de individuele sporen tot je beschikking. Let er ook op dat je tijdens het mixen niet teveel eq en compressie gebruikt op het masterkanaal. Hou in de mix voldoende headroom over voor het masteringproces. Gebruik hier dus geen limiter.
2. Referenties
Vergelijk je nummers met commerciële releases uit hetzelfde genre. Misschien heb je in je thuisstudio geen full-range monitors staan zoals in een masteringstudio, en waarschijnlijk is de akoestiek ook niet optimaal. Maar door je muziek te vergelijken met je grote voorbeelden kun je wel voorkomen dat je nummers heel erg uit de toon vallen.
Luister ook eens in de auto hoe je nummer zich verhoudt tot andere nummers. En op een telefoon, en op een laptop. Let er wel altijd op dat je het volume van de referentietrack gelijk trekt met jouw nummer. Anders hoor je alleen het volumeverschil en niet het verschil in timbre.
3. Sterrenstof
Probeer niet om er een compleet ander nummer van te maken. Het geheim van het befaamde sterrenstof waar mastering engineers bekend om staan zit hem in subtiele aanpassingen. Met een equalizer kun je bijvoorbeeld het timbre subtiel aanpassen zodat het meer gaat lijken op je referentietrack. Werk hier met brede banden en gebruik geen boost of cut van meer dan 2 dB. Versterk de samenhang tussen de instrumenten met een compressor. Let op: het doel is hier niet om je track harder te maken. Gebruik een trage attack en een snelle release. Kies een lage ratio en mik op een maximale gain-reductie van 1 a 2 dB.
4. Extra oren
Spreek met een collega-producer af om elkaars muziek te masteren. Zo heb je altijd nog een paar frisse oren dat naar je muziek luistert voordat je deze aan de wereld laat horen. Eventuele eigenaardigheden in de mix hoor je na duizend keer luisteren niet meer maar je collega die het nummer voor het eerst hoort waarschijnlijk wel.
5. Hoe hard is hard genoeg?
Optimaliseer het volume van je track voor streaming platforms. Het heeft geen zin meer om je muziek extreem hard te maken. Muziekaanbieders zoals Spotify en iTunes maar ook YouTube hanteren loudness normalisatie. Als je nummer harder is dan hun loudness target zetten ze het gewoon zachter. Kies een level meter die zowel het piekniveau als het RMS (of LUFS)-niveau laat zien en zet deze helemaal achteraan in je keten. Stel je brick-wall limiter zo in dat pieken niet boven de -1 dB TP (true peak) uitkomen en het RMS niveau rond de -14 dB schommelt. Je muziek zal op deze manier niet of nauwelijks zachter worden gezet, waardoor je het volledige dynamische bereik van het medium benut.
Interview: Mastering engineer Gert Vanhoof
“Je kan mastering vergelijken met de eindredactie van een magazine”, zegt professioneel mastering engineer Gert Vanhoof. “Voordat het artikel wordt gedrukt, worden de foutjes eruit gehaald. Het is de journalist die het verhaal schrijft en de woorden kiest, niet de eindredactie.” Het is een uitspraak van iemand met twintig jaar ervaring die de mastering verzorgde voor namen als Half Way Station, TMGS, Ellen Schoenaerts en vele anderen. ”Als mastering engineer ben je vooral de ‘derde opinie’ (naast de band en de mix engineer/producer). Door de tracks te onderwerpen aan een kritische blik op het vlak van geluidtechnische eindafwerking, zorg je ervoor dat de essentie van het nummer des te meer in de verf wordt gezet. Die geluidtechnische afwerking bestaat meestal uit het toevoegen of wegcutten van bepaalde frequenties, compressie, limiting en soms een streepje reverb.” Uiteraard beperkt mastering zich niet tot het wegwerken van schoonheidsfoutjes. “Meestal wordt er tijdens de mastering ook beslist wat de volgorde van de tracks zal zijn. Daarnaast zorgt mastering voor een zekere consistentie in het album, wat des te interessanter kan zijn wanneer de tracks op het album door verschillende personen werden gemixt. Alle volumes worden op elkaar afgestemd, zodat de nummers aanvoelen alsof ze even luid zijn. Ook wordt ervoor gezorgd dat de tracks de juiste codering meekrijgen die nodig is voor een professionele cd-perserij.”
Dure tape
“In essentie was mastering niets anders dan een louter technische kwestie. Het fenomeen ontstond toen er nog alleen analoog kon worden opgenomen, op band dus. Een tape heeft echter een beperkte dynamiek, dus de noodzaak tot het verkleinen van het dynamische bereik sprak voor zich. Daarnaast was het gebruik van een tape een vrij kostbare aangelegenheid. Men wou de dure ‘mastertape’ zo snel mogelijk omzetten naar een veiliger en goedkoper medium zoals vinyl.” Je mag ervan uitgaan dat de mixing engineer reeds een perfect eindresultaat heeft afgeleverd; in een studio ga je immers ook uit van de perfecte akoestiek. Toch is dit niet altijd het geval. “Dat heeft vooral te maken met emotionele betrokkenheid”, legt Gert uit. “Sinds de vakgebieden meer en meer in elkaar overlopen, is de mixengineer ook vaak de producer of zelfs een medecomponist. Dat betekent dat de mix engineer de nummers dermate goed kent, dat er subjectieve factoren gaan meespelen. Na een tijdje wordt het aldus een stuk moeilijker om probleempunten aan te pakken. Vergelijk het gerust met het fenomeen dat je vaak aan homerecordings kan horen door welk bandlid de tracks werden gemixt: vaak staan zijzelf veel te hard of net té zacht in de mix.” Dat wil niet zeggen dat Gert de bedoelingen van de mix engineer in de wind slaat. “Een slechte mix bestaat eigenlijk niet. Veel hangt af van de context. Een nummer van de Beatles kan perfect overeind blijven met een subtiele punchy baslijn, terwijl in dancemuziek de rest van het arrangement vooral op de bas wordt gebouwd. Als mastering engineer kan je wel dingen naar voren schuiven of proberen te gaan voor een compromis of een herziene mix, maar uiteindelijk is de klant koning.” Die emotionele betrokkenheid is ook een van de redenen dat Gert vooral op laag volume werkt. “Je creëert sowieso meer impact zodra het nummer luider wordt afgespeeld. Tijdens de mastering is het net de bedoeling om de impact van het nummer op elk systeem en volume gelijkwaardig te krijgen. In mijn studio klinkt alles relatief gezien nogal ‘plat’, maar dat is vooral een pluspunt. Als ik een klassiek orkest ga bewerken op het niveau waarop de dirigent het hoorde, komt de impact van het volume, en niet meer zozeer van de perfecte balans.”
Werkwijze
Gert werkt met de stereo wavefiles die worden aangeleverd door de mixing engineer. Die worden geladen in de computer en gaan vanaf dan door een high-end ketting van convertoren en effectapparaten. “Weer omwille van eventuele emotionele betrokkenheid, probeer ik steeds binnen maximaal tien minuten een eerste idee te hebben van de bewerking. Vertrekkend vanuit een ‘preset’ in mijn hoofd kunnen we vanaf dan alle kanten uit”, verklaart Gert. Meestal begint hij met een zeer ‘muzikale’ equalizer als plugin in zijn DAW. “Zo’n equalizer is door zijn intuïtieve gebruik en breedbandige filters heel fijn om extra laag toe te voegen of een streepje tophoog. Daarna gaat het signaal naar een digitale Weiss-equalizer. Die heeft smallere filters en is dus meer geschikt voor het precisiewerk. Daarna wordt het boeltje ‘gelijmd’ en opgetrokken in volume met de analoge compressor en limiter.” Ook de convertoren tussen de signaalketen kunnen een rol spelen. “Er is de optie om het geluid nog even te kleuren door middel van buizen in de convertor. En daar wordt ‘gain-staging’ erg belangrijk: in tegenstelling tot digitale apparatuur reageren analoge tools anders, afhankelijk van de sterkte van het signaal dat erin wordt gestuurd.”
Aflevering voor mastering
Standaard worden de nummers die moeten worden gemasterd aangeleverd in wave-formaat, 44.1 kHz – 24 bit. Meestal wordt een eindvolume met pieken op -6db gehanteerd, om genoeg ‘headroom’ te bewaren voor nabewerking tijdens de mastering. Gert vindt dit echter geen must: “Het is vooral vervelend om reeds te moeten vertrekken vanuit een extreem beperkte dynamiek. Je kan de boel wel proberen te decompresseren, maar dat heeft ook slechts impact op de pieken. Wanneer de pieken van de mix tot 0 dB gaan, kan ik de track gerust zelf stiller de keten insturen. Een te stille mix is tegenwoordig sowieso geen probleem meer; het volume moet toch worden opgetrokken, en het was alleen in het analoge tijdperk dat ruis nog écht een probleem was. Ook de effecten op de masterbus spelen mij over het algemeen geen parten. Een beetje compressie om de track te ‘lijmen’ of wat weggecut laag kunnen de mix sowieso typeren. Tenslotte ga ik slechts aan de slag met het idee dat vers uit de studio kwam.” Een opkomende manier van werken is ‘stem-mastering’. Hierbij levert de mixengineer de bewerkte tracks af per instrument in plaats van een stereospoor. Gert is echter geen voorstander van deze manier van masteren. “Dan heb je het uiteindelijk gewoon over het mixen van de nummers. Op die manier gaat de essentie van mastering helemaal verloren. Wat wel gebruikelijk is, is dat er meerdere versies van één nummer worden afgeleverd, bijvoorbeeld een extra versie met vocalen op -3db, aangezien bewerkingen als compressie en limiting effect kunnen hebben op de manier waarop de stem zich manifesteert in het nummer.”
Mysterieus beroep
Gert moet lachen als hem wordt gezegd dat mastering wordt gezien als een mysterieus vakgebied in de muziekindustrie. “De enige reden die ik hiervoor kan aanvoeren, is dat een muzikant of mixengineer dit eigenlijk perfect zelf kan”, laat hij weten. “Iedereen is in de mogelijkheid om high-end randapparatuur en goede monitors aan te schaffen. Het ironische is dat mastering vooral een irrationele aangelegenheid is; niemand heeft de waarheid in pacht. Ook een mastering engineer moet, ondanks de hoogtechnologische tools waarmee hij werkt, werken vanuit zijn gevoel. Ik zou een slechte mix engineer zijn: laat mij de puntjes maar op de i zetten.”
Interview: Mastering engineer Igor Vokjan
Mastering engineer Igor Vokjan is een door de wol geverfde audiotechnicus die graag zijn kennis deelt. Hij legt uit wat het meest mysterieuze onderdeel van het studiowerk inhoudt: de magie van het masteren ontrafeld.
Een perfecte mix-opname
“Voorwaarde voor een mooi muzikaal eindproduct is een weloverwogen begin”, aldus Igor. Om het beste uit je mastering te halen heb je tijdens je opnames en het mixen over alles nagedacht. Hoe ver zet je je microfoons van je instrumenten? Welke apparatuur gebruik je (niet)? Hoe mix je de sporen tot een vloeiend geheel? Als aan de juiste voorwaarden is voldaan haal je het beste uit je mastering. Hoewel dat vanzelfsprekend klinkt, vertelt Igor dat slecht overwogen keuzes tijdens opnames er vaak toe leidden dat hij beperkingen in de mastering ondervindt. Vandaar dat we het cliché nog maar eens van stal halen: bezint eer ge begint! Overleg van tevoren in detail met je studiotechnicus welke sound je wilt en hoe jullie die gaan verkrijgen. Maar voor nu gaan we er voor het gemak vanuit dat hier keurig aan is voldaan. Het eerste ingrediënt voor een geslaagde mastering procedure is een perfecte mix-opname.
Een uitstekend stel oren
Igor: “Het eerste wat ik doe als ik een track ga masteren, is luisteren. Daarna luister ik nog eens beter en dan nog een keer of veel. Ik wil aan de ene kant helemaal snappen en voelen wat de sound en stijl van het stuk is, zodat ik er daarna een passend, goed gedoseerd sausje overheen kan gooien. Aan de andere kant speur ik naar de kleinste oneffenheden en meest subtiele disbalans. Daarna kan ik aan de slag om deze op te heffen. Ik luister, kortom, om te horen waar de mogelijkheden liggen om een track of album verder te perfectioneren.” Dat snap je. Luisteren kunnen we allemaal. Tenminste, dat zou je denken. Maar een goede masteraar hoort veel meer dan de gemiddelde luisteraar. Pas door het verschil van voor-en-na-mastering te beluisteren besef je hoe verfijnd het gehoor van een goede mastering engineer moet zijn. Het verschil zit hem in de subtiele details die een leek niet kan benoemen, maar wél ervaart.
De juiste apparatuur
Na het luisteren heeft Igor een plan. Het is tijd voor techniek en hij gaat aan de slag met de bewerking van de track(s). Die slag, waar hij aan gaat, bestaat uit een aantal facetten. Eerst worden de hoge en lage tonen waar nodig gebalanceerd. Als de tonale balans evenwichtig genoeg is luistert Igor naar de dynamiek van een stuk. De energie die er in een mix zit moet kloppen met de stijl en het genre van een stuk en overeenstemmen met de wens van de muzikant/klant. De harde en zachtere delen van de muziek moeten in harmonie gebracht worden, zodat het stuk in iedere vorm en drager tot zijn recht komt. Dat doet Igor door stukken te comprimeren (hardere passages worden zachter) of expanderen (zachtere passages worden harder). Een volgende stap in de mastering-procedure is het levellen van muziek. Bij een album moeten de afzonderlijke tracks een kloppend geheel vormen. Met het levellen maakt Igor de songs tot een logisch verhaal. Begin en eind van songs worden mooi opgebouwd en afgerond en er wordt voor gezorgd dat de muziek binnen het geluidsbeeld van het genre past.
Tussen aanpassing en eigenheid
Dat levellen, dat heeft wat voeten in aarde, vertelt Igor. Daarin schipper je als masteraar (en muzikant) vaak tussen de eisen van de markt en je eigen voorkeuren. “Er heeft bijvoorbeeld decennia lang een loudness-oorlog gewoed, waarbij het de sport was songs tot het uiterste te pushen. Dit zogenoemde brick-limiten haalt alle nuance uit de muziek en maakt hiermee dat het snel in het gehoor springt van de luisteraar. Gevolg is dat overgecomprimeerde muziek de norm werd. De muziek werd steeds minder verfijnd en neigde naar een overstuurd geluid. De hardste schreeuwer wint als het ware.” Igor liet het ons horen en inderdaad, een onprettige, wat hysterische song walste door de studio en over ons heen. De genuanceerdere versie die daarna klonk was veel aangenamer. Betekent dit dat je als muzikant soms concessies moet doen ten koste van je kwaliteit om beluisterd te worden? Of kun je beter trouw blijven aan je eigen sound, waarmee je de concurrentie niet kunt overstemmen? “Nee”, stelt Igor, “ook hier gaat het om het vinden van de juiste balans. Ik master zo dat ik een evenwicht vind tussen de eisen van de markt en de eigenheid en wensen van de klant. Gelukkig is er in deze speelruimte veel moois te maken.”
Masteren is magie
Hoewel de ingrediënten van het masteren door Igor inzichtelijker werden gemaakt, blijft het een magisch vak. De tools om deze kunstvorm te verrichten bestaan uit gave muziek, een geweldig gehoor en goede apparatuur. Zorg dat jij, als je de studio induikt, goed geïnformeerd aan je opnames begint. En denk mee met de masteraar, want hoe duidelijker jouw inbreng, hoe beter hij jouw gewenste sound kan benadrukken. Als je samen de nodige geluidstechnische draken weet te verslaan en een vleugje mastering-magic toevoegt… Nou ja, dan wordt jouw muzikale sprookje wellicht werkelijkheid. En dat je release vervolgens nog lang en gelukkig beluisterd moge worden.
Durf jij het aan, zelf muziek masteren – of laat je het toch liever over aan een professional? Deel hieronder je ervaringen met ons en andere lezers!
Meer lezen?
» 5 manieren om je mix harder te laten klinken
» Loudness War: hoe hard is hard genoeg?
» Compressors, wat zijn het en hoe gebruik je ze?
» Hoe kies ik de juiste DAW-software?
» Wat kost een videoclip maken?
Stefan werkt sinds 2015 bij Bax Music. In zijn vrije tijd is hij regelmatig in de weer met allerlei studio-apparatuur zoals microfoons, compressors en equalizers. En als hij aan het werk is trouwens ook. Verder is hij ook vaak op het podium te vinden, maar dan als drummer.
Nog geen reactie...