Stembreuk: wel of geen probleem?
Gepubliceerd op maandag 6 april 2020
In onze serie over zangtechniek hebben we meerdere keren aandacht besteed aan zingen met en zonder compressie. Eén aspect daarvan is tot nu toe onderbelicht gebleven. De overgang van zingen met compressie naar zonder compressie (en andersom) levert een zogeheten stembreuk op. Hoe kun je daarmee omgaan?
Boven: Beyoncé in 2011 – Foto (bewerkt): Beyoncé (New York), van Claudio Mariotto, licentie CC BY 2.0
- Compressie
- Goed beheersen
- Stembreuk
- Belcanto en stembreuk
- Estill en Sadolin
- Voorkomen of verbergen
- Harde lijn
- Zachte lijn
- Altijd met compressie
- Schakel tussen de woorden in
- Leer zingen volgens het belcanto
- Pop en jazz
- Maak bewuste keuze
- Met en zonder lucht
- Zie ook
Compressie
Hoe zat het ook alweer: zingen met en zonder compressie? In een vorig artikel hebben we hier al aandacht aan besteed. Zingen met en zonder compressie heeft te maken met het aanspannen en ontspannen van je stembanden. Bij zingen met compressie zijn de stembanden zelf aangespannen (actieve modus). Bij zingen zonder compressie (passieve modus) zijn het alleen de omliggende spieren die de stembanden tegen elkaar aan trekken, waarbij de stembanden zelf ontspannen blijven. Door beide technieken te beheersen, vergroot je de klankmogelijkheden van je stem. Wel hebben beide technieken hun eigen beperkingen. De tabel op de volgende pagina maakt dat duidelijk. Daar zie je dat het dynamisch bereik van zingen met compressie beperkt is: de volumeknop kan van 3 tot 7. Zing je met compressie zachter dan 3, dan gaat je stem kraken. Probeer je met compressie harder dan 7 te zingen, dan is dat schadelijk voor je stembanden. Zing je zonder compressie, dan heb je wel het volledige dynamische bereik (0 tot 10). Maar daar loop je weer tegen andere beperkingen aan. Zing je zonder compressie met de randjes van je stembanden (dus zacht), dan kun je wel de hoogste toon halen, maar je stem klinkt soft of dun. In het belcanto (de klassieke zangleer) wordt dit kopstem of falsetto genoemd. In CVT heet dit ‘neutral’ en EVTS noemt dit falsetto. Zing je zonder compressie over de volle breedte van je stembanden, dan klinkt het wel vol, maar lever je vier of vijf tonen in de hoogte in. Tenminste, als je dezelfde klank mee ‘naar boven’ neemt.
Goed beheersen
Het is belangrijk dat je snel kunt herkennen of je met of zonder compressie zingt, omdat beide modi (zoals hiervoor uitgelegd) ieder hun eigen beperkingen hebben in volume en bereik. Zing je bijvoorbeeld met compressie en probeer je een te hoog volume te halen, dan is dat schadelijk voor je stembanden. Het is dus zaak dat je het zingen met en zonder compressie goed beheerst, dus als het ware de compressie gemakkelijk aan en uit kunt zetten. En dat je ook meteen herkent of je met of zonder compressie zingt. Wil je je nog eens goed verdiepen in zingen met en zonder compressie, lees dan het artikel hierover. Als zanger kun je ervoor kiezen om bijvoorbeeld altijd met compressie te zingen. Dat kan een prima keuze zijn. Maar wees je er wel van bewust dat je bepaalde dingen dan nooit zult kunt kunnen met je zangstem. Heel hard en tegelijk hoog zingen kan dan niet; zie het artikel over belting en twang. Door zowel het zingen met als zonder compressie te beheersen, krijg je meer mogelijkheden met je zangstem en verrijk je je klank. Het is dus zeker het overwegen waard om beide modi te beheersen. En het is ook prima te leren. Beheers je het zingen met en zonder compressie, dan kun je tijdens het zingen geregeld omschakelen om zo meer variatie te geven aan je zang.
Stembreuk
Maar er is wel iets met dat omschakelen tussen zingen met en zonder compressie. Die overgang is namelijk hoorbaar. Dat wordt in de klassieke zangtechniek de stembreuk genoemd. Maar laat je niet in verwarring brengen door de term: er is niets stuk en er hoeft dus ook niks te worden gerepareerd. Hoe erg is het dat je die stembreuk hoort? Het antwoord is: net zo erg als dat je het zelf vindt. Het is namelijk een artistieke keuze hoe acceptabel je een hoorbare stembreuk vindt. In de popmuziek wordt aan een hoorbare stembreuk doorgaans niet zo zwaar getild. In de klassieke zang (het belcanto) daarentegen wel. Klassieke zangers trainen jarenlang dag in dag uit om die stembreuk te leren verbergen. Om hier een goed beeld van te krijgen, duiken we even in het belcanto. In het belcanto worden twee zogeheten registers onderscheiden. Dat zijn de kopstem en de borststem, genoemd naar het gebied waar je de trilling (ook wel resonantie genoemd) het meeste voelt. Met de borststem worden de lage tonen gemaakt, met de kopstem de hoge tonen. Goed beschouwd is dit een indirecte manier van benaming. Het is namelijk niet zo dat bij de borststem je stem in de borst wordt gemaakt en bij de kopstem in je hoofd. Je stemgeluid wordt gemaakt door je stembanden en die zitten in je keel. Die stembanden kunnen wel op verschillende manieren functioneren en daar maakt zowel het belcanto als het moderne zingen gebruik van. Dat je de lage tonen in je borst(kas) waarneemt en de hoge in je hoofd, ligt aan het formaat van die twee klankkasten: lage tonen in een grote klankkast, hoge in een kleine. Overigens is er binnen het belcanto ook een stroming die niet twee, maar drie registers onderscheidt. Volgens die stroming zit er tussen de kopstem en de borststem nog een derde stem, met elementen van beide andere registers: de zogeheten middenstem. In het Engels heet dit ‘mixed voice’, in het Frans ‘voix mixte’ en in het Italiaans ‘mezza di voce’. Hierbij zou het geluid, zoals de naam zegt, een mix zijn van borststem en kopstem. Dit is eigenlijk zingen met compressie, maar dan wel met zo min mogelijk compressie. Met veel oefening kun je van daaruit de compressie leren loslaten zonder het te horen.
Belcanto en stembreuk
Hoe kunnen we kopstem, tussenstem en borststem plaatsen in de tabel met/zonder compressie? De lage tonen (borststem) worden gezongen zonder compressie, over de volle breedte van de stembanden. De middentonen (tussenstem) worden gezongen met compressie. De hoge tonen (kopstem) worden gezongen zonder compressie, met de randjes van de stembanden. Je kunt hoog zingen met compressie, maar dat is in het belcanto meestal ‘not done’. Althans, een klassieke tenor als Pavarotti zong bijna alleen maar met zijn middenstem, dus met compressie. Behalve dan enkele zeer hoge noten, die hij op belting zong. In de popmuziek zingen Beyoncé en al haar R&B vrienden en vriendinnen tot heel hoog met compressie. De overgangen tussen de genoemde belcanto-registers leveren per definitie twee stembreuken op, omdat je op twee plaatsen schakelt tussen zingen met en zonder compressie. Echter, in het klankideaal van het belcanto is een hoorbare stembreuk ongewenst en men streeft ernaar dat kopstem, tussenstem en borststem zoveel mogelijk op elkaar lijken. Een belangrijk deel van de training van klassieke zangers is gericht op het zo onhoorbaar mogelijk maken van die stembreuk. Dat trainen ze door dagelijks toonladders te zingen, waarbij ze het strottenhoofd zo laag mogelijk houden en het zachte verhemelte optrekken. Hierdoor wordt het moeilijker om compressie te gebruiken. Daardoor kom je er ook minder gemakkelijk onbedoeld in terecht. Vooral door die lage stand van het strottenhoofd krijg je het kenmerkende klassieke zanggeluid. Een nadeel is dat alle klanken op elkaar gaan lijken, zodat het gezongene moeilijker verstaanbaar wordt.
Estill en Sadolin
Twee bekende ‘zanggoeroes’ uit de popmuziek braken met de opvattingen van het belcanto. Dat waren Jo Estill (onlangs overleden) en Cathrine Sadolin, grondleggers van respectievelijk Estill Voice Training System (EVTS) en Complete Vocal Technique (CVT). Zij beweerden en bewezen dat je zowel met als zonder compressie over je volle bereik kan beschikken. Dus dat je niet per se je borststem nodig hebt voor lage tonen en je kopstem voor hoge tonen. Daarmee hadden de termen borststem en kopstem hun langste tijd gehad. Volgens Estill en Sadolin hoeft er dus ook geen stembreuk plaats te vinden als je van laag naar hoog gaat en andersom. Wel onderscheiden beide zangpedagogen bepaalde ‘registers’, door Estill ‘voice qualities’ genoemd en door Sadolin ‘vocal modes’. Als je hiertussen wisselt, hoor je wel een stembreuk, althans als je schakelt tussen zingen met en zonder compressie. In de VocalFeedback Methode van zangcoach Alfons Verreijt (de basis voor deze serie over zangtechniek) worden slechts twee zogeheten modi onderscheiden: met en zonder compressie. Alfons legt uit waarom: “Alle klanken worden gemaakt met één van deze twee modi. Tussen de twee modi ligt een echte ‘harde’ grens, die altijd hoorbaar is. Je zingt met of zonder compressie, daartussen zit niets. Binnen die twee modi heb je verschillende manieren van stemgebruik. Tussen die verschillende manieren zitten geen harde grenzen, maar geleidelijke overgangen. Zo kun je zonder compressie zingen over de volle breedte van je stembanden of alleen met de randjes van je stembanden. Maar je kunt er ook, langs een glijdende schaal, ergens tussenin gaan zitten. Daar zit dus geen harde overgang, zoals je die wel hebt tussen met en zonder compressie zingen. Binnen het zingen met compressie kun je ook variëren met de hoeveelheid compressie. Als je snapt hoe zingen met en zonder compressie werkt en dat ook goed beheerst, heb je volledige controle over je stem.”
Voorkomen of verbergen
Terug naar de stembreuk, want daar ging het allemaal om. Zoals we al zeiden, in de popmuziek wordt doorgaans niet moeilijk gedaan over een hoorbare stembreuk. Stel dat het jouw eigen artistieke keuze is om die stembreuk te voorkomen of om zoveel mogelijk te verbergen. Hoe zou je dat dan kunnen doen? We zetten de mogelijkheden naast elkaar.
Kate Pierson
Harde lijn
Ten eerste kun je kiezen voor wat je de ‘harde lijn’ zou kunnen noemen. Je zingt dan altijd hard, zonder compressie, over de volle breedte van je stembanden. Omdat je steeds zonder compressie zingt, heb je nooit een stembreuk. Als je naar de tabel kijkt, zie je dat je hier wel tegen een beperking aanloopt. Want als je over de volle breedte van je stembanden zingt, lever je in het hoog vier à vijf tonen in. Om dat verlies te compenseren, kun je in het hoog gaan belten, zodat je hoog en hard kunt zingen. Meer weten over belten? Lees dan ons blog over belten en twangen. Bekende zangeressen die zo zingen zijn onder andere Aretha Franklin en Kate Pierson, zangeres van de B-52’s.
Zachte lijn
De hiervoor genoemde harde lijn heeft als beperking dat je altijd hard zingt. Je kunt ook kiezen voor een zachte lijn. Je zingt dan (net als bij de harde lijn) zonder compressie, maar dan zo zacht dat je nergens compressie hoeft te gebruiken.
Altijd met compressie
Als je (bijna) altijd met compressie zingt (zoals Beyoncé en Pavarotti), zul je nooit tegen een stembreuk aanlopen. De beperking hiervan is wel dat je niet heel zacht of heel hard kunt zingen: de volumeknop kan van drie tot zeven.
Schakel tussen de woorden in
Je kunt je stembreuk ook verstoppen door hem tussen de woorden door te laten plaatsvinden. Dus niet in een woord. Je stembreuk valt dan minder op. Dit wordt in de praktijk veel gedaan. Dat betekent ook dat je nooit een glissando (glijdende toon) moet zingen, want dan hoor je de stembreuk wel goed als je schakelt tussen met en zonder compressie. Luister naar eens naar Ashes to Ashes van David Bowie.
Leer zingen volgens het belcanto
In het artikel hebben we uitgelegd wat het belcanto eraan doet om de stembreuk zo goed mogelijk te verbergen. Die methode werkt uitstekend, maar één ding is dan onvermijdelijk: doordat je steeds het strottenhoofd laag houdt, krijgt je een klassieke sound. Het is natuurlijk de vraagt of je dat wilt. Daarnaast duurt de training bij een belcanto docent hiervoor soms jaren. Alfons Verreijt: “Je wordt daarbij dan wel opnieuw opgevoed: de meeste belcanto docenten noemen zichzelf zangpedagoog. Eigenlijk wel een beetje gek. Want als je gitaarles wilt, ga je ook niet naar een gitaarpedagoog.”
Alle hier genoemde manieren laten zich moeiteloos met elkaar combineren. Voorwaarde is wel dat je de basiswerking begrijpt. Dat betekent een einde aan het fabeltje ‘jouw stem is heel geschikt voor…’. Met de juiste techniek kun je je iedere zangstijl eigen maken.
Pop en jazz
In de pop en jazz zie je dat vocalisten op verschillende manieren zingen en soms ook op die manier hun stembreuk weten te verbergen. Een jazz-zangeres als Ella Fitzgerald mengt in de hoge tonen belcanto-techniek in haar zingen, om zo de stembreuk te verbergen. Norah Jones zingt altijd zacht, waardoor haar stembreuk niet te horen is. Of luister eens naar het jazzliedje My Funny Valentine gezongen door Chet Baker. De Nederlandse zangeres Janne Schra (van voorheen Room Eleven) zingt met compressie. Bij de hoge noten schakelt ze over naar zingen zonder compressie en voegt dan wat lucht toe. Stel je bij dat laatste voor dat de stembanden daarbij niet helemaal zijn gesloten tijdens het zingen. Dit wordt ook wel onvolledige adductie genoemd. Aretha Franklin (in haar jonge jaren) zingt zonder compressie over de volle breedte van haar stembanden. Gaat ze omhoog, dan doet ze dat zonder langs compressie te gaan, om in het hoog bij belting uit te komen. In de R&B wordt veel met compressie gezongen, waarbij de compressie af en toe even los wordt gelaten. Zangeres Mariah Carey doet dat.
Janne Schra
Maak bewuste keuze
Er zijn dus verschillende methoden mogelijk om het volle bereik van je stem te benutten en je stem te kleuren. Dat zijn deels artistieke, deels technische overwegingen. Voor een deel zijn ze ingegeven door de behoefte om al dan niet een stembreuk te voorkomen of te verbergen. Zoals eerder gezegd: in de popmuziek wordt het niet als een zonde beschouwd als je stembreuk hoorbaar is. Maak daarin een bewuste keuze. Wees gerust: een hoorbare overgang tussen twee sounds is echt niet slecht voor je stem. Het belangrijkste is dat je zingen met en zonder compressie herkent en beheerst. Moet je in je zangles veel toonladders zingen? Wees daar dan kritisch over, want die toonladders zijn vooral bedoeld om vanuit de belcanto-gedachte de stembreuk te verbergen. En het is de vraag of je daar zoveel tijd en energie aan moet besteden. Hoe dan ook, begrijp hoe het zit en maak daarin een bewuste keuze. Het oefenen van die toonladders is een overblijfsel uit de klassieke ‘zangpedagogiek’. Het wordt vaak als enige manier beschouwd om een stem te trainen. “Gelukkig zijn er inmiddels genoeg nieuwe inzichten die de toonladders overbodig maken”, zegt Alfons Verreijt. “Want dat wat je veel herhaalt, is wat je onthoudt en leert. Dus als je veel toonladders oefent, word je heel goed in het zingen van toonladders. Dat moet je daarnaast dan zelf maar leren toepassen in je repertoire. Vooral voor popzangers zijn dat vaak twee heel verschillende manieren van zingen. Dat wat je op het podium doet, wordt zo niet goed begeleid. Tenzij je een toonladderconcert geeft, natuurlijk. Maar daar zou ik zelf geen kaartje voor kopen. Ik heb in mijn leven al veel te veel toonladders gehoord en moeten zingen.” Hoe dan ook, begrijp hoe het zit en maak daarin een keuze. Zoek een docent die jouw muzikale smaak serieus neemt, die jou begeleidt en traint in dat wat je wilt leren.
Met en zonder lucht
Zingen met de randjes van je stembanden (kopstem of falsetto genoemd in het belcanto) kan op twee manieren: met en zonder lucht. Zing je zonder lucht, dan heet dat volledig adductie: je stembanden liggen netjes tegen elkaar aan en zijn volledig gesloten. Zing je met lucht, dan zijn je stembanden niet volledig gesloten. Dat wordt onvolledige adductie genoemd. Onvolledige adductie (dus met lucht) kan alleen maar als je zacht zingt (met de randjes) en zonder compressie. Zing je met compressie en het lukt je maar niet om de lucht uit je geluid te halen, dan is een bezoekje aan een foniator (een KNO-arts gespecialiseerd in de stem) aan te raden. Er kan dan iets aan de hand zijn, zoals ook Caro Emerald ooit moest ontdekken (poliep op haar stemband).
Zie ook
» Zangtechniek – Leer alles over zingen
» Stemproblemen bij zangers – Hoe deze ontstaan
» Zingen met vibrato
» Zingen met effecten: growlen, grunten, distortion, krijsen, kraken, ruisen…
» Klinker-problemen (en oplossingen) bij het zingen
» Belten en twangen- Techniek voor hoog en hard zingen
» Zingen met en zonder compressie
» Vloeiend zingen door dynamische ademsteun en blending
» Ademsteun en ademcyclus bij het zingen
» Geschiedenis van de zangtechniek
» Microfoons & accessoires
» Zangboeken
» Vocal effect-apparaten
Alfons Verreijt
Alfons Verreijt is zangcoach en ontwikkelaar van de VocalFeedback-methode. Hij studeerde zang aan de conservatoria van Rotterdam en Hilversum. Hij was ontevreden over de bestaande zangmethode die tijdens zijn opleiding werd gebruikt en startte in 1998 een zoektocht naar een betere methode. Die leek hij korte tijd gevonden te hebben in CVT, maar toen ook deze methode niet consequent en omslachtig bleek, besloot hij van de grond af opnieuw te beginnen. Tijdens de ontwikkeling van VocalFeedback stuitte hij op dr Baxter (Old Way New Way) en NLP. Daarmee realiseerde hij zich gaandeweg steeds meer dat ons brein in staat is om meer dan 90% van het zingen op de automatische piloot te leren doen. Door middel van het zogenaamde ‘ankeren’, een term uit de NLP, worden zangtechnische lagen aan elkaar gekoppeld in het onderbewustzijn. Dit levert onmiddellijk spectaculaire resultaten op. Tijdens meer dan 150 live-uitzendingen, waarin Alfons leerlingen coacht, zie je dat er meestal al na 5 à 10 minuten duurzame en hoorbare verbetering optreedt. Alfons was als coach werkzaam op vele muziekscholen, heeft zijn eigen lesstudio en ontwikkelt online zangcurssussen. Hij werkte voor verschillende tv-programma’s, waaronder X Factor en Popstars, als zangoach en talentscout.
Bestel ‘De Essentie van de Stem’
Het boek van Alfons Verreijt, De Essentie van de Stem, is voor 25 euro inclusief verzendkosten te koop bij Alfons en Peggy Verreijt. Stuur een e-mail naar pverreijtvalke@gmail.com. Je ontvangt dan de bestelgegevens, waarna het boek naar je wordt opgestuurd.
Op zoek naar een Vocal Feedback Methode-coach?
Neem contact op met Nandy Mannaert! Zij kan je vertellen waar in Nederland je een Alfons Verreijt Vocal Feedback Methode-coach kunt vinden.