Interview Alvaro: Terug van nooit weggeweest!
Gepubliceerd op dinsdag 27 oktober 2020
Tussen 2009 en 2016 kon je niet om deze DJ heen. Hij scoort in die periode gigantische hits, maakt een anthem voor Ultra Music Festival en tourt heel de wereld rond voor zijn boekingen. En daarna wordt het ineens stil… waarom? Dat vragen we aan Jasper Helderman, ofwel DJ Alvaro.
Na iets te vroeg op locatie te zijn, komt daar plots de merkbaar vrolijke Jasper aan rijden. Hij heeft er zin in! Na een eerste begroeting leidt hij ons door het kantoorgedeelte van een houtzagerij, als daar een deur vol stickers van DJ’s verschijnt: dé studio. Even settelen, kort praatje en dan is het tijd om hem het hemd van het lijf te vragen.
Van top naar pop
De vraag waar Jasper de afgelopen tijd is geweest, krijgt hij wel vaker en het antwoord kan hij inmiddels vast dromen. Hij brengt zijn tijd momenteel vooral door in de studio, samen met collega producer Bas, of “in de kelder” zoals hij zelf grapt. “Ik stond natuurlijk vooral bekend om Big Room, maar wilde graag ook andere dingen doen. Dus ik heb echt twee jaar genomen om een switch te maken, dat betekende twee jaar lang non-stop muziek maken.” Dat deed hij in het begin puur voor zichzelf. “Die Big Room was ik gewoon zat, en dan ga je denken: wat ga ik nu doen?” Vanaf dat moment is hij meer pop-muziek gaan maken. “Spotify begon toen een beetje door te breken en dat was dé manier om een groter publiek aan te spreken. Maar toen kwam ik erachter dat het voor mij toch niet de beste keuze was om zelf pop uit te gaan brengen. Wie zou het serieus nemen?”
De switch
In plaats van zelf uitbrengen stuurt Jasper wat pop-tracks naar de wereldberoemde Diplo. “De tracks waren een beetje in zijn stijl en ik dacht: hij kan het beter uitbrengen dan ik. Dat was een bewuste keuze. Ik stuurde hem een mailtje met daarin: ‘what do you think of this?’ Zo kwam de samenwerking eigenlijk tot stand.” Het stoppen met draaien volgt nagenoeg tegelijkertijd. “Dat was ook het moment dat ik tegen mijn manager zei geen boekingen meer aan te nemen. Ik bracht niks meer uit omdat ik alleen maar bezig was met nieuwe muziek maken, dus het had weinig zin meer.” Zo rolt Jasper in het wereldje van ‘ghostproducen’, simpel gezegd ‘muziek maken voor anderen’. En die wereld is totaal anders. “Het is een andere manier van werken, met een andere doelstelling doordat het vaak popmuziek is. Je kijkt naar wat een nummer catchy en toegankelijk maakt, terwijl je met eigen muziek vooral kijkt of mensen er los op kunnen gaan.”
Het vriendelijke spookje
De term ‘ghostproducen’ heeft soms een negatieve lading en wordt vooral in de elektronische dancemuziek nog altijd als taboe gezien, tot verbazing van Jasper. “Kijk bijvoorbeeld naar Beyoncé, die doet ook niet alles zelf. De tekst wordt geschreven en iemand anders maakt de beat. Zo werken er heel veel verschillende mensen aan een nummer.” In de EDM-scene ligt dat net iets anders. “Daar is een bepaalde verwachting dat een DJ ook zijn eigen tracks maakt. Maar er komt tegenwoordig zo veel meer bij kijken, zoals het drukke schema, of de druk op social media. Er is niet altijd tijd voor. Hierdoor gaan DJ’s meer de kant op van ‘influencers’, en daardoor zijn DJ’en en produceren echt twee aparte dingen geworden. Een DJ die draait zonder dat hij produceert… niks mis mee. Ik snap niet dat daar een taboe op zit. Er zijn andersom ook genoeg mensen die muziek willen maken maar helemaal niet de behoefte hebben aan de spotlights.”
Dé sound
In produceren voor anderen vindt Jasper zijn nieuwe uitdaging en dat doet hij met passie. “Je verplaatst je in de artiest en maakt iets wat écht bij hen past. Bij Major Lazer (tevens Diplo) kun je denken aan dancehall en reggae, maar ze doen ook veel uitstapjes.” Moeilijk om iets te maken wat bij een andere artiest past is het niet. “Nee, dat is juist leuk! Je bent vrijer in wat je kunt doen. Wanneer je muziek voor jezelf maakt zorg je er juist altijd voor dat je die bepaalde sound behoudt. En dat vind ik juist niet zo leuk. Het leukste vind ik zo veel mogelijk verschillende dingen maken.” En dat doet hij zonder te laten horen dat het door ‘Alvaro’ is gemaakt. “Ik hoor het niet in ieder geval!” lacht hij “maar dat is altijd moeilijk om te zeggen.” Dat de voldoening die je ervan krijgt anders is, geeft hij toe. “Eigen tracks draai je in een club, iedereen zingt mee en dat is tof. Maar… als je muziek voor een ander maakt: je stapt in de auto, of loopt door de supermarkt en hoort dan iets wat je gemaakt hebt, dan geeft dat ook heel veel voldoening.”
Voordelen vs. deadlines
Produceren voor iemand als Diplo levert Jasper ook veel andere samenwerkingen op. “Zo hebben we onder andere tracks gemaakt voor rapper Jidenna, en zijn we bezig aan singles voor een Afrikaanse artiest genaamd Patoranking.” Maar vooral de artiesten waarmee hij samenwerkt op de songs voor Diplo en Major Lazer maken Jasper trots. “Rudimental, Swae Lee, Khalid, Ellie Golding.” Met laatstgenoemde kwam onlangs de single Close To Me uit. “Dat is een grappig verhaal”, vertelt Jasper. “We kregen een sms’je van Diplo met daarin: ‘deze track moet nog deze week af’. De basis was er wel maar we hebben hem in een week af gekregen, en nu hoor je hem op de radio. Het is zeker de grootste plaat tot nu toe, echt heel tof!.” Dat de artiesten waarvoor hij werkt met zulke deadlines komen vindt hij niet erg. “Nee, creatief werk je denk ik wel het beste met vrijheid, maar onder druk kan je ook heel veel doen. Uiteindelijk zit daar niet veel verschil in denk ik. Een hit-song kun je in een half uurtje maken, zonder druk of met druk.” Deadlines missen doet hij zelden, maar het gebeurt weleens. “We blijven mensen, en het is een creatief proces. Soms heb je wat meer tijd nodig dan er eigenlijk is.”
Het gemis
Heel erg missen doet Jasper zijn oude DJ-leventje niet. “Ik begon omdat ik het gewoon leuk vond om muziek te maken. Dan gooi je wat nummers online en krijg je ineens via je manager boekingsaanvragen uit Amerika. Dan rol je erin, en voor ik het wist vloog ik heel de wereld over.” Voor een dergelijk leventje is niet iedereen gemaakt. “In het begin was het leuk, maar op een gegeven moment begon ik te merken dat ik het wat minder leuk ging vinden. Je zit twaalf uur in een vliegtuig naar China, draait daar een uurtje en vervolgens zit je alleen op je hotelkamer. Dat is iets wat je moet kunnen, denk ik.” Dat je daarnaast ook nog weinig slaapt is iets wat Jasper vooral vervelend vond. “Soms was het zelfs beter om op Schiphol te blijven en niet eens naar huis te gaan.” Inmiddels is deze trend wel lichtelijk aan het veranderen, vindt hij. “Artiesten kiezen steeds vaker zelf wat ze willen doen, maar zeker ook wat ze niet willen doen. Zo hebben ze ook meer tijd om muziek te maken.”
Terug naar de top?
Wanneer we Jasper vragen of hij dan zelf ook weer gaat touren, moet hij even nadenken. “Ik vind dat moeilijk om te zeggen. Tijdens het touren wilde ik namelijk altijd heel graag thuis zijn, en nu zit ik hier en denk ik ‘hmmm, ik zou wel weer naar een ander land willen’. Het gras is altijd groener aan de overkant. Het is natuurlijk een hele ervaring. Je krijgt betaald om te reizen en de wereld te zien.” Op dit moment ziet hij echter weinig ruimte om dat weer te gaan doen. “Als je muziek voor een ander maakt omdat hij veel reist en dan zelf ook weer gaat reizen, wordt het lastig denk ik.” Ruimte voor nieuwe eigen muziek is er wel weer. “Ik heb eigen tracks liggen en er komt ook een Alvaro-‘collab’ op het Major Lazer-album. Misschien dat we dan weer wat toffe boekingen gaan doen, als ze me echt heel graag willen boeken! Het is in ieder geval weer een nieuwe weg die je inslaat, een nieuwe uitdaging. Daar kijk ik naar uit!”
Gear-paspoort
Studiomonitoren: KRK V8 Series 4
Subwoofer: KRK 12sHO
Monitor Controller: Presonus Monitor Station V2
Audio Interface: UAD Apollo Twin MKII
MIDI-keyboard: Korg Triton Taktile 49
MIDI-controller: AKAI Fire
Synthesizer: Sequential Prophet 6
Hoofdtelefoon: Beyerdynamic DT 1770 PRO
Dit interview verscheen eerder in Bax Music Magazine (najaar 2019).
Nog geen reactie...