Hoe moet ik mijn drumstel stemmen?
Gepubliceerd op donderdag 14 juni 2018
Elke drummer krijgt er ooit mee te maken: slecht klinkende drumvellen. Vervangen is niet zo moeilijk, maar drums stemmen is een vak apart. Je leert dit vooral door het vaak te doen. In dit blog bespreken we de basisprincipes van het stemmen die voor elke trommel van het drumstel gelden, dus snare, tom en bassdrum. En let op: hoewel een stemapparaat een goed hulpmiddel kan zijn, is stemmen geen exacte wetenschap. Je moet tijdens het proces altijd goed blijven luisteren naar de klanken!
Inhoud
- Voorbereiding
- Achtergrondinformatie: hoe werkt een trommel?
- Strakker, losser of gelijkmatig stemmen?
- Drums stemmen: stap voor stap
- Video: snaredrum stemmen
Voorbereiding
Schroef alle spanschroeven gelijkmatig los, verwijder de spanranden en daarna de vellen. Dit gaat het snelst met twee drumsleutels. Maak de randen van de trommel en de spanranden schoon moet een droge doek. Vaak zit hier veel stof, wat de klank beïnvloedt. Controleer de ketel op eventuele losse trillende delen, zoals schroeven, door op de rand te tikken. Als er iets trilt, is het nu een goed moment dit te verhelpen. Nu ben je klaar om de nieuwe drumvellen te installeren. Helemaal onderaan dit blog leg ik stap voor stap uit wat je moet doen. Maar eerst volgt hier nog wat nuttige achtergrondinformatie over de trommel.
Achtergrondinformatie: hoe werkt een trommel?
Om te kunnen beginnen met het goed leren stemmen van je drumstel, is het belangrijk dat je enige kennis hebt van hoe een trommel werkt en welke factoren van invloed zijn op de klank. Dit zijn onder andere het materiaal en de dikte van de ketel, de vorm en dikte van de spanranden, het aantal spanblokken, welke soort vellen je gebruikt en de combinatie van slag- en resonantievel.
Generator en resonator
De meeste trommels van een drumstel hebben twee vellen: een slagvel (‘generator’) en een resonantievel (‘resonator’). De invloed van resonantievellen wordt vaak onderschat. Toch zijn het de resonantievellen die de uiteindelijke klank van je trommels bepalen. Deze ‘reso’-vellen zijn meestal enkellaags vellen en kunnen transparant of gecoat zijn. Het slagvel bepaalt alleen de toonhoogte, algemene basisklank en attack. De ketel en het resonantievel van je trommel kun je het beste vergelijken met respectievelijk een versterker en een equalizer. Een peperdure gitaar (generator) klinkt niet optimaal op een goedkoop versterkertje (resonator), hetzelfde principe geldt voor je trommels. Denk dus goed na over wat voor sound je wilt bereiken, welk volumebereik je nodig hebt en oefen veel met verschillende manieren van stemmen.
Materiaal ketel
Toms zijn eigenlijk altijd van hout gemaakt, en iedere houtsoort heeft een andere klank. Mahonie-hout resoneert in vergelijking met esdoorn bijvoorbeeld beter in de lage frequenties terwijl de midden- en hoge frequenties ongeveer hetzelfde zijn. En wanneer we esdoorn met berkenhout vergelijken, komen we tot de ontdekking dat berkenhout minder goed resoneert in de lage frequenties, en juist de hoge frequenties benadrukt, terwijl de middenfrequenties ongeveer hetzelfde blijven. De dikte van de ketel heeft ook invloed: een dunnere ketel resoneert of ‘zingt’ meer dan een dikke ketel. Tot slot is ook de afwerking aan de binnenkant van de trommel belangrijk. Een ketel waarvan de binnenkant vrij ruw is, zal minder goed resoneren dan wanneer de ketel een glad oppervlak heeft. Ook de buitenste coating en de manier van lijmen heeft nog invloed op het geluid.
Spanranden en spanblokken
Zelfs de spanranden en spanblokken hebben invloed op hoe je drumstel klinkt. Spanranden met scherpe randen zullen boventonen meer accentueren. Brede randen geven de drum een korter, vetter geluid en laten de rimclicks ook beter tot hun recht komen. Het aantal spanblokken is van grote invloed op de manier waarop je je drums stemt. Een trommel met acht spanblokken zal vetter klinken en meer boventonen produceren dan dezelfde trommel met twaalf spanblokken. Hoe verder de spanblokken van elkaar verwijderd zijn, hoe moeilijker het wordt om alles gelijkmatig te stemmen. Een trommel met veel spanblokken blijft bovendien beter op stemming.
Soorten vellen
Er zijn veel verschillende merken, zoals Remo, Evans en Aquarian, die ontzettend veel soorten drumvellen maken. Enkellaags vellen, dubbellaags vellen, coated, clear, met dot, zonder dot. Als je regelmatig met brushes speelt, weet je dat hiervoor coated vellen wel werken en clear vellen niet echt. In dit blog gaan we uit van een willekeurige set drumvellen en een willekeurig type trommel (tom of snare). Het is op dit moment goed om te weten dat sommige dubbellaags vellen een lijmlaagje hebben dat bij het installeren ‘gekraakt’ moet worden. Veel vellen van Remo hebben zo’n laagje.
Strakker, losser of gelijkmatig stemmen?
Het resonantievel kan strakker of losser gespannen worden dan het slagvel, of gelijk gespannen. Zegt de geluidsman tijdens de soundcheck dat je toms niet goed klinken en dat ze afgeplakt moeten worden omdat hij de sustain er niet uit gedraaid krijgt op zijn mixer? Draai dan eerst je reso-vel wat strakker of losser voordat je gaat afplakken, dempen of het slagvel anders gaat stemmen. Regelmatig is dit de beste en snelste manier om het gewenste geluid te krijgen. Je zult merken dat er een hogere, dunnere klank ontstaat met meer sustain wanneer je het vel strakker spant. Wil je juist een diepe ‘plof’, bijvoorbeeld bij je floortom, probeer dan het reso-vel wat losser te zetten. Door hier veel mee te experimenteren, ontdek je geluiden waarvan je niet wist dat ze uit je drumkit konden komen. Het vergt wat oefening, zeker in het begin, maar uiteindelijk is het zeker de moeite waard.
Drums stemmen: stap voor stap
Stap 1: We beginnen met het resonantievel. Dit komt aan de onderkant van de ketel, dus kijk even goed wat de onderkant is voor je begint. Leg het vel op de ketel en zoek met een draaiende beweging de plek waar het vel tegen de ketelrand de minste weerstand biedt. Vervolgens kun je de spanrand op het vel leggen en de spanschroeven met duim en wijsvinger terug in de spanblokken draaien. Draai eerst alle schroeven handvast, dus nog niet met een drumsleutel.
Stap 2: Neem een stemsleutel, of liever twee, en draai alle spanschroeven kruislings tegenover elkaar een halve keer rond. Heb je alle spanranden gehad? Herhaal dan deze stap nog vijf keer, totdat alle schroeven in totaal drie keer helemaal rond zijn gegaan. Dit geldt overigens voor nieuwe vellen. Oude vellen zijn veel eerder op spanning. Het is belangrijk dit gelijkmatig te doen, zodat het vel langzaam uitgerekt wordt en goed om de ketel zit. Hoe het klinkt, maakt op dit moment nog niet uit.
Stap 3: Til de ketel op en sla op het vel. Als je een helder geluid hoort zonder vervorming, dan kun je verder naar stap 4. Als je geen helder geluid hoort, draai dan alle spanschroeven nog een keer een halve slag, en probeer het opnieuw.
Stap 4: Zet de ketel op een dempende, zachte ondergrond. Tik zachtjes op het vel, ongeveer 3 centimeter van de rand, bij elke spanschroef. Luister goed naar de resonantie en zorg ervoor dat deze bij elke spanschroef hetzelfde klinkt. Omdat het vel nog oprekt en zich aanpast aan de ketel, zal de stemming na 24 uur weer anders zijn. Je kunt dit proces soms versnellen door met een föhn korte tijd (15 seconden is genoeg) op het vel te blazen. Vaak moet hierna het vel opnieuw gestemd worden, op dezelfde manier.
Stap 5: Nu is het de beurt aan het slagvel, waarmee je de toon en attack bepaalt. Zet de ketel, met het resonantievel onder, op een zachte, dempende ondergrond. Plaats het vel zoals je hiervoor ook deed. Dubbellaags vellen hebben vaak een lijmlaagje. Het is belangrijk bij deze vellen om er even wat druk op zetten. Denk even terug aan de EHBO-lessen en geef het vel een korte hartmassage. Het vel zal hierbij flink gaan kraken. Dit hoort zo, dus maak je geen zorgen. Het krakende geluid is het vel dat zich ‘zet’ naar de ketel.
Stap 6: Draai de schroeven weer gelijkmatig aan en luister na elke kwartslag draaien naar het vel terwijl de ketel nog op de grond staat. Ook hier geldt dat je naar de volgende stap kunt wanneer de toon helder klinkt en de resonantie bij alle schroeven hetzelfde is.
Stap 7: Belangrijk is dat je de onderlinge verhouding tussen de twee vellen in acht neemt. Wanneer je het slagvel strakker zet, maar de toonhoogte gelijk blijft, dan is het tijd om het resonantievel weer bij te stemmen. Draai de ketel om en stem het onderste vel gelijkmatig omhoog; controleer hier weer of de resonantie bij alle spanschroeven hetzelfde klinkt. Indien gewenst, kun je nu het slagvel weer strakker draaien. Deze twee stappen kunnen een paar keer nodig zijn om de gewenste toon te bereiken.
Stap 8: Je zult gemerkt hebben dat op een bepaald punt tijdens het stemmen de trommel een optimale resonantie heeft. Dit is de basisfrequentie van de ketel die je aan het stemmen bent. Na verloop van tijd leer je dit punt snel te vinden. Nu is het tijd om de gewenste toon te krijgen.
Stap 9: Door nu te gaan variëren met de stemming van beide vellen, kun je de gewenste toon bereiken. Je kunt verschillende dingen proberen. Door het slagvel iets losser te draaien en het reso-vel iets strakker, krijg je een ‘punchy’ geluid met een goede attack. Beide vellen op dezelfde stemming zal resulteren in een open klinkende, ‘zingende’ sound. Het slagvel strak en het reso-vel losser resulteert juist in een ‘sloppy’ klank. Dit is iets waar je je oren op moet trainen en waarmee je veel moet experimenteren. Een goed gestemde trommel heeft weinig tot geen demping nodig. Als je wel demping gebruikt, gebruik dan dempringen, gel of buitendempers, maar liever geen ductape. Ductape dempt namelijk niet alleen de resonantie, maar verandert ook de klank van het vel.
Stap 10: Herhaal stap 1 tot en met 9 met alle ketels van je drumstel. Houd hierbij rekening met de onderlinge toonhoogtes tussen de verschillende ketels. Zorg dat de belangrijkste onderdelen, bijvoorbeeld je bassdrum en snaredrum, de gewenste toonhoogte en verhoudingen tot elkaar hebben. Hierna kun je de toms en floortom in gelijke stappen ertussenin stemmen. Het beste resultaat wordt bereikt wanneer je afstanden van drie of vijf tonen aanhoudt tussen de trommels. Voorbeeld: stel dat de bassdrum klinkt als een C op de piano. Je kunt dan de floortom een octaaf hoger stemmen, ook een C dus. Dan kun je – tussen die twee C’s in – de tweede tom in E of Eb stemmen en de eerste tom in G. De snaredrum kan dan bijvoorbeeld weer een C zijn, een octaaf hoger dan de floortom. De genoemde tonen zijn een voorbeeld; het ligt natuurlijk helemaal aan de afmetingen van de ketels en de basisfrequenties van de ketels!
Succes met het stemmen van je drumstel! Lukt het niet of heb je nog vragen? Laat je reactie hieronder achter!
Zie ook
» Drumgereedschap
» Drumvellen
» Drumdemping
» Stil drummen
» Alle drums & accessoires
» Geschiedenis van het drumstel
» Hoe moet je drumstokken vasthouden?
» Drummen met clicktrack: voordelen en nadelen
» Wat zijn de vier belangrijkste drum-rudiments?
» Wat zijn de vier belangrijkste drumritmes?
» Drumvellen: hoe creëer ik mijn ideale drumgeluid?
» Hoe klink je als een jazz-drummer?
» Drumnotatie 101: tips & tricks voor beginners
» Drumfill of drumfail? De vijf beste en slechtste drummomenten
» Drums opnemen: een vak apart
» Wat zijn de beste brushes voor mij?
» Wat zijn de beste demping-producten voor mijn drumstel?
» Wat zijn de beste drumvellen voor mij?
» Wat zijn de beste drumstokken voor mij?
Nog geen reactie...