Zoek je oerkreet (en houd je stem heel)
Gepubliceerd op woensdag 24 juni 2020
In bepaalde pop- of rocknummers past het prima om af en toe een oerkreet in te bouwen. Maar wat is een oerkreet? Uit welke diepte moet die oerkreet komen? Hoe moet hij klinken? En, minstens zo belangrijk, hoe houd je als zanger daarbij je stem heel?
- De geschiedenis
- Kunstmuziek
- Volume ontwikkelen
- Wat is zingen?
- Naar de oerkreet
- Met en zonder compressie
- Grunten
- Goed om te weten
- Baby’s oerkreet: belten
- De Tarzankreet
- Zie ook
Let op
Ga onderstaande zangtechnieken niet in je eentje uitproberen, maar combineer deze kennis altijd met zanglessen. Zelfs een paar lessen zijn al beter dan niets. Hiermee voorkom je a) dat je vastloopt en b) dat er schade aan je stembanden ontstaat.
De geschiedenis
We beginnen met de belangrijkste vraag: wat is eigenlijk je oerkreet? Daarvoor moeten we de geschiedenis van de zang, of eigenlijk van de muziek, in duiken. Dat doen we samen met zangcoach Alfons Verreijt. Van oudsher kent de muziek twee hoofdstromingen: de volksmuziek en de kunstmuziek. De oorsprong van de volksmuziek gaat veel verder terug dan die van de kunstmuziek, zeer waarschijnlijk tot in de prehistorie. Hoe die volksmuziek vroeger heeft geklonken, weten we niet. We kunnen ons er hoogstens een voorstelling van maken. Er zijn immers geen opnames van en het is ook niet vastgelegd in geschriften. De volksmuziek werd overgedragen van generatie op generatie, eenvoudig door het voor te doen. Wellicht dat de volksmuziek van nu een indruk geeft van hoe het vroeger heeft geklonken. De popmuziek staat eigenlijk veel dichter bij de volksmuziek dan bij de kunstmuziek. Daarover straks meer.
Kunstmuziek
In de Middeleeuwen kwam de kunstmuziek op. Dat begon met de kerkmuziek, waarvan de Gregoriaanse gezangen wellicht de bekendste zijn. Dit zijn gebeden gezet op een melodie. Deze gezangen waren aanvankelijk eenstemmig, later werden ze meerstemmig. Hier werd ook de basis gelegd voor het notenschrift, dat in de loop der eeuwen steeds geavanceerder werd en dat zich ontwikkelde tot het notenschrift zoals we dat nu kennen. Vanuit de kerkelijke muziek ontstond de kunstmuziek. Naarmate de kunstmuziek zich verder ontwikkelde, groeide de behoefte om de muziek in regels te vatten. Zo ontstond een streng gereguleerde muziek. Dit in tegenstelling tot de volksmuziek, die bestond (en bestaat) bij de gratie van overdracht en die veel vrijer is. Zie hier al een overeenkomst met de popmuziek; vaak wordt popmuziek op gehoor nagespeeld en is het minder streng gereguleerd dan de klassieke muziek. We zoomen in op de zang. Zo vrij als er werd gezongen in de volksmuziek (zoals nu in de popmuziek), zo streng ging en gaat het er aan toe in de klassieke zang. Ongeveer 400 jaar geleden werd er voor de zang een klankideaal ontwikkeld, waarvan het belcanto het bekendst is. Tot op de dag van vandaag wordt in de klassieke muziek op die manier gezongen.
Volume ontwikkelen
Dat klassieke klankideaal had ook een praktische kant. Doordat in de Renaissance de orkesten steeds groter werden en zo ook de concertgebouwen, moest een zanger een enorm volume kunnen ontwikkelen. Dat lukt het best door de weg boven de stembanden zo vrij mogelijk te maken, zodat het stemgeluid op weg naar buiten zo weinig mogelijk wordt gehinderd. Tegelijk wordt het lichaam benut als klankkast. Deze manier van zingen doe je door het strottenhoofd laag te houden en het zachte verhemelte op te trekken. Daarmee produceer je een grote klank, waarmee je een ruimte kunt vullen. Eigenlijk is de klassieke klank gebaseerd op de stand van je spraakkanaal als je roept. Dat gaat altijd het beste op klinkers (vocalen). Vandaar dat het oefenen met toonladders en klinkers ‘vocaliseren’ wordt genoemd. Een nadeel van de klassieke klank is dat de medeklinkers minder goed worden uitgesproken. Dat gaat ten koste van de verstaanbaarheid. Dat is iets wat je in de popmuziek en de volksmuziek doorgaans wilt voorkomen. Je wilt immers wel kunnen verstaan waar het liedje over gaat. Daar komt bij dat de klassieke manier van zingen de verschillen tussen stemmen als het ware afvlakt. Het karakter van je stem wordt vooral bepaald door het ‘kanaal’ waar het stemgeluid doorheen moet nadat het is opgewekt door de stembanden. Dat is bij iedereen anders. In de klassieke zang wordt dat kanaal zo open mogelijk gehouden, waardoor de invloed ervan zo klein mogelijk is. Daardoor kun je popzangers beter van elkaar onderscheiden dan klassieke zangers, omdat in de pop meer met de ‘eigen stem’ wordt gezongen, die dichter bij de spreekstem ligt.
Wat is zingen?
Wat is nu eigenlijk zingen? Eeuwenlang werd de manier van klassiek zingen als het enige echte zingen beschouwd. In de volksmuziek en popmuziek wordt meer met de spreekstem gezongen. Een aantal klassieke puristen vindt dat niet het echte zingen. Wat nu wel en niet echt zingen is, daar mag ieder het zijne van vinden. “Eigenlijk is er geen scherpe grens te trekken tussen wat wel en wat niet zingen is”, zegt zangcoach Alfons Verreijt. “Maakt het toevoegen van melodie iets tot zang? Als je spreekt voeg je ook melodie toe, de spraakmelodie. Maar dat vinden we geen zingen. Volgens mij is het een glijdende schaal, waarin ergens een subjectieve, niet-scherpe grens ligt tussen wat wel en niet zingen is.” Toch is een en ander wel in een eenvoudig schema te vatten (zie de tabel hieronder). In het schema zie je een soort schaalverdeling van parlando (spreken) naar klassieke zang, met daar tussenin rap, pop/volksmuziek en jazz. Hoe verder naar rechts (klassieke zang), des te kritischer het luistert als het gaat om zuiverheid. Als je spreekt (parlando) heeft je stem wel degelijk een toonhoogte. Maar het klinkt nooit onzuiver ten opzichte van de begeleidende muziek. Vreemd eigenlijk. Alfons denkt daar een verklaring voor te hebben: “Hoe verder naar rechts in het schema, met klassieke zang als uiterste, wordt de toon steeds opener. Dus steeds minder gekleurd door het spraakkanaal boven de stembanden. Daardoor wordt de toon steeds beter te horen, zonder alle ‘ruis’ daaromheen, waarbij spraak de meeste ruis kent. Hoe opener de toon, hoe kritischer de zuiverheid.”
Naar de oerkreet
Via deze (bewust gekozen) omweg komen we aan bij de kernvraag van het artikel: wat is nu de oerkreet? “Dat is een lastige vraag”, antwoordt Alfons. “Zeker als je voorgaande uiteenzetting over wat wel en niet zingen is in ogenschouw neemt. Strikt genomen zou je de klassieke manier van zingen als oerkreet kunnen beschouwen, omdat je daarin de stembanden in hun zuiverste vorm hoort. Maar dat bedoelen we natuurlijk niet met een oerkreet. Bij een oerkreet denk je toch meer aan roepen, schreeuwen of wellicht grunten.” Allereerst roepen en schreeuwen. Prima om te doen, maar doe het wel verantwoord. “Roepen en schreeuwen gaat per definitie op een hoog volume”, legt Alfons uit. “Om dat verantwoord te doen, dus zonder schade voor je stem, moet dat altijd zonder compressie. Dus zing je met compressie, wat in de pop veel wordt gedaan, en wil je tussendoor even roepen of schreeuwen? Gooi dan meteen die compressie eraf.” Eerder hebben we een uitgebreid artikel gewijd aan zingen met en zonder compressie, een belangrijk onderscheid. Hier nog even een korte uiteenzetting, ten behoeve van de oerkreet.
Met en zonder compressie
Compressie is kort gezegd het actief tegen elkaar aanzetten van je stembanden. Zangers in de popmuziek gebruiken veel compressie. Zingen met compressie kent wel zijn beperkingen. Je kunt er namelijk niet heel zacht of heel hard mee zingen. Probeer je dat toch, dan kan er schade aan je stembanden ontstaan. Als bij het zingen de stembanden zich aanspannen samen met de spieren die de stembanden tegen elkaar aantrekken (de adductoren), dan noemen we dat de actieve modus oftewel zingen met compressie. De stembanden zijn hier dus actief betrokken (inwendig aangespannen) bij de toon en de toonhoogte. Naast deze actieve modus is er ook een passieve modus. De stembanden worden ook dan tegen elkaar aan geplaatst, maar dat gebeurt alleen vanuit de omliggende spieren (de genoemde adductoren). De stembanden zelf blijven daarbij ontspannen. Het zingen in deze passieve modus noemen we zingen zonder compressie. Hoe zet je aan zonder compressie? Als je aanzet en zingt zonder compressie, heb je het gevoel dat je keel open staat. Alsof je stembanden niet tegen elkaar aan staan. Echter, schijn bedriegt: je stembanden staan wel degelijk tegen elkaar aan, maar zijn ontspannen. Hoe krijg je dit voor elkaar? Dat doe je met de inademing. Als je inademt, doe je dat met een open keel. Wil je zingen zonder compressie, dan moet je dat open gevoel handhaven. Kijk ook even naar de tabel hieronder die de verschillen tussen zingen met en zonder compressie nog duidelijker maakt.
Grunten
De grunt zou je ook als een oerkreet kunnen beschouwen. In bepaalde muziekstijlen, zoals de death metal, worden hele nummers gegrunt. Maar de grunt leent zich ook om als oerkreet tussendoor in een popnummer te doen. Grunten klinkt alsof het schadelijk is voor je stem, maar als je het goed doet, is er niets aan de hand. Bij grunten doen je ware stembanden niet mee, je gebruikt alleen je valse stembanden. Daardoor kun je bij grunten geen melodie zingen, want met je valse stembanden kun je geen melodie maken. Grunten is zonder compressie, hevig trillende valse stembanden en de ware stembanden doen niet mee. Mede hierdoor kun je ook niet hoog grunten. Grunten wordt meestal gedaan door mannen. Een bekend voorbeeld is Karl Willets van de deathmetalband Bolt Thrower. Maar ook vrouwen kunnen grunten en dan klinken ze bijna net zo laag als mannelijke grunters. Dat komt doordat de valse stembanden van vrouwen bijna net zo groot zijn als die van mannen. Het verschil is kleiner dan het verschil tussen de ware stembanden bij man en vrouw. Een sprekend voorbeeld van een vrouwelijke grunter is Angela Gossow van Arch Enemy.
Wat is jouw oerkreet? Roepen, schreeuwen, grunten, krijsen, jodelen als Tarzan? Succes met je zoektocht!
Goed om te weten
Baby’s oerkreet: belten
Je zou ook het krijsen van een baby als een oerkreet kunnen beschouwen. Dat krijsen is voor ons mensen goed te horen, omdat een groot deel van dit geluid tussen 4.000 en 5.000 Hz ligt. Dat is het gebied waar ons gehoor extra gevoelig voor ons. Zo schept een baby de beste kansen om te worden gehoord. Het krijsen van een baby is eigenlijk belten, een techniek die ook door zangers wordt gebruikt om hard en hoog te zingen. Belten doe je met behulp van twang. Dat is het achterover klappen van je strottenklepje. We hebben hier eerder al een uitgebreid artikel aan gewijd. Krijsen zou je als een soort oerkreet kunnen beschouwen.
De Tarzankreet
Ook een mooie oerkreet is de Tarzankreet. Geïntroduceerd door de eerste en meest legendarische Tarzan-acteur: Olympisch zwemkampioen Johnny Weismuller. Met zijn Tarzankreet roept Tarzan de hulp van de dieren in, bijvoorbeeld een kudde olifanten die een groep slechte mannen moet wegjagen. Zoek op YouTube op de term ‘Tarzan yell’ en je komt de mooiste filmpjes tegen. De Tarzankreet is eigenlijk een jodel, waarbij je snel wisselt tussen zingen met en zonder compressie.
Zie ook
» Belten en twangen – Techniek voor hoog en hard zingen
» Klinker-problemen bij het zingen (en oplossingen)
» Zingen met en zonder compressie
» Pitch-correctie: Auto-Tune, Melodyne… valsspelerij?
» Hoe je een koor moet opnemen
» Zing! Het is goed voor je (ook al kun je het niet)
» Zang-opnames mixen in 5 stappen
» Zang opnemen en versterken voor beginners
» Alle Zangtechniek-blogs
» Alle Zang-blogs
» Microfoons en accessoires
» Zangboeken
» Vocal effects
» Speakers
Alfons Verreijt
Alfons Verreijt is zangcoach en ontwikkelaar van de VocalFeedback-methode. Hij studeerde zang aan de conservatoria van Rotterdam en Hilversum. Hij was ontevreden over de bestaande zangmethode die tijdens zijn opleiding werd gebruikt en startte in 1998 een zoektocht naar een betere methode. Die leek hij korte tijd gevonden te hebben in CVT, maar toen ook deze methode niet consequent en omslachtig bleek, besloot hij van de grond af opnieuw te beginnen. Tijdens de ontwikkeling van VocalFeedback stuitte hij op dr Baxter (Old Way New Way) en NLP. Daarmee realiseerde hij zich gaandeweg steeds meer dat ons brein in staat is om meer dan 90% van het zingen op de automatische piloot te leren doen. Door middel van het zogenaamde ‘ankeren’, een term uit de NLP, worden zangtechnische lagen aan elkaar gekoppeld in het onderbewustzijn. Dit levert onmiddellijk spectaculaire resultaten op. Tijdens meer dan 150 live-uitzendingen, waarin Alfons leerlingen coacht, zie je dat er meestal al na 5 à 10 minuten duurzame en hoorbare verbetering optreedt. Alfons was als coach werkzaam op vele muziekscholen, heeft zijn eigen lesstudio en ontwikkelt online zangcurssussen. Hij werkte voor verschillende tv-programma’s, waaronder X Factor en Popstars, als zangoach en talentscout.
Bestel ‘De Essentie van de Stem’
Het boek van Alfons Verreijt, De Essentie van de Stem, is voor 25 euro inclusief verzendkosten te koop bij Alfons en Peggy Verreijt. Stuur een e-mail naar pverreijtvalke@gmail.com. Je ontvangt dan de bestelgegevens, waarna het boek naar je wordt opgestuurd.
Op zoek naar een Vocal Feedback Methode-coach?
Neem contact op met Nandy Mannaert! Zij kan je vertellen waar in Nederland je een Alfons Verreijt Vocal Feedback Methode-coach kunt vinden.