Doug Sahm en zijn Sir Douglas Quintet waren pioniers in het verrijken van de popmuziek met andere muzikale stromingen dan de bekende ingrediënten van de rock-‘n-roll (namelijk blues, country, folk, jazz en variétémuziek). Hun toegevoegde spices waren de vaak Spaanstalige invloeden van de muziek uit Mexico. Daarvoor was de staat Texas, waar Doug en zijn groepsleden vandaan komen, een uitermate vruchtbare voedingsbodem. Het nummer waarmee het Sir Douglas Quintet in 1965 in één klap wereldberoemd werd is She’s About A Mover. Gastblogger Bart Dingemans neemt je mee op luisterreis door de geschiedenis van deze cowboy-hippie en zijn band.

Doug Sahm en zijn Sir Douglas Quintet - Geschiedenis van een cowboy-hippie

Texas was en is de veelzijdigste muzikale smeltkroes van de U.S.

Texas was een smeltkroes van ethnische groepen met hun eigen cultuur en uiteraard ook muziek. Behalve van de Mexicanen – ‘Hispanics’ – die door heel Texas een flink deel van de bevolking uitmaken, waren er aan de oostgrens al invloeden van Franstalig Louisiana, de Cajun-muziek, en was de Latijnse muziekcultuur ook doordrenkt met Duitse (knopaccordeon) en Poolse (viool en polka’s) invloeden. De hele staat neemt een aparte plaats in de Amerikaanse muziek in. De vele jazz- en bluesartiesten vormden steeds eigen niches. Denk aan de western swing van Bob Wills and his Texas Playboys in de jaren 30 en 40. Vóór de generatie van Doug waren er Texas-bluesmusici als de grote T-Bone Walker, Bobby Bland, Lightning Hopkins, Albert Collins en Lowell Fulsom. In die omgeving was het logisch dat Doug Sahm als kleine jongen al samenspeelde met zwarte Amerikanen, Hispanics, country & western- en jazzmusici. Maar daarbij kwam wel dat Doug een heel bijzonder jongetje was. Van de LP Together After Five draai ik:

T-Bone Shuffle

Een typisch staaltje van Texas bar room blues, waarin je in Doug’s ontspannen, knappe gitaarspel iets hoort van T-Bone’s stijl.

Doug’s kinderjaren

Zijn ouders hadden het niet breed, maar waren wel actief en cultureel progressief. Van vader Sahm’s kant waren er professioneel-muzikale grootouders Zijn grootouders waren uit Duitsland geëmigreerd naar Texas en vestigden een boerenbedrijf. Na verarming van de familie in de Great Depression had vader Vic een baan op een luchtmachtbasis en had moeder Viva werk als schoonheidsspecialiste en kapster. De ouders vonden het fantastisch dat hun op 6 november 1941 in San Antonio geboren zoontje Douglas Wayne een waar muzikaal wonderkind bleek te zijn. Op zesjarige leeftijd was hij al te zien in een live tv-show en trad hij met volwassenen op als steelgitaarspeler: een moeilijk instrument dat hij na lessen snel onder de knie had. De grote anekdote is dat hij bij zo’n optreden Hank Williams ontmoet en bij hem zelfs op schoot zit. Daar bestaat een foto van. Hank heeft lovende woorden “Don’t give this up boy, you will be alright.” Dit gebeurt op 19 december 1952, na Hank’s laatste optreden. Want op nieuwjaarsdag 1953, dus geen twee weken later, overlijdt Hank onderweg op de achterbank van een auto. Dit verhaal heeft een parallel in de ontmoeting via oogcontact van Buddy Holly en Bob Dylan in het publiek als 17-jarige, enkele weken voor Buddy’s dood.

Doug’s groep

Het nummer She’s About A Mover zet Doug op de plaat met zijn vaste groep uit San Antonio onder leiding van de beroemde en beruchte producer-labeleigenaar Huey P. Meaux.

She’s About A Mover

Doug deed de zang en gitaar. Twee ‘chicano’-vrienden deden ook mee: tenorsaxofonist Rocky Morales en drummer Johnny Perez, voormalig lichtgewicht bokser en beschermer tegen last voor Doug. Het meest in het oog springend en bepalend voor het bandgeluid was levenslange vriend en compagnon Augie Meyers. Hij bespeelde het draagbare orgel, een Vox, dat het kwintet een onmiddellijk herkenbaar geluid bezorgde. Augie’s familie had hem nog liever zien schitteren op de accordeon, maar het werden dus keyboards. De orgelsound van de Vox kenden de heren van Alan Price van de Animals. Augie gaf er de speciale Latijnse ‘Tex- Mex’ tic aan. Bassist was Jack Barber, van beroep nota bene kapper. Rocky Morales werd snel vervangen door saxofonist Frank Morin. Naast de vrij tengere Sahm torent de boomlange Augie Meyers. Gezegend met zeer dik, heel lang haar in een paardenstaart. Moeilijk lopend door een na polio in groei achtergebleven been, en met een met zijn haar bedekte onvolgroeide oorschelp. Augie was tot beider ontmoeting leider van een andere band uit San Antonio.

She’s About A Mover wordt grote hit, toernee door Europa

Het nummer She’s About A Mover heette aanvankelijk She’s A Body Mover naar een wild dansende fan in het publiek die de kreet en de melodie inspireerde. Deze titel was te gewaagd voor de platenmaatschappijen. Producer Huey P. Meaux, bijgenaamd de Crazy Cajun trachtte uit alle macht groepen te lanceren op de golf van succes van Britse groepen in de USA. Vandaar ook de groepsnaam Sir Douglas Quintet. Hij claimt het geluid van de groep bedacht te hebben via een overeenkomst tussen Beatle-songs en bepaalde Cajun-ritmes en harmonieën. Doug en Augie zien het anders: hun muziek is slechts een stap verder dan de al bekende sounds op de grens van rock-‘n-roll en Latijnse/cajun/polka-ritmes die ze al speelden. In elk geval slaagde Meaux erin het Sir Douglas Quintet een top hit (no. 13 in de hitparade) te bezorgen, waarna ze in 1965 door Europa toerden en op één affiche stonden met grootheden als Little Richard, de Rolling Stones, James Brown en de Beach Boys.

The Rains Came

The Rains Came (een strofe van de song luidt “rain, rain, rain, rain”) was succesvol in de hitparade. In dit uiterst losse, eenvoudige, maar o zo persoonlijke nummer is het hele talent van Doug en zijn vrienden al overduidelijk aanwezig. Het lijkt qua muziek en tekst bijna niets, maar is onweerstaanbaar.

De eerste LP: The Sir Douglas Quintet

Hun eerste LP The Sir Douglas Quintet (1965) laat het Quintet op de hoes zien in tegenlicht, als zwarte schaduwen. Dit deed Huey om te vermijden dat ze zouden worden ontmaskerd als niet zijnde Brits, maar down home Texan, met enkele donkere chicano-types. Tijdens een optreden op live coast to coast televisie ontdeed presentator Trini Lopez ze op heel charmante wijze van hun ondoenlijke opdracht Brits te zijn. Doug richtte zich even in een onvervalste southern drawl tot televisiekijkend Amerika. Op de eerste LP staan diverse heerlijk spontaan gespeelde nummers. Covers van Leadbelly (In The Pines) en Jimmie Rodgers (In The Jailhouse Now) en een rijtje Doug Sahm-nummers. Ik kies daarvan:

Please Just Say So

We’ll Take Our Last Walk Tonight

Al voor hun doorbraak in de hitlijsten waren ze voorzien van een geweldige aanbeveling, namelijk door Bob Dylan, in een rechtstreeks in december 1965 op de televisie uitgezonden persconferentie. Na allerlei stupide vragen en komische antwoorden van Bob werd hij plots enthousiast op de vraag of hij nog een opkomende nieuwe band kon aanbevelen met commercieel potentieel. “Oh great, I’m glad you asked that. I think the Sir Douglas Quintet is the best band that has a chance to reach commercial airwaves. They already have with a couple of songs.”

In Texas uitgestoten door een drugszaak

Nog voor afloop van 1965 gooit een drugskwestie roet in het eten. Ze komen eraf met voorwaardelijke straffen van vijf jaar, maar worden in Texas van helden tot outcasts. En in Texas is de politie nog enkele streepjes brutaler, ruwer en machtsbeluster dan in de rest van de USA. Doug Sahm heeft er genoeg van en verhuist met zijn familie naar Californië. Partner Augie Meyers kan niet meekomen, omdat hij tijdens zijn proeftijd de staat Texas niet mag verlaten. Frank Morin en Johnny Perez komen wel over. Jack Barber blijft achter bij Augie Meyers. Doug is ondertussen getrouwd met Violet. Zij heeft vier kinderen uit een vorig huwelijk en is weldra in verwachting van een vijfde, zesde en zevende kind van Doug. Hij gaat buiten, in Salinas Valley, Prunedale, ten noorden van San Francisco wonen, een gebied van gewone arbeiders. Zo zit hij niet midden tussen de hippies, maar hij duikt er in San Francisco wel helemaal in. Hij is een graag geziene gast en muzikant in het magische eerste halfjaar van 1966. Hij treedt regelmatig op met zijn oude maten en (onder andere) de nieuwe tenorsaxofonist Martin Fierro, maar het succes wordt minder en minder. Andere immigranten uit Texas hebben meer succes: Janis Joplin, de Steve Miller Band en Johnny Winter. Producer Huey T. Meaux probeert koortsachtig de bakens te verzetten, vanuit zijn basis in Texas, maar raakt door indirecte betrokkenheid bij weer een drugskwestie in de penarie. Acht maanden zit de Crazy Cajun in de gevangenis, wat in Texas, waar hij zeer bekend en geliefd is, heftig wordt afgewezen. President Jimmy Carter geeft hem later eerherstel.

Doug Sahm doet in Californië het clubciruit met een nieuwe band

Doug Sahm maakt ondertussen de ronde langs kleine clubs met een band die weinig Latijnse invloeden en des te meer soul/R&B toepast. Hij heeft een geweldige drummer gevonden, George Rains (later een van de meest gevraagde sessiedrummers van de USA). Als opvolger van Augie Meyers acteert Wayne Talbert, een pianist met jazzy accenten, uit Texas.

Sir Douglas Quintet + 2 = Honkey Blues (1968)

Doug regelt een platencontract met Mercury en kan in behoorlijke luxe aan de voorbereiding werken van de plaat Sir Douglas Quintet + 2 = Honkey Blues. In feite waren er negen groepsleden: Doug, Morin, Rains, Fierro, Talbert en verder Whitney Freeman (bas), Terry Henry (sax), Mel Martin (sax) en Bill Attwood (trompet). In de draaikolk van muzikale trends, drugsgebruik en maatschappelijke onrust is er opeens een jazzy geluid, lang uitgesponnen nummers, vaag weemoedige teksten over ver weg Texas, stonede humor. Ik kies twee nummers:

Are Inlaws Really Outlaws?

I’m Glad For Your Sake (But I’m Sorry For Mine)

Deze plaat werd door de trendsettende redactie van het blad Rolling Stone als meesterwerk bestempeld. Als lezer van een compilatie van interviews uit dat gespecialiseerde blad vroeg ik me destijds af waarom ze zo enthousiast konden zijn over deze teenybopper-achtige groep. Want de plaat Honky Blues was in Nederland jarenlang niet te krijgen. Ik kende alleen de hits. Doug en zijn zoontje Shawn prijkten op de cover van het blad, met cowboyhoeden op: het ultieme teken van rechts Amerika.

Mendocino (1969): terugkeer naar Mexicaanse invloeden

De LP Mendocino komt medio 1969 uit. In de gelijknamige single die ik hoorde van deze LP was de Mexicaanse sfeer geheel terug. Het schelle Mendocino vind ik een van de minst aangename nummers, het leidde me lange tijd af van het mooiere LP-werk. Ik ben het Sir Douglas Quintet pas met een jarenlange vertraging gaan waarderen om hun totale oeuvre.  In verband met Doug’s latere overgang naar Atlantic, in 1972, werden Doug’s platen in de begin jaren 70 in allerlei verwarrende ‘best of’-vormen door elkaar gehusseld, en uitgebracht via schimmige Europese licentiedeals. Daarop stonden altijd de hits op, als goedkoop verkooptrucje. Zo bleef veel moois lang onder de oppervlakte. Honky Blues was ondanks de lof van de critici slecht verkocht, en Doug voelde dat het doorgaan met de kostbare big band van Honky Blues te veel geduld zou vragen van Mercury. Hij zette de band dus aan de kant en greep weer terug op zijn oude maten uit Texas: Johnny Perez werd weer de drummer (hij was informeel medeproducer van Honky blues geweest). Ook haalde hij Augie Meyers over. Frank Morin en Martin Fierro bleven als blazers, en de nieuwe bassist was Harvey Kagan (ex-Augie Meyers’ groep). Ik kies van de ongeëvenaarde Mendocino-LP, die ik enorm waardeer, enkele nummers.

If You Really Want Me To I’ll Go

Een nummer van mede-Texaan Delbert McClinton.

I Don’t Want

Spanningen in Doug’s privéleven

Het ging Doug artistiek voor de wind. De single Mendocino kwam op 28 in de hitparade en zijn voorwaardelijke straf eindigde. Toch was hij verre van gelukkig, daar zijn huwelijk met Violet aan het misgaan was. Zij was het zat om met zes kinderen alleen het huishouden te moeten doen, met allerlei ongenode hippietypes over de vloer, terwijl Doug geen hand uitstak, meestal weg was en gênant veel relaties met vriendinnen had. Een toernee door Europa om het succes van Mendocino te verzilveren, gaf enige ontspanning.

Together After Five (1970)

In 1970 verscheen de LP Together After Five. Deze werd iets minder goed ontvangen, en hij is ook naar mijn smaak wat iel als werkstuk.

Nuevo Laredo

Het gedeeltelijk in het Spaans gezongen Nuevo Laredo vind ik heel charmant. De tekst (bijna alle teksten van Doug zijn vrij onverstaanbaar) is minder idyllisch dan het lijkt. De song gaat over een gringo die een avondje gaat stappen in het Boys Town red lights district, ruzie krijgt om een meisje, en zich haastig uit de voeten moet maken naar Texas.

1 + 1+ 1= 4 (1970)

Daarna komt 1 + 1+ 1= 4 Ik vind deze plaat duidelijk beter dan de vorige. Hij is ten dele samengesteld uit afgekeurd materiaal van de Honky Blues-sessies. Grappig is daarom dat het blad Rolling Stone de plaat beoordeelt als helemaal te gek, verder ontwikkeld dan Honky Blues. Hier is dus de negenmans formatie van die plaat weer te horen.

Pretty Flower

Genieten vind ik de keiharde blazersriffs in dit nummer. Doug is duidelijk zoekende naar een nieuwe muzikale uitdaging.

Be Real

Een vreemd nummer dat overbleef van een poging zich met een schuilnaam, Wayne Douglas, te her-uitvinden als countryzanger in Nashville.

The return of Doug Saldaña (1971)

Vervolgens komt de LP The Return Of Doug Saldaña (Doug Saldaña is een erenaam uit de tijd dat Sahm deel uitmaakte van de chicano-muziekscene in Texas, in geboortestad San Antonio). De plaat wordt niet echt gewaardeerd.

Terug naar Texas. Austin wordt World Headquarters van de country

De familie Sahm verhuisde van Californië terug naar Texas. Terwijl Violet een nieuwe man had gevonden en Doug alleen nog bij speciale gelegenheden thuis kwam, was er rond 1971 juist in Texas in de muziek iets moois aan het ontstaan: er ontstond een nieuw liberaal centrum voor goede muziek in de stad Austin. De stad had een geweldig goed lopend poppodium, The Armadillo World Headquarters. Hoewel de stad pas enige jaren later het centrum werd van de outlaw- beweging van de country-iconen Willie Nelson en Waylon Jennings, gistte en borrelde het er al creatief in 1971. Doug Sahm werd als held ingehaald. Hij was eigenlijk al lang, avant la lettre het type dat werd aangeduid als Cosmic Cowboy: de langharige, bier drinkende en hash rokende white kid met cowboyhoed.

Jerry Wexler baas van Atlantic ziet de kans van een all-star LP met Doug Sahm

De trendgevoelige baas van de platenmaatschappij Atlantic, Jerry Wexler, zag al gauw in dat Texas de place to be was en hij was echt bewonderaar van Doug’s originele muziek. Zo kwam Doug Sahm onder contract bij Atlantic, en mocht hij een plaat maken:

Doug Sahm and Band (1973)

Doug Sahm And Band, met een all-star cast van medewerkers. Behalve de vaste maten waren er nota bene vriend Bob Dylan (in die tijd zonder vaste band), groten uit het black book van Jerry Wexler: Dr. John, David Fathead Newman (Ray Charles’ saxofonist), Wayne Jackson (trompettist Otis Redding-band), Charlie Owens (steelgitaar bij Willie Nelson en Jerry Lee Lewis), David Bromberg (dobro) en Flaco Jiménez (accordeon). Het resultaat ontving gemengde reacties: men vond het supergroepconcept ouderwets. Ik vind de plaat aangenaam, maar niet toevoegend aan Doug’s kwaliteiten. De vraag is wel of dat dan altijd zou moeten. Men speelt een staalkaart van klassiekers met slechts enkele eigen nummers. Er is zelfs een Bob Dylan-compositie, Wallflower. Het lijkt op een vriendenreünie – zoals vele platen van ouder wordende pop-iconen die op elkaars platen meedoen. Doug was juist boven de dertig. Terugkijkend is de plaat toch wel zeer geslaagd. De keuze van songs is erg origineel. Doug maakt oude nummers als Everybody’s Going To San Antone helemaal de zijne. En er zijn verrassend knappe uitvoeringen van nummers als:

Me And Paul

Een song van Willie Nelson.

Papa Ain’t Salty

Van T-Bone Walker.

Bovendien wordt de virtuoze accordeonist Flaco Jiménez voor het eerst geïntroduceerd bij het pop-publiek. Doug kende hem in zijn tienerjaren al als de belangrijkste vertolker van musica norteña en conjunto aan beide zijden van de grens met Mexico. Verder:

Poison Love

Een nummer uit 1951 van Johnny and Jack.

Nog wat materiaal uit 1965

Om af te ronden kies ik enkele nummers die op een van mijn ‘Best of’-LP’s staan en die hebben gestaan op een verzamelplaat, The Sir Douglas Quintet Is Back, met materiaal uit 1965. Dit is wel Doug Sahm in topvorm.

She Digs My Love

Doug is een legendarische womanizer. Na zijn huwelijk met Violet is hij nooit meer getrouwd. Bij lokale optredens trekt hij altijd scharen aantrekkelijke vrouwen, die bij het podium dansen.

Oh What A Mistake

De karakteristieke hese zangstem is volgens Doug een gevolg van de hoge concentratie pollen in zowel San Antonio als Austin. Hij ontwikkelt een chronische heesheid. Een ander klein lichamelijk ongemak is een heftig zweten bij elk optreden, en als ergens de airco te zacht staat.

Latere jaren als beroemdheid

Na Doug Sahm And Band volgt de LP Texas Tornado in 1973 die voor een deel bestaat uit sessies van Doug Sahm And Band, en voor een deel nieuw werk. Dat nieuwe werk wordt spottend beschreven als ‘Las Vegas jazz’. Er is inderdaad weer een omslag. Muziekmagazine Oor vindt dit nieuwe werk hopeloos slecht. Na deelneming van Doug en andere groepsleden aan de eerste LP van Willie Nelson op Atlantic, Shotgun Willie ontwikkelt Doug zich steeds meer van recording artist tot een centrale figuur in de Cosmic Cowboy-beweging in Austin. Aan de rand van die stad betrekt hij een huis. En hij treedt zeer regelmatig in zijn hometown op, de eerste jaren met geweldig succes. De laatste echt interessante LP is naar mijn idee Texas Rock For Country Rollers uit 1976. Vlak bij zijn huis is de Soap Creek Saloon, waar lokaal talent aan bod kan komen. Ook promoot hij jonge artiesten als Stevie Ray Vaughan, en de Fabulous Thunderbirds. Hij is een inspiratiebron voor latere artiesten als Joe ‘King’ Carrasco, Uncle Tupelo en Elvis Costello (via het orgelgeluid). Met een oudere, aan lager wal geraakte zanger, die hij opspoort en in contact brengt met de platenmensen, Freddy Fender, echte naam Baldemar Huerta, treedt hij jaren lang, in de jaren 80, op in de groep de Texas Tornados, samen met Augie Meyers en Flaco Jiménez. Freddy beleeft een geweldige come-back met een nummer 1 hit: Before The Next Teardrop Falls. Heel bekend is van hem Wasted Days, Wasted Nights.

Verval van carrière en van de Austin scene

Doug’s carrièrezekerheden vallen weg, want Atlantic stopt met het hele Texas-project, ondanks het succes van Willie Nelson. Dit brengt Jerry Wexler ertoe Atlantic te verlaten. De onbezorgde bloeiende muziekstad Austin vervalt rond 1977/1978, zodat er vrijwel geen countrymuziek meer wordt gespeeld. Clubs sluiten en radiostations switchen naar disco. De plaatopnames blijven komen, maar met weinig succes. Voor Warner neemt Doug platen op met Stu Cook en Doug Clifford van de Creedence Clearwater Revival als bandleden. Zijn zoons Shawn en Shandon treden regelmatig in zijn band op. In zijn latere leven, de jaren 80 en 90, verbaast hij met een brede repertoirekeuze, en enorme affiniteit met oudere, bijna vergeten songs. Hij is altijd bezig met optredens en muzikale projecten.

Overlijden op zijn zoveelste reis door de U.S.

Op 19 november 1999 overlijdt Douglas Wayne Sahm, 58 jaar oud, aan hartfalen. Hij is dan in een motel in Taos, New Mexico. Hij was er met zijn auto op uitgetrokken, zoals hij dat gewoon was te doen. Bij zijn excentrieke levensstijl hoorde het per auto van links naar rechts door de USA rijden, bijvoorbeeld van Texas naar Los Angeles, om naar de kapper te gaan. Vanaf zijn kleutertijd was bij Doug een hartruis vastgesteld, waarvan hij als enige nog levende wist. En zijn eetgewoonten waren slecht voor het hart. Nooit heeft hij zelf voor zijn eten gezorgd na de scheiding van Violet. Altijd at hij restaurant-food, veel steaks en varkensvlees. Hij was zeer geliefd in de hele muziekwereld, en door zijn kinderen Dawn, Shawn en Shandon, die goed contact met hem bewaarden. Zij herinneren zich een jeugd als kinderen van een hippie-idool.

Zie ook

» Little Feat – Geschiedenis van een cult-band
» Lyle Lovett – Geschiedenis van een ongewone countrymuzikant
» Ian Dury & The Blockheads – Geschiedenis van een groep virtuoze punkrockers
» Otis Redding – Geschiedenis van een groot soulzanger
» Kate & Anna McGarrigle – Geschiedenis van twee singer-songwritende zussen
» Buddy Holly – Geschiedenis van een muzikale vernieuwer
» Steely Dan – Geschiedenis van een unieke popband
» Latin-muziek: een grote verzameling muziekstijlen – Leer er meer over!
» Hiphop-geschiedenis: meer dan alleen rappen
» Elektrische gitaar: geschiedenis, klank en speeltechniek
» Jazz – Geschiedenis en kenmerken van een rijke muziekstijl

Gastblogger Bart Dingemans

De formule van gastblogger-muziekkenner Bart Dingemans is: het laten horen van hoogtepunten van het werk van door hem gekozen bijzondere artiesten, met een toelichting van muzikale en maatschappelijke context, wetenswaardigheden en anekdotes.

Hij is muziekenthousiast met een liefde voor de vele genres, binnen of net buiten het etiket popmuziek (blues, R&B, country, bluegrass, folk, jazz, soul, gospel, reggae). Hij wil liefhebbers verrijken met muziek die echt briljant is, maar die zij wellicht niet (goed) kennen. Want veel van het beste dat de popmuziek vanaf de begin jaren vijftig heeft voortgebracht, raakt langzamerhand vergeten. Het aanbod via internet, muziekwebsites als Spotify en radio etc. is zo verwarrend groot, dat velen afhaken. Of men kijkt niet meer verder dan de eigen vaste favorieten.

Bart Dingemans: “Wat goede muziek is, is subjectief. Maar op radio en televisie heersen overdag middelmatige en tot vervelens toe bekende muziek. Minder bekende muziek hoor je alleen ’s nachts. En de grote online muzieksites bevatten wel heel veel titels, maar missen helaas iedere impuls om iets nieuws te ontdekken.” In de gastblogs krijgt de lezer binnen het verhaal de songs van de gekozen muzikale hoogtepunten voorgeschoteld.

» Alle blogs van Bart

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter