Terwijl ik dit schrijf, zit ik Spotify door te bladeren, op zoek naar verschillende drumsounds. Het nieuwe album van Lamb of God komt voorbij, maar ook You Got Me van The Roots en Get Lucky van Daft Punk. Allemaal goede drum-mixen, maar ook allemaal totaal verschillend. Het mag dus duidelijk zijn dat dit artikel geen eenduidige ‘drum-mix- handleiding’ wordt. Wel ga ik je een aantal technieken leren voor het maken van een goede basis-sound. De rest laat ik aan je eigen oordeel over!

Drums mixen - 6 technieken voor een goede basis-sound

#1. Hoeveel microfoons om drums op te nemen?

Een drumstel wordt meestal opgenomen met meerdere microfoons. In dit artikel ga ik uit van een standaard opstelling met een stereo overhead-paar voor het totaalbeeld en close mics om alle individuele drums extra kracht bij te zetten. Hoe meer microfoons je gebruikt, hoe meer je je best moet doen om alle signalen te laten bijdragen tot het geheel in plaats van dat ze elkaar tegenwerken. Meer over drums opnemen, in ons artikel hierover.

#2. Fase-check

Omdat het drumstel meestal met meerdere microfoons wordt opgenomen ontstaan er faseverschillen. In dit blog lees je hier meer over. Het is belangrijk dat je de onderlinge faseverhoudingen zo vroeg mogelijk in het proces op orde hebt. Je kunt dit namelijk niet fixen met equalizers en compressors. Bij het opsporen van problemen en bij het corrigeren ervan kun je het beste uitgaan van de overheads. Hier is immers het hele drumstel vertegenwoordigd.

  • Begin met alleen de overheads.
  • Schuif vervolgens het bassdrum-spoor open tot de bassdrum een klein beetje harder wordt. Inverteer vervolgens het bassdrum-spoor. Dit doe je met een fase-schakelaar. Sommige DAW’s hebben standaard een fase-schakelaar op elk kanaal en anders heb je altijd wel een plugin die er een heeft. Gaat de bassdrum voller klinken als je de fase-schakelaar indrukt? Dan laat je hem zo staan. Anders druk je de schakelaar weer uit.
  • Vervolgens schuif je het snaredrum-spoor open en doe je hetzelfde. Als je een microfoon onder de snare hebt staan om de snarenmat op te nemen, kun je er bijna zeker van zijn dat je hier de fase moet inverteren, aangezien deze microfoon ongeveer 180 graden gedraaid is ten opzichte van de microfoon aan de bovenkant.
  • Herhaal tot slot voor de toms de stappen die je hebt doorlopen bij de bassdrum en de snare.

#3. Gate: grote schoonmaak

De close mics pikken, behalve de drum waar ze op gericht zijn, ook het geluid van de rest van het drumstel op. Dit kan voor faseproblemen zorgen. Bovendien kunnen bekkens heel ‘trashy’ gaan klinken als ze, behalve door de overheads, ook door dynamische snare- en tom-microfoons worden opgepikt. Met behulp van een ‘gate’ kun je overspraak voor een groot deel verwijderen uit je opnames.

  • Stel de drempelwaarde (threshold) zo in dat de aanslagen van de desbetreffende drum er bovenuit komen en de rest niet.
  • Maak de attack zo kort mogelijk, zodat de ‘punch’ van je drum niet verloren gaat.
  • Vervolgens kun je met de release bepalen hoe lang je drum uitklinkt.

Een gate kan met name bij snaredrums lastig zijn om goed in te stellen. Als je even niet oplet, worden de eventuele ghost notes die de drummer speelt ook weggehaald. Houd bovendien in je achterhoofd dat een gate niet verplicht is. Als er geen probleem is, hoef je ook niets op te lossen! Bovendien kan een beetje overspraak je drumsound juist wat karakter geven.

#4. De rol van de overheads

Overheads zijn microfoons die boven het drumstel hangen. Meestal is het een stereo-paar dat een totaalbeeld van de kit opvangt. De rol die ze krijgen in de uiteindelijke mix verschilt per genre.

  • In akoestische jazz wordt de drum-sound bijna helemaal gemaakt met de overheads. Bassdrum, snare en toms worden hooguit een beetje aangedikt met close mics. Deze aanpak klinkt heel natuurlijk en de ruimte waarin het drumstel is opgenomen speelt een grote rol.
  • In metal zien we een hele andere aanpak. Hier worden de overheads vaak alleen gebruikt voor de bekkens. Al het laag en mid-laag wordt weggefilterd, zodat alleen het hoog van crashes, ride, china en hihat overblijft. De klank van bassdrum, snare en toms wordt gemaakt met de close mics en eventuele samples. Later vertel ik hier meer over. Deze aanpak geeft je maximale controle en die controle heb je nodig om de drums groots en ‘in your face’ te laten klinken.

Akoestische jazz en metal zijn natuurlijk twee uitersten. Bedenk dus goed of jouw nummer een natuurlijke drum-sound nodig heeft of juist ‘geprocessed’ moet klinken. Of iets daar tussenin natuurlijk!

#5. (Bus)compressie

Met compressie kun je de drums consistenter maken, zodat ze op elk moment goed in de mix liggen. Een compressor maakt namelijk de volumeverschillen tussen harde en zachte noten kleiner. Ook hier haal ik de twee uitersten er weer even bij.  Jazz-drummers spelen heel dynamisch en expressief. Hier is het dus absoluut niet de bedoeling dat je de hele partij platwalst. In het metal-paradigma is het juist de bedoeling om te klinken als een machine. Hardhandige compressie is hier dus wel gepast. Een compressor kun je ook gebruiken om het dynamische verloop van de slagen te beïnvloeden. Met een langzame attack krijgen de slagen meer ‘punch’ en met een snelle release klinken de slagen langer door. Dus zelfs als de drummer al heel consistent speelt, kan een compressor iets toevoegen. Tot slot is het ook heel gebruikelijk om alle drumsporen naar een bus te sturen en hier een compressor op te zetten. Dit heeft een wezenlijk ander effect dan compressie op de individuele onderdelen. De compressor reageert nu namelijk op alle onderdelen van het drumstel en past vervolgens compressie toe op al die onderdelen. Een bassdrum-noot heeft dus ook effect op de bekkens. Hierdoor krijgt het drumstel meer samenhang. Vandaar dat dit type compressie ook wel ‘glue’ (lijm) genoemd wordt. Zie ook ons blog Mixen met een mix bus.

#6. Samples

In veel moderne muziek wordt het drumstel aangedikt met samples. Vrijwel iedere DAW biedt de mogelijkheid om een kick-, snare- of tom-track om te zetten in een MIDI-track. Je DAW herkent de pieken en zet bij iedere piek een MIDI-noot neer. Op die manier kun je bijvoorbeeld aan iedere bassdrum-noot een bassdrum-sample toevoegen. Kies hierbij samples die echt iets toevoegen. Als je oorspronkelijke bassdrum niet zoveel sub-laag heeft, kun je het geluid aandikken met een sample die dat wel heeft, bijvoorbeeld een TR 808-kick. Om ervoor te zorgen dat je DAW alleen MIDI-noten maakt van de desbetreffende drum, raad ik aan om de opname eerst op te schonen met de eerder genoemde gate.

Zie ook

» DAW-software
» Effect-plugins
» Instrument-plugins
» Drummicrofoon-sets
» Overhead-microfoons
» Snare/tom-microfoons
» Bassdrum-microfoons
» Overhead-microfoonstatieven
» Instrument-microfoonstatieven
» Drummicrofoon-clips
» Drumschermen
» XLR-kabels
» Audio interfaces
» Mengpanelen
» Alle Drum-producten
» Alle Studio & Recording-producten

» Drums opnemen: een vak apart
» Overspraak in geluidsopnames? Zo voorkom je ‘mic bleed’
» Opleiding tot producer: de moeite waard?
» Subwoofer in je studio – Wanneer (niet) en hoe
» Automation in een DAW: wat het is en hoe je het gebruikt
» Mixen met koptelefoon – (On)verstandig?
» Mixen & masteren van muziek – Leer het hier!
» 5 manieren om je mix harder te laten klinken
» Stereo mixen in 3D: diepte creëren met twee speakers
» Fase-problemen in de studio: zo kun je ze oplossen of voorkomen
» Wat is een equalizer en waarom gebruik je hem?
» Zang-opnames mixen in 5 stappen
» Mixen met een mix bus
» Haal alles uit je studiomonitors met absorbers en diffusers
» Mixen met inserts en aux sends
» Zelf muziek masteren: 5 tips om je op weg te helpen
» Loudness War: hoe hard is hard genoeg?
» Plaatsing van studiomonitoren: waar op te letten

Geen reactie

Nog geen reactie...

Laat een reactie achter